UITGEBREIDE samenvatting
aansprakelijkheidsrecht
geschreven door
janicevanmaanen
Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Op Stuvia vind je de beste samenvattingen, geschreven door je medestudenten. Voorkom
herkansingen en haal hogere cijfers met samenvattingen specifiek voor jouw studie.
www.stuvia.nl
Gedownload door: janicevanmaanen | kus-janice@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht
Leereenheid 1 Verbintenissen uit de wet: inleiding en samenloop
Introductie reader p. 7-9 handboek nr. 1 t/m 3
Op grond van art. 6:162 lid 1 BW ontstaat er een verbintenis tot schadevergoeding wanneer iemand jegens een
ander aansprakelijk wordt gesteld. Verbintenis tekent een vermogensrechtelijke rechtsverhouding tussen één of
meer personen. Op schadeveroorzaker rust o.g.v. art. 6:162 een verbintenis tot schadevergoeding (passieve
zijde). De benadeelde heeft recht op schadevergoeding (de actieve zijde van de verbintenis). Dat subjectieve
recht is een goed (art. 3:1 BW) en een vermogensrecht (art. 3:6 BW). De verbintenis tot schadevergoeding is
afdwingbaar o.g.v. art. 3:296 BW op alle goederen van de schuldenaar - art. 3:276 BW.
Artikel 6:162 BW
1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de
schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een
wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en
ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan
een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Verbintenissen kunnen zowel uit als niet uit de wet voortvloeien
- Verbintenissen die voortvloeien uit de wet
Voor het ontstaan van een verbintenis is een wettelijke basis vereist – art. 6:1 ‘voortvloeit’ dus ook zonder een
wettelijke basis is een verbintenis mogelijk. Bronnen van verbintenissen uit de wet zijn bijvoorbeeld: 6:213
verbintenis uit overeenkomst, 6:74 verbintenis wegens niet nakomen, 6:162 verbintenis uit onrechtmatige daad
of art. 6:198 zaakwaarneming. Op een verbintenis met een wettelijke basis gelden de algemene bepalingen
inzake het verbintenissenrecht – art. 6:1 t/m 6:161 BW omdat zij stekken tot schadevergoeding (Uitzondering is
onverschuldigde betaling die strekt tot ongedaanmaking). De regels over schadevergoeding zijn neergelegd in
art. 6:95 e.v. Ontstaat verbintenissen door een rechtshandeling, dan wordt het bestaan ervan gerechtvaardigd
doordat partijen dat rechtsgevolg hebben beoogd en gewild (art. 3:33 BW).
- Verbintenissen die niet uit de wet voortvloeien
Ook niet uit de wet voortvloeiende verbintenissen kunnen tot een verbintenis tot schadevergoeding leiden
(ongeschreven recht); redelijkheid en billijkheid – art. 6:2 BW – of recht in het maatschappelijk verkeer betaamt
- 6:162 lid 2 BW. Bovendien kunnen verplichtingen die passen in het stelsel van de wet en aansluiten bij wel in
de wet geregelde gevallen ook als verbintenissen worden aangemerkt (zie arrest Quint-te Poel).
Arrest Quint-Te Poel (1959)– Quint had op basis van een ovk met te Poel panden gebouwd. Hij dacht dat Te Poel eigenaar was van de
grond. Later bleek dat zijn broer eigenaar was van de gronden. Broer was door natrekking eigenaar van de panden geworden en
weigerde te betalen omdat de ovk niet met hem was gesloten.
Voor het eerst erkent de HR dat ook buitenwettelijke bronnen van de verbintenis kunnen bestaan, mits deze passen in het stelsel van de
wet. Een verbintenis hoeft niet rechtstreeks op een wetsbepaling gebaseerd te zijn, maar kan ook voortvloeien uit het systeem van de
wet, mits dit aansluit bij wel in de geregelde verbintenissen. Dus: verplichtingen die passen in het stelsel van de wet en aansluiting bij
wel in de wet regelde gevallen kunnen ook als verbintenissen worden aangemerkt.
Art. 6:1 bepaalt nu: ‘verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet VOORTVLOEIT’. 6:212 regelt dat een verbintenis uit
ongerechtvaardigde verrijking kan bestaan ‘voor zover dit redelijk is’. Dat betekent onder meer dat iemand die tegen zijn wil een
vermogensrechtelijk voordeel wordt opgedrongen niet verplicht kan worden dit door betaling van een geldsom ongedaan te maken.
Andere rechtsfeiten die het ontstaan van verbintenissen verbindt
- onrechtmatige daad – art. 6:162 BW
- rechtmatige daad (zaakwaarneming - art 6:198-202 BW, onverschuldigde betaling – art. 6:203-211
BW en ongerechtvaardigde verrijking – art. 6:212 BW
- contractuele aansprakelijkheid (verbintenis tot schadevergoeding die voortvloeit uit een
rechtshandeling/overeenkomst – art. 6:74 BW = Overeenkomstenrecht
→Verbintenissen, met name verbintenissen die strekken tot schadevergoeding, kunnen ook hun bron hebben in
andere wetten dan het BW. VB: art. 185 Wvw 194 – aansprakelijkheid gemotoriseerde verkeersdeelnemers.
Gedownload door: janicevanmaanen | kus-janice@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht
De persoon die verplicht is tot schadevergoeding – art. 6:162 BW – kan op twee manieren aansprakelijk zijn:
a. Persoonlijk aansprakelijkheid → Hem treft een verwijt (schuld) en dan moet hij de schade vergoeden.
b. Kwalitatieve aansprakelijkheid → In een bepaalde kwaliteit/hoedanigheid aansprakelijk, zoals
ouder-kind 6:169 of werkgever-werknemer 6:170 of houder-huisdier/onroerende zaak 6:179. Bij
kinderen, werknemer, opstallen, producten etc. wordt het redelijke geacht om de schade te kunnen
afwentelen op degene die verantwoordelijk is voor het in het leven roepen van het risico (ouders, werkgever,
bezitter of producent), dan om deze voor rekening te laten komen van degene die de schade lijdt.
1. Samenloop van contractuele en wettelijke aansprakelijkheid (wanprestatie, onverschuldigde verrijking,
ongerechtvaardigde verrijking in combi met onrechtmatige daad) reader p. 9-11 handboek nr. 4
Schiet iemand te kort in de nakoming van een verbintenis uit overeenkomst, dan zou men dat op zichzelf ook
kunnen aanmerken als een onrechtmatige daad. Bijvoorbeeld: “De huurder van een huurauto vernielt deze
opzettelijk = primaire verplichting uit de overeenkomst om de auto in oorspronkelijk staat terug te geven en
onrechtmatig omdat hij opzettelijke beschadigd hij andermans zaak”.
Wanprestatie – art. 6:74 BW - levert niet op zichzelf een onrechtmatige daad op in de zin van art. 6:162 BW
maar een bepaald handelen of nalaten kan wel zorgen voor een onrechtmatige daad (zie ook arrest Boogaard-
Vesta). Contractpartijen kunnen t.a.v. wanprestatie binnen de regels van art. 3:40 (nietigheid wegens strijd met
de goede zeden en openbare orde) en 6:248 BW (redelijkheid en billijkheid) een afwijkende regeling treffen,
bijvoorbeeld beroep overmacht uitbreiden of beperken (= exoneratiebedingen).
Arrest Boogaard-Vesta (1955): Van onrechtmatige concurrentie is volgens de rb pas sprake wanneer gebruik wordt gemaakt van de bij de
voormalig werkgever opgedane kennis en gegevens omtrent klanten, waardoor stelselmatig en substantieel bedrijfsdebiet wordt
afgebroken. Dus werknemers die niet aan een non-concurrentiebeding zijn gebonden concurreren toch onrechtmatig als er sprake is van
bijkomende omstandigheden, te weten dat de ex-werknemer:
- het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalig werkgever dat de werknemer in het kader van zijn arbeidscontact heeft opgebouwd;
- stelselmatig en substantieel afbreekt;
- met hulpmiddelen bestaande uit knowhow en goodwill die hij daartoe vertrouwelijk van zijn voormalig werkgever ter beschikking had
gekregen.
DUS: beoordeeld moet worden of ook zonder de contractuele verhouding (of contractuele verplichting bv. non-concurrentiebeding) de
gedragingen zorgen voor een onrechtmatige daad. ALTIJD NOEMEN BIJ SAMENLOOP CONTRACT ONRECHTMATIGE DAAD.
Uitgangspunt bij samenloop: cumulatief van toepassing en bij verschillende rechtsgevolgen kan de eiser zelf een
keuze maken. Nu de wet voor verschillende grondslagen eenzelfde schadevergoedingsregeling kent (art. 6:95)
maakt het in de praktijk meestal niet uit op welke grondslag (art. 6:74, 6:162 en 6:169 e.v.) de aansprakelijkheid
wordt gebaseerd. Wel kan er wel verschil zijn in de omvang van de aansprakelijkheid, art. 6:95 e.v. spreekt soms
van de ‘aard van de aansprakelijkheid’.
Verschil bij causale toerekening (causaal verband) → De causale toerekening (art. 6:98) bij wanprestatie (art.
6:74) in beginsel is beperkt tot de voorzienbare gevolgen van de tekortkoming (uitzondering opzettelijke
wanprestatie) terwijl bij onrechtmatige daad (art. 6:162) een ruimere toerekening wordt aanvaard.
Aansprakelijkheid o.g.v. het niet nakomen van een verbintenis uit overeenkomst – art. 6:74 BW – vereist dat de
niet-nakoming aan de schuldenaar kan worden TOEGEREKEND (dus geen beroep op overmacht art. 6:75 BW).
Aansprakelijkheid o.g.v. onrechtmatige daad vereist dat er geen RECHTSVAARDIGINGSGROND voor het
onrechtmatig handelen aanwezig is art. 6:162 lid 2 BW.
LET OP: Bij het vaststellen van de schade die aan de ‘dader’ kan worden toegerekend, speelt de aard van de
aansprakelijkheid een rol (art. 6:98 BW – causaal verband, zie hierboven);
LET OP: De stelplicht en bewijslast (art. 150 Rv – wie stelt die bewijst) bij onrechtmatige daad en toerekende
tekortkoming (wanprestatie) kunnen verschillen. Uitzonderingen zoals: 6:188 productaanspr en 6:195
misleidende reclame;
Dus: Op grond van onrechtmatige daad ontstaat een verbintenis tot schadevergoeding (6:162) en de niet-
nakoming van die verbintenis valt onder wanprestatie (6:74 e.v.). Zo is degene die nalaat een verbintenis tot
schadevergoeding uit onrechtmatige daad na te komen tevens aansprakelijk voor de schade die de schuldeiser
door die niet-nakoming lijdt (bijvoorbeeld vertraging van de vergoeding van schade – art. 6:74 jo 6:119 BW.
Gedownload door: janicevanmaanen | kus-janice@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht
Uitgangspunt buitencontractuele aansprakelijkheid: Ieder draagt zijn eigen schade tenzij hij erin slaagt om de
schade op een ander af te wentelen. Denk hierbij aan ziekte, weersomstandigheden, terroristische aanslag of
concurrentie). Hiervoor zijn er verzekeringen en worden risico’s gedragen door sociale zekerheid. Voor de
afwenteling van de schade gelden relatief hoge drempels maar leidt wel tot volledige vergoeding: de
aansprakelijkheid dient de benadeelde zoveel mogelijk te plaatsen in de situatie waarin deze zou hebben
verkeerd indien de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust niet zou hebben plaatsgevonden.
Iedereen draagt zijn eigen schade tenzij hij erin slaagt om de schade op een ander af te wentelen
(beargumenteren dus een of meer grondslagen aandragen, bewijzen geleden schade als gevolg van gebeurtenis
(vestiging van de aansprakelijkheid), omvang schade dus voor welke schade en tot welk bedrag bestaat
aansprakelijkheid (omvang van de aansprakelijkheid) en schade innen).
Doelen aansprakelijkheidsrecht
Aansprakelijkheidsrecht maakt onderscheid tussen aansprakelijkheid uit contract (contractuele
aansprakelijkheid) gericht op de nakoming van de verbintenis en aanspraken wegens tekortschietingen in
contractuele verplichtingen (6:74) en aansprakelijkheid uit de wet (buitencontractuele, wettelijke of delictuele
aansprakelijkheid) gericht op onrechtmatige daad (6:162) en kwalitatieve aansprakelijkheid (6:169 e.v.).
Doel 1: aanspraken vast te stellen en – met behulp van rechtsvorderingen – te handhaven. Bij nakoming van
kale rechtsverplichting (3:296) en bij schadevergoeding (6:95 e.v.). Doel 2: te bepalen in welke gevallen en in
welke mate schade moet worden verplaatst van de benadeelde naar degene die de schade heeft veroorzaakt.
Doel 3: bepaalt welk gedrag wel of niet geoorloofd is en verbindt aan dergelijk gedrag gevolgen.
Aansprakelijkheid is doorgaans gebaseerd op gedrag (doen of nalaten), of op een toestand die in zekere zin het
resultaat is van een bepaalde gedraging (kwalitatieve aansprakelijkheid).
2. Grondslag van de wettelijke aansprakelijkheid reader p. 12 en handboek nr. 5 t/m 8
Van oudsher is de aansprakelijkheid voor schade gekoppeld aan het rechtsbegrip schuld (= de
schadeveroorzakende gedraging is de schuldenaar te verwijten). De grondslag voor aansprakelijkheid verschuift
derhalve steeds meer naar een belangenafweging; bij wie dient de schade maatschappelijk gezien het meest
rechtvaardig/adequaat te worden neergelegd. De rechters neigen steeds meer naar risicoaansprakelijkheid –
daarbij speelt het feit dat een bepaald aansprakelijkheid voor een bepaald risico verzekerbaar is een rol.
Onderscheid en samenhang met strafrecht
Het civielrechtelijke aansprakelijkheidsrecht strekt ertoe de benadeelde te brengen in de situatie waarin deze
zonder de schade toebrengende gebeurtenis zou hebben verkeerd. Het strafrecht regelt de publiekrechtelijke
reactie op bij wet strafbaar gesteld gedrag. Strafrecht heeft tot doel om de dader te bestraffen (vergelding) en
om dergelijk gedrag bij de dader en bij anderen in te toekomst te voorkomen (specifieke en generale preventie).
Verschil: aansprakelijkheidsrecht is privaatrecht, strafrecht publiekrecht; het onrecht waarop wordt gereageerd
wordt in het aansprakelijkheidsrecht (zeer) ruimt opgevat en is in het strafrecht beperkt tot in de wet
omschreven specifieke verboden gedragingen; in opdracht van de burger of overheid; aansprakelijkheid strekt
tot compensatie, strafrecht tot vergelding en waar mogelijk preventie.
In het strafrecht geldt het legalisatiesbeginsel (1 Sr) een gedraging is niet strafbaar als zij niet kenbaar als delict
in de wet is neergelegd. Bij aansprakelijkheidsrecht zijn dit niet alleen wetsovertredingen maar ook gedragingen
in strijd met ongeschreven recht. Verwijtbaarheid van de gedraging speelt in het strafrecht een belangrijke rol
waarbij het bij aansprakelijkheidsrecht daarvoor de omvang van de schade beslissend is.
Verbanden: Strafbaar gedag zal doorgaans ook onrechtmatig zijn in de zin van 6:162 en, als het tot schade leidt,
tot schadevergoeding verplichten. Degene die door een strafrechtelijk vergrijp schade heeft geleden kan zich als
‘benadeelde partij’ met een vordering tot schadevergoeding in het strafproces voegen (51a Sv).
Naast de omvang van de schade kan ook de ernst van de normschending een rol spelen. Smartengeld 6:106 lid 1
onder a – indien de aansprakelijke het oogmerk had om immateriële schade toe te brengen. Andere vb waarbij
ernst van de normschending een rol speelt 6:98 en 6:109 expliciet verwezen naar de aard van de
aansprakelijkheid
Gedownload door: janicevanmaanen | kus-janice@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.