Political geography
Inhoudsopgave
Proloog................................................................................................................................................................ 2
https://www.youtube.com/watch?v=wD32aMptBIo – Organic Theory (Ratzel)....................................................5
https://geoterlouw.nl/World%20systems%20analysis%20author%20version.pdf – world system analysis (Kees
Terlouw).............................................................................................................................................................. 5
Chapter 1: A world-systems approach to political geography................................................................................9
Chapter 2: Geopolitics rampant.......................................................................................................................... 22
Chapter 3: Geography of imperialisms................................................................................................................ 34
Chapter 4: territorial states................................................................................................................................ 47
Chapter 5........................................................................................................................................................... 62
Chapter 6: political geography of democracy...................................................................................................... 73
,Proloog
Ratzel’s organism: promoting a new state
Door de publicatie van Friedrich Ratzels Politische Geographie in 1897 werd Ratzel algemeen erkend als
de ‘vader van de politieke geografie’. Hij ontwikkelde een perspectief dat werd geïnformeerd door de
lessen van Darwin.
Ratzel formuleerde 7 ‘wetten van de ruimtelijke groei van staten’. Belangrijkste wet: de grens is het
perifere orgaan van de staat —> staten groeien van nature naarmate de cultuur van de samenleving
‘gevorderder’ wordt. Dus geen grenzen door lijnen maar vloeiende grenzen.
Hij vond dat alle levende wezens (als soorten) een niche moeten vinden binnen de natuurlijke omgeving
om te overleven en te floreren, zo moeten naties (als staten) dat doen in de wereldpolitieke omgeving.
In de ecologie overleven de sterksten, dus zullen ook in de politieke geografie de sterksten overleven.
Het resultaat van deze manier van denken is de ‘organische theorie van de staat’ als een recept voor
staatsuitbreiding. Dit gold voor koloniale expansie als voor de Europese staten in zijn tijd, wat leidde tot
wereldoorlogen. Nu zijn grenzen stabieler door internationale vredesregelingen, en nieuwe staten
houden vaak vast aan bestaande grenzen, wat het tegenovergestelde is van Ratzels visie op
staatsexpansie.
Mackinder’s heartland: saving an old empire and much more
Halford Mackinder - vader van de Britse geografie.
Zijn politieke geografie was gericht op het beschermen van het Britse rijk dat volgens hem zwakke
punten in zijn geografie had.
In 1904 stelde hij een wereldmodel voor van geopolitieke orde, gebaseerd op de wereldwijde verdeling
van land en zee in relatie tot de beschikbare transporttechnologie. Hij identificeerde een ‘pivot-gebied’ in
Siberië, dat moeilijk te bereiken was door zeemachten zoals Groot-Brittannië, en vreesde dat dominante
macht een wereldheerschappij kon bereiken. Hij noemde het gebied ‘Heartland’. Hij vreesde voor een
alliantie tussen Duitsland en Rusland. Het voorkomen van die alliantie was belangrijk voor het behouden
van Britse Rijk. Zijn model werd ook gebruikt in de koude oorlog.
Haushofer’s Geopolitik: reviving a defeated state
Karl Haushofer leidde de beweging om de ‘oneerlijke vrede’ na WO1 ongedaan te maken. Hij
ontwikkelde geopolitiek met het doel de internationale positie van Duitsland te herstellen. Hij had een
tijdschrift die diende als platform voor ideeën, waaronder eventuele bondgenoten, gebaseerd op.
Mackinders hartlandtheorie en Ratzels concept van lebensraum, dat territoriale expansie
rechtvaardigde.
Hij pleitte ook voor een herstructurering van de koloniale wereld in nieuwe pan-regio’s, waarbij een
leidende staat elk van deze intercontinentale zones zou domineren. Net als Amerikaanse model van
Monroe-doctrine. VS trad op als dominante macht in Amerika zonder kolonist te stichten.
,Haushofer’s ideeën hadden erg veel invloed op Hitler.
Hartshorne’s functionalism: creating a moribund backwater
Na WO2 was top-down, macho politieke geografie niet langer acceptabel in een nieuwe wereld waarin
een VN werd opgericht om respect voor soevereine grenzen te waarborgen.
Richard Hartshorne was de belangrijkste in de opbouw van deze respectabele politieke geografie. Het
verwijderen van Duitse ideeën deed hij d.m.v. functionalisme —> populair in jaren ’50 en bood
onderzoek te begrijpen hoe complexe sociale eenheden stabiel zijn door de manier waarop de
functioneren.
Hartshorne onderzoeksobject was de territoriale staat en de ruimtelijke integratie daarvan werd
beschouwd als ‘de primaire functie van elke staat’. Het succes van een staat was het resultaat van twee
soorten krachten.
1. Centrifugale krachten: trekken de staat uiteen
2. Centripetale krachten: houden de staat bijeen
De balans tussen deze krachten bepaalt de levensvatbaarheid van de staat.
Het functionalisme in de politieke geografie heeft als probleem dat het de neiging heeft om de status
quo te behouden, waardoor conflicten worden gemarginaliseerd. Dit benadert staten individueel en
negeert de bredere machtsstructuren waarin ze opereren. Hartshorne richtte zich op ruimtelijke in plaats
van sociale verschillen, waardoor veel binnenlandse politiek werd uitgesloten. Dit leidde ertoe dat de
Amerikaanse politieke geografie als 'apolitiek' werd gezien en crisis veroorzaakte binnen de sub-
discipline. Het gevolg was dat de politieke geografie achterbleef bij andere geografische sub-domeinen
en grotendeels werd genegeerd in belangrijke academische teksten uit de jaren 60.
What political geography did next
Na de stagnatie van de politieke geografie na de Tweede Wereldoorlog, was er maar één weg vooruit:
vooruitgang. Aanvankelijk probeerden auteurs de discipline nieuw leven in te blazen door interessante
onderwerpen te behandelen, maar dit leidde vaak tot een gebrek aan samenhang. Het ontbreken van
een duidelijk theoretisch kader, zoals het eerder dominante functionalisme van Hartshorne, zorgde voor
een onsamenhangende ontwikkeling van de politieke geografie. De introductie van wereld-
systeemanalyse bracht echter meer structuur en maakte het mogelijk om diverse onderwerpen binnen
de sub-discipline te integreren.
John Agnew identificeerde drie theoretische benaderingen (ruimtelijk-analytisch, politiek-economisch en
postmodern) en vijf onderzoeksgebieden (staatsruimtelijkheid, geopolitiek, politieke bewegingen,
identiteiten en nationalisme) om deze nieuwe fase te begrijpen. Wereld-systeemanalyse werd een
centraal theoretisch kader, gecombineerd met inzichten van denkers zoals Foucault en Edward Said.
Deze benadering zorgde ervoor dat de politieke geografie weer relevant werd en zich verder
ontwikkelde, met aandacht voor machtsverhoudingen, gender en raciale kwesties.
How do we move beyond the limitations inherent in political geography’s history?
Politieke geografie heeft een complexe geschiedenis die aanleiding gaf tot het integreren van wereld-
systeemanalyse en gerelateerde benaderingen. Deze benaderingen volgen zeven basisprincipes:
, 1. Relatie tussen materieel en retorisch: Begrijp hoe politieke veranderingen worden afgebeeld en
gepresenteerd, zoals het verschil in percepties van de Amerikaanse aanwezigheid in Irak als 'imperium'
versus 'nieuwe wereldorde'. Dit wordt behandeld door kritische geopolitiek.
2. Conceptualisering van politiek: Identificeer en evalueer de betrokken actoren en instellingen, en hoe
hun vormen en rollen in de loop der tijd zijn veranderd. Dit vereist reflectie op historische en
hedendaagse theorieën over imperialisme en staatssovereignty.
3. Marginalisatie en 'stiltes': Onderzoek welke vragen en vormen van onderzoek gemarginaliseerd
worden. Drie belangrijke blinde vlekken zijn: het negeren van machts- en rijkdomverschillen, de nadruk
op elites ten koste van andere schalen, en het gebrek aan feministische perspectieven.
4. Contextualisering: Plaats actuele gebeurtenissen in historische en ruimtelijke context om ze beter te
begrijpen. Erken de persistentie van ongelijkheden tussen het mondiale noorden en zuiden en hoe lokale
ervaringen binnen een globale context passen.
5. Opkomst en val van grote machten: Begrijp de dynamiek van wereldmachten en vergelijk
hedendaagse ontwikkelingen met historische voorbeelden, zoals de opkomst van de Verenigde Staten
vergeleken met Groot-Brittannië in de 19e eeuw.
6. Globaal versus lokaal: Politieke geografie moet zowel het globale perspectief als andere geografische
schalen, zoals lokaal en nationaal, in overweging nemen. Het bestuderen van diverse schalen en actoren
vereist theoretische kaders zoals wereld-systeemanalyse.
Deze principes helpen bij het ontwikkelen van een actuele en veelzijdige benadering van politieke
geografie, waarbij zowel historische als hedendaagse perspectieven worden geïntegreerd.