100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Financieel Management voor de Creatieve Sector | HvA jaar 2 | Communicatie €4,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Financieel Management voor de Creatieve Sector | HvA jaar 2 | Communicatie

1 beoordeling
 85 keer bekeken  8 keer verkocht

Samenvatting Financieel Management voor Creatieve Sector (voorheen Campagne Management) Blok 1, Communicatie leerjaar 2. Deze samenvatting bevat alle werkcollege's een samenvatting van H1, H2, H3.1 en 3.2, H4, H5, H9.1, H10.1 en H6 documenten . Behaalde cijfer: 8,1

Voorbeeld 4 van de 16  pagina's

  • Nee
  • H1, h2, h3.1 en 3.2, h4, h5, h9.1, h10.1 en h6 documenten mijnhva.nl
  • 29 januari 2020
  • 16
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: indybelt • 4 jaar geleden

avatar-seller
claudiaboerhoop
Samenvatting Campagne Management

Leerdoelen:
1. Begrip krijgen van kosten en opbouw van een kostprijs, financieringsbalans en resultaten
2. In staat zijn om een communicatieplan financieel te onderbouwen
3. Kennis hebben van het financiële beleid van organisaties met de taken en functies van
financieel management
4. Het management kunnen adviseren over de impact van financiële resultaten op de reputatie
van de onderneming
5. Het kunnen lezen en interpreteren van een financieel jaarverslag.

Leerstof: H1, H2, H3.1 en 3.2, H4, H5, H9.1, H10.1 en H6 + documenten mijnhva.nl

WC1: Balans en investeringsplan (H1 en H2)
 Je kunt een investeringsplan en een financieringsplan opstellen
 Je kunt een eenvoudige balans samenstellen aan de hand van een verzameling gegevens

Het investeringsplan: hoe heb ik geïnvesteerd? En wat heb ik nodig voor mijn bedrijf?
Vaste activa – gaan langer dan een jaar mee. Bijvoorbeeld: gebouwen, computers en overige
apparatuur, inventaris, transportmiddelen
Vlottende activa – gaan korter dan een jaar mee. Bijvoorbeeld: voorraad goederen of liquide middelen
(kas of bank)

Het financieringsplan: Hoe bekostig ik mijn investeringen?
Eigen vermogen – eigen geld (prive) of aandelen
Vreemd vermogen – kort vreemd vermogen (< 1 jaar) of lang vreemd vermogen (> 1 jaar)

Deze komen samen op het balans. Een balans is altijd in evenwicht en is een overzciht van de
bezittingen (bedrijfsmiddelen) en schulden (geldmiddelen) van je bedrijf. Aan de linkerkant staan de
activa (debet) – welke investeringen heb ik gedaan. Aan de rechter kant staan de passiva (credit) –
hoe zijn de investeringen gefinancierd. Balans is altijd een momentopname.

Het eigen vermogen neemt toe als er winst wordt gemaakt of privégeld in de onderneming wordt
gestort. Het eigen vermogen neemt af als er verlies wordt gemaakt of als er voor privé gebruik geld of
andere zaken uit de onderneming worden gehaald.

Prive storingen en prive onttrekkingen bij een eenmanszaak:
- Hebben invloed op de liquide middelen
- Invloed op het eigen vermogen van de onderneming
- Tellen niet als winst of verlies maar worden wel getoond op de resultatenrekening

Hoofdstuk 1: Het investeringsplan
Een investeringsplan geeft antwoordt op de vraag: wat heb ik allemaal nodig? Dit kan bestaan uit:
het pand, bureau, zithoek, computerapparatuur, auto en contanten. De eerstvolgende vraag is: hoe ga
ik dit financieren? Dit leg je vast in een financieringsplan. Het financieringsplan zou er als volgt uit
kunnen zien: eigen inbreng, familielening en een middellange banklening. Wanneer je het
investerings- en het financieringsplan naast elkaar zet, heb je de beginbalans.

Een balans is een staat van bezittingen en schulden, waarbij het verschil tussen bezittingen en
schulden het eigen vermogen voorstelt. Aan de linkerkant – de debetkant van de balans – zie je de
bezittingen staan. Aan de linkerkant – de creditkant van de balans – staan de vermogens die je nodig
hebt om de bezittingen te financieren.

Balansposten:
 Inventaris  vaste activa die nodig zijn om een bedrijf in te richten: kassa, toonbank,
vloerbedekking
 Voorraden  vlottende activa want deze moeten zo snel mogelijk verkocht worden. Staat voor
de inkoopprijs op de balans. Er zijn ook ijzeren voorraden: dit is het minimum aan voorraden
dat altijd aanwezig zijn en dus vast.
 Debiteuren  afnemers die nog niet betaald hebben

,  Kas  het aanwezige contante geld
 Eigen vermogen  is afkomstig van de eigenaar. Het verschil tussen de waarde van de
bezittingen en de schulden van de onderneming.
 Hypothecaire lening – lening voor ontroerend goed, die als zekerheid dient
 Rekening-courant  rood staan
 Crediteuren  leveranciers van wie goederen zijn gekocht die nog niet zijn betaald


Hoofdstuk 2: De balans
Een balans is een overzicht van de bezittingen en schulden van een onderneming op een bepaald
moment, waarbij het eigen vermogen de balans in evenwicht maakt. Bezittingen noemen we activa,
schulden plus eigen vermogen noemen we passiva.

Paragraaf 2.1 – Activa: vaste activa en vlottende activa
Activa, ook wel aangeduid als kapitaal of kapitaalgoederen, kunnen worden onderverdeeld in vaste
activa, vlottende activa en liquide activa. De vlottende activa en liquide activa worden bij ons
samengevoegd. Deze middelen zijn gefinancierd met of eigen vermogen of vreemd vermogen.
 Vaste activa  activa die langer dan een jaar kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld: gebouw,
een kassa, een computer of een machine.
 Vlottende activa  activa die gewoonlijk binnen een jaar in geld worden omgezet.
Bijvoorbeeld: voorraden en debiteuren (vorderingen op klanten). Hieronder vallen ook de
liquide middelen. Dit zijn de geldmiddelen die in de kas zitten of op een bankrekening staan.
Deze middelen kunnen volledig geleend zijn en hoeven geen enkele relatie te hebben met het
eigen vermogen.

Paragraaf 2.2 – Eigen en vreemd vermogen
Het eigen vermogen is door de eigenaar of eigenaren zelf ingebracht. Dit blijft permanent in de
onderneming en wordt daardoor ook wel permanent vermogen genoemd.

Het vreemd vermogen is door andere ter beschikking gesteld, bijvoorbeeld door een bank. Vreemd
vermogen bestaat uit schulden die weer moeten worden terugbetaald. Omdat dit slechts tijdelijk is,
wordt het ook wel tijdelijk vermogen genoemd.

Het vreemd vermogen wordt gesplitst in:
 Lang vreemd vermogen  is een schuld waarvan de terugbetalingstermijn lager dan een jaar
is. Bijvoorbeeld bij een hypothecaire lening.
 Kort vreemd vermogen  dient binnen een jaar te worden afgelost. Dit kunnen crediteuren
(schuld aan leverancier) zijn of nog af te dragen btw of te betalen lonen.

Een balans heeft twee kanten. Aan de linkerkant staan alle activa en aan de rechterkant staat het
vermogen

,WC2: Functie van een balans
 Je kan een balans ordenen en lezen
 Je begrijpt de relatie tussen de balans en de resultatenrekening
 Je begrijpt de verschillende financiële ratio’s en kunt ze toepassen

Resultatenrekening (RR) = opbrengsten – kosten = winst of verlies

Balans: Winst (of verlies) is af te lezen aan het verschil tussen eigen vermogen aan het einde en aan
het begin van de periode. Houd er wel rekening mee dat privé onttrekkingen en privé stortingen ook
invloed kunnen hebben op de hoogte van het EV. In dit geval kan je niet meer zo makkelijk de winst
terugzien.

Kosten zijn niet altijd uitgaven en opbrengsten zijn niet altijd ontvangsten.
Opbrengsten worden toegerekend aan de periode waarin de prestaties aan een klant verricht zijn.
Ontvangsten worden toegerekend aan de periode waarin de betaling daadwerkelijk is ontvangen.

Opbrengsten leiden niet tot ontvangsten als er pas later betaald wordt door de klant voor de geleverde
producten of diensten. Op de resultatenrekening wordt dit wel al neergezet.

Kosten worden toegerekend aan de periode waarin gebruik (van het productiemiddel) heeft
plaatsgevonden.
Uitgaven worden toegerekend aan de periode waarin de betaling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

De aankoop vaneen productiemachine is eenmalig een uitgave (indien er niet op krediet gekocht
wordt). De jaren daarna, als de machine gebruikt wordt is er telkens sprake van afschrijvingskosten.

Financiële ratio’s: Om te kunnen beoordelen hoe en onderneming zich financieel ontwikkelt, wordt
niet alleen naar de balans en de resultatenrekening van een onderneming gekeken, maar ook naar de
onderlinge verbanden over een langere tijd. Deze onderlinge verbanden worden ook wel rqatio’s of
kengetallen genoemd. Deze worden gebruikt om te kijken of een onderneming financieel in een
stijgende of in een dalende lijn zit. En of een onderneming stabiel is of zich in een risicovolle situatie
bevindt.

5 ratio’s die je uit je hoofd moet kennen:
Korte termijn: netto werkkapitaal, current ratio en quick ratio
Lange termijn: solvabiliteit en debt ratio

Liquiditeit kan uit de balans worden opgemaakt. Dit is de verhouding tussen vlottende activa en
kortlopende schulden. Het gaat er om dat een bedrijf voldoende vlottende activa bezit om de
kortlopende schulden terug te kunnen betalen als dat nodig is.

Netto werkkapitaal = vlottende activa – kort vreemd vermogen

Current ratio = vlottende activa / kort vreemd vermogen
(norm: 1,5 tot 2,0)

Quick ratio = (vlottende activa – voorraden) / kort vreemd vermogen
(norm is 1,0)

We gaan er bij dit vak vanuit dat de vlottende activa de liquide middelen + debiteuren + voorraden zijn.
Deze formule wordt ook in het tentamen aangehouden.

Solvabiliteit = eigen vermogen / totale vermogen x 100%

Als de uitkomst boven de 25% komt (strenge norm: 50%), wordt in het algemeen aangenomen dat de
solvabiliteit van een organisatie acceptabel is. De organisatie kan dan aan zijn financiële
verplichtingen voldoen. Liquiditeit gaat over de korte termijn, solvabiliteit over de lange termijn.

Debt ratio = vreemd vermogen / totale vermogen x 100%

, Debt ratio: bij een soepele norm moet deze onder de 75% zijn en bij een strenge norm onder de 50%.
Hoe minder vreemd vermogen er in het bedrijf aanwezig is, hoe meer zekerheid.

Hoofdstuk 3: De functie van een balans
Een balans is een momentopname. Het geeft de stand van zaken weer op een bepaald moment. Een
jaar later kan de balans er anders uitzien. Op de balans is de hoogte van de post eigen vermogen
voor banken een belangrijke indicatie om leningen te verstrekken. De bank zal kijken hoe deze post
zich heeft ontwikkeld en ook of de post is gegroeid.

Oud EV + winst (- verlies) – privé opname = nieuwe EV.

De bank kijkt niet alleen naar de ontwikkeling van het eigen vermogen, maar ook naar de ontwikkeling
van de posten: vaste activa, vlottende activa en het vreemd vermogen. De bank hanteert daarbij
enkele kengetallen. De liquiditeit van een onderneming geeft aan in welke mate zij aan de lopende
betalingsverplichtingen, zoals crediteuren, kan voldoen (kort termijn). Onder solvabiliteit verstaan we
de mate waarin de onderneming aan al haar betalingsverplichtingen aan verschaffers van vreemd
vermogen kan voldoen (lange termijn)

Door de kengetallen van een onderneming op een aantal opeenvolgende momenten te berekenen via
een tijdreeksanalayse kunnen ban en onderneming inzicht krijgen in de financiële structuur. Om
verbetering of verslechtering aan te geven kan gebruik gemaakt worden van een historische analyse.
Ook kan een onderneming vergeleken worden met een andere onderneming: bedrijfsvergelijkende
analyse.

Aan de beoordeling van de financiële structuur d.m.v. liquiditeit en solvabiliteit zitten een aantal
bezwaren:
 Het is een eenmalige berekening van kengetallen; conclusie is moeilijk te trekken
 Cijfers in de balans zijn een momentopname
 De balans kan een te rooskleurig beeld geven van de financiële structuur indien window
drassing heeft plaatsgevonden. Hieronder verstaan we alle activiteiten voor het balans
opmaakmoment die tot doel hebben de financiële structuur per die balansdatum gunstiger
voor te stellen dan die werkelijk is.

Paragraaf 3.1 – De liquiditeit
Om de liquiditeit van een onderneming – dus de mate waarin een onderneming aan haar lopende
betalingsverplichtingen kan voldoen – te kunnen beoordelen moet je enig inzicht hebben in de in- en
uitgaande geldstromen. We spreken van een beoordeling van de dynamische liquiditeit. Om de
dynamische liquiditeit te beoordelen, zijn interne gegevens van de onderneming nodig. Omdat deze
niet altijd voor iedereen beschikbaar zijn, moet er gebruik worden gemaakt van een balans. Hierbij
spreken we dan van een beoordeling van de statische liquiditeit. De betrouwbaarheid van deze
methode is lager dan die van de dynamischce.

De dynamische liquiditeit geeft aan of gedurende een bepaalde periode de binnenkomende
geldstroom de uitgaande geldstroom overtreft. De statische geldstroom geeft aan of de onderneming
kan voldoen aan betalingsverplichting op de korte termijn.

Een liquiditeitsbalans is een balans waarin de balansposten zijn opgenomen qua tijdsduur. We sorten
de tijdsduur naar:
- Langer dan een jaar;
- Korter dan een jaar;
- Nul ofwel het is al geld.
Dit wordt toegepast aan zowel de debetkant (vaste activia, vlottende activa en liquide activa) en aan
de creditkant (eigen vermogen, lang vreemd vermogen, kort vreemd vermogen)

Er zijn drie liquiditeitskengetallen:
1. Het netto werkkapitaal (NWK)
NWK = vlottende activa – vreemd vermogen kort
Het netto werkkapitaal geeft aan hoeveel geld er nog beschikbaar is voor nieuwe projecten, dus
hoeveel speelruimte een onderneming heeft. Wanneer de uitkomst positief is, is een onderneming
liquide.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper claudiaboerhoop. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  8x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd