Samenvatting van alle stof (DT1 en DT2) van het vak Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek van de UU. De samenvatting bevat alle stof van de hoorcolleges, aangevuld met behulp van het boek en de Grasple lessen.
Scientific norms
Universalisme (universalism): wetenschap is wetenschap en je
beoordeelt het op basis van de kwaliteit onafhankelijk van de
onderzoeker.
Gemeenschappelijkheid (communality): wetenschappelijke kennis
wordt gecreëerd door een gemeenschap en de bevindingen horen
toe aan de gemeenschap. Wetenschappers zijn verantwoordelijk om
bevindingen en methoden openbaar te maken, zodat anderen ze
kunnen verifiëren, repliceren en voortbouwen.
Belangeloosheid (disinterestedness): wetenschappers streven ernaar
de waarheid te ontdekken. Ze moeten objectief en onpartijdig
werken. Ze mogen geen baat hebben bij een bepaalde uitkomst.
Georganiseerd scepticisme: wetenschappers en ook personen uit de
maatschappij moeten op een gezonde manier kritisch zijn naar
wetenschappelijke bevindingen.
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek
1. Empirisch
Gebaseerd op systematische waarnemingen
2. Controleerbare feiten
Peer review
3. Probabilistisch
Gebaseerd op kans; er is kans dat we het ene zien
(ondersteuning hypothese) en het andere niet opmerken
(verwerping)
De cyclus van een onderzoek:
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie
, Ondersteund door data
- Data uit wetenschappelijk onderzoek
Falsifieerbaar
- Een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van
verzamelde gegevens
Spaarzaam (parsimonious)
- Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken
Bias
Availability heuristic
・informatie die nog vers in het geheugen zit, wordt eerder voor
waargenomen omdat oorzaak en gevolg vlak achter elkaar komen
・informatie waar je makkelijk bij komt
Present/present bias
・ er wordt alleen gekeken naar de informatie die er is en niet naar
de ontbrekende informatie
・ er wordt vaak niet gekeken naar de goede vergelijkingsgroep.
Confirmation bias
・neiging om eigenlijk alleen maar te kijken naar informatie die
overeenkomt met je overtuigingen
Bias blind spot
・denken dat je niet aan bias lijdt
・wanneer we over vooroordelen lezen, concluderen we dat ze niet
op ons van toepassing zijn
Good story
・voorkeur voor informatie die gepresenteerd wordt in de vorm van
een goed en samenhangend verhaal.
Onderzoeksvragen
In wetenschappelijk onderzoek zijn er drie soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic) -> onderzoeksvraag die kijkt naar hoe iets
precies werkt en wat de relatie is.
2. Toegepast (applied) -> worden gesponsord en er komt een
interventie bij kijken
3. Translational -> een onderzoek begint met een vraag maar eindigt
met een andere vraag
Onderzoeksontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksonderwerp
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
- Hoe worden de gegevens verzameld?
- Bij wie worden empirische gegevens verzameld?
Open vragen -> kwalitatief (L van letters)
Gesloten vragen -> kwantitatief (N van cijfers)
Waarom kwalitatief onderzoek?
Voornaamste doel van kwalitatief onderzoek:
- Sociale fenomenen te begrijpen vanuit natuurlijke context
, - Het vinden van empirische patronen, die het startpunt kunnen
zijn voor de theorievorming;
~ ontwikkeling van een nieuwe theorie
~ aanpassing of uitbreiding van een bestaande theorie
Patronen in:
- Gesproken of geschreven teksten
- Observaties van gedrag en interacties
- Beeldmateriaal
Kenmerken kwalitatief onderzoek:
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de
respondent
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal
4. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker
- De sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit
- Naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of
bestaande theorieën aanpassen
Dit heet inductief onderzoek
Inductie/ deductie
Inductie: observatie of waarnemingen leidt tot nieuwsgierigheid.
Hieruit volgen hypotheses.
→ inductie begint met observeren/ data verzamelen en eindigt in een
hypothese.
Observatie -> data verzamelen -> patroon ontdekken -> hypothese
of theorie formuleren
Deductie: een hypothese wordt opgesteld die getest wordt. Op basis
van de resultaten * worden conclusies getrokken
→ begint met een hypothese
Theorie -> hypothese formuleren -> observeren of analyseren ->
hypothese bevestigen of verwerpen
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kun je herkennen aan
de volgende elementen:
S Setting Waar, in welke
context
P Perspective/ Wie
population
I Interest Wat
(C Comparison Vergeleken met
) wie/ wat
E Evaluation Met welk
resultaat
HC2 – dataverzameling in kwalitatief onderzoek
Onderzoeksontwerp
, Het verzamelen van data
・ Kwalitatief onderzoek -> 1 op 1
・ Focusgroep -> met een groep
Het kwalitatief interview
Geïnterviewde is:
・informant of respondent
Interviewer kan een rol als participant of buitenstaander aanhouden,
afhankelijk van de situatie.
Focusgroep
Er is interactie tussen de deelnemers
・ Hierin is de onderzoeker vooral geïnteresseerd
・ Dit maakt anonimiteit en vertrouwelijkheid lastig(er) te
waarborgen
Het onderwerp is vaak meer specifiek
・ Er wordt meer gedetailleerd ingegaan op een specifiek
onderwerp
De interviewer heeft de taak van moderator:
・ Stelt vragen die de onderzoeker heeft geformuleerd
・ Zorgt ervoor dat het gesprek niet te veel afdwaalt van het
bedoelde onderwerp
・ Zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt om actief deel te nemen
aan het gesprek
Groepssamenstelling:
・ Moderator (interviewer)
・ 6-10 personen (via één van de genoemde steekproefmethoden)
‣ bij voorkeur homogene groepen qua achtergrond
‣ wel een breed scala aan ervaringen/ meningen
(heterogeen)
Soorten interviews
Ongestructureerd Semi-gestructureerd Gestructureerd
Inhoud, formulering en Wel topiclijst, Inhoud, Inhoud, formulering en
volgorde hangen af formulering en volgorde worden
van het verloop en de volgorde hangen af vooraf vastgelegd door
context van het van context van het de interviewer
interview. interview
Kwalitatief onderzoek Survey
Diepte-interview: zoveel mogelijk gedetailleerde informatie
verzamelen over een onderwerp
Oral history: persoonlijke herinneringen en ervaringen van mensen
worden verzameld om inzicht te krijgen in gebeurtenissen.
Life history review: focus op het levensverhaal van de respondent,
focus op belangrijke gebeurtenissen, veranderingen en persoonlijke
groei.
Cognitief interview: focus op nauwkeurige en gedetailleerde
herinneringen van een respondent naar boven te halen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DRV. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,96. Je zit daarna nergens aan vast.