Inleiding Anatomie, fysiologie en biomechanica 05-09-2017
Leerdoel 1. De student kan de inhoud van de biomedische vakken anatomie, fysiologie en
biomechanica globaal herkennen.
Anatomie
Leer van de bouw van het lichaam (bijv. botten, spieren, zenuw, gewrichten,
bloedvoorziening etc. )
‘’Wat ligt waar?’’
Fysiologie
Leer van de natuurlijke levensverrichtingen- en verschijnselen (processen/functies)
Cel → weefsel → orgaan → orgaansysteem → organisme
‘’Hoe werkt het?’’
Biomechanica
Werking en effecten van mechanische krachten op het lichaam (bijv. trekkracht, druk,
momenten, evenwicht etc.)
Anatomie Mechanica (krachten en hun gevolgen) → bewegen → biomechanica → effecten
in en op de anatomie
Leerdoel 2. De student kan de onderlinge samenhang aangeven van de biomedische
vakgebieden anatomie, fysiologie en biomechanica.
Bio- psycho-sociale
Bouw (anatomie) functie(fysiologie) geest (psyche) omgeving
,Leerdoel 3. De student kan het onstaan van de biomedische vakken anatomie, fysiologie
en biomechanica globaal benoemen aan de hand van een aantal historische
ontwikkelingen.
Latijn = de Historische taal van de (medische) wetenschap
460 – 377 v. Chr. Hippocrates van Kos:
- Vader geneeskunde
- Zag als eerste natuurlijke oorzaken van ziekte
- Hij legde sterke nadruk op hygiëne voor zowel arts als patiënt op gezonde eet- en
drinkgewoonten, het belang van frisse lucht
- Gezondheid hangt af van 4 lichaamssappen; onbalans zou ziekte veroorzaken
- Lichaam bestaat uit: slijm, bloed, gele gal en zwarte gal
130 - 216 n. Chr. Galenus:
- Grieks/ romeins arts
- Geneeskundig systeem domineerde de medische wetenschap voor bijna 1500 jaar
- Koppelde de sappen (Hippocrates) aan vier grondkwaliteiten: warm, koud, vochtig
en droog
,1514 - 1564 Andreas Vesalius:
- Volgde in eerste instantie Galenus
- Schreef het eerste complete boek over de menselijke anatomie: ‘’De humani
corporis fabrica libri septem’’
- Hij was één van de grondleggers van de anatomie
1594 → opening anatomisch theater
- ronde zaal waar in het midden een menselijk lichaam uit elkaar gesneden was
1578 - 1657 William Harvey:
- Heeft grootste verandering gebracht in het beeld over de bloedsomloop
- Contact tussen aderen en venen: capillairen
1596 - 1650 Réne Descartes:
- Franse filosoof en wiskundige
- Legde basis voor de 17e-eeuwse stroming van het rationalisme
- Leverde grote bijdrage aan fysiologie (werking hersenen/ aard geest)
1670 - 1690 Schwammerdam en Ruysch:
- Maken anatomische preparaten en stichten musea
Steeds wetenschappelijker:
Ontwikkelingen: Onderzoek → MRI scan, PET scan, stamcel
Behandelingen: genetische manipulatie, neuronale stimulatie
Fysiotherapeutisch gebied: Inspanningsfysiologie en Ganganalyses
Leerdoel 4. De student kan de basale anatomie en functie van de huid beschrijven.
De huid
– volwassenen hebben zo’n 1,2 – 2,3 m2 huidoppervlak
– bestaat uit 3 lagen: Opperhuid, lederhuid en het onderhuidse bindweefsel
, *Opperhuid – Epidermis (epi=op, dermis=huid)
**Lederhuid – Dermis
***Onderhuidse bindweefsel – Subcutis
Verhoornend meerlagig (plaveisil)epitheel:
- 85% keratinocyten
- 15% melanocyten (melanine) → geven pigment af aan de keratinocyten die
daarmee hun celkern tegen uv (elektromagnetische straling) beschermen
Dikke hoornlaag is afhankelijk van de belasting (voet/ handen – eelt)
Epidermis → nagels, haar, poriën van: talgklier, zweetklier, borstklier
Dermis → bestaat vooral uit bindweefsel die de huid bij elkaar houdt.
Combinatie van collageen vezels en elastische vezels geeft dus een huid die redelijk
elastisch is maar wel stevig
Subcutis → bestaat met name uit vet (opgeslagen)
Vascularisatie → Arterieel en venues zijn aders en slagaders (slagaders pompen het bloed
naar een orgaan toe, aders pompen het weg)