Taak 1
Verschillende stemmingsstoornissen
Episoden
- Manische episode
o A) Een duidelijk herkenbare periode met een abnormaal en persisterend verhoogde,
expansieve of prikkelbare stemming, en een abnormaal en persisterend verhoogde
doelgerichte activiteit of energie, gedurende minstens 1 week en het grootste deel
van de dag, bijna elke dag aanwezig (of elke duur wanneer opname in een
ziekenhuis noodzakelijk is)
o B) Tijdens de periode van de stemmingsstoornis en toegenomen energie of activiteit
zijn 3 (of meer) van de volgende symptomen (4 indien de stemming alleen
prikkelbaar is) in significante mate aanwezig en wijken deze opvallend af van het
normale gedrag
Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit
Verminderde slaapbehoefte
Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang
Gedachtevlucht of subjectieve beleving dat de gedachten gejaagd zijn
Verhoogde afleidbaarheid (dat wil zeggen: de aandacht wordt te
gemakkelijk getrokken door onbelangrijke of niet ter zake doende externe
prikkels) volgens de betrokkene zelf, of door anderen waargenomen
Toename van doelgerichte activiteit (ofwel sociaal, op het werk of op
school, ofwel seksueel) of psychomotorische agitatie (dat wil zeggen:
nutteloze, niet-doelgerichte activiteit)
Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat
op pijnlijke gevolgen
Bijvoorbeeld ongeremde koopzucht, seksuele onbezonnenheid of
onbezonnen zakelijke investeringen
o C) De stemmingsstoornis is voldoende ernstig om duidelijke beperkingen in het
sociale of beroepsmatige functioneren te veroorzaken of opname in een ziekenhuis
noodzakelijk te maken om schade voor zichzelf of anderen te voorkomen, of er zijn
psychotische kenmerken
o D) De episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een
middel of een somatische aandoening
NB: een volledige manische episode die zich voordoet tijdens een
antidepressieve behandeling maar die ook, nadat de fysiologische effecten
van deze behandeling zijn uitgewerkt, volledig aan de criteria voldoet, levert
voldoende bewijs voor de classificatie van een manische episode en daarmee
voor de bipoolaire-I-stoornis
- Hypomanische episode
o A) Een duidelijk herkenbare periode met een abnormaal en persisterend verhoogde,
expansieve of prikkelbare stemming, en een abnormaal en persisterend verhoogde
doelgerichte activiteit of energie, gedurende minstens 4 achtereenvolgende dagen
en het grootste deel van de dag, bijna elke dag aanwezig
o B) Tijdens de periode van de verhoogde stemming en de toegenomen energie en
activiteit, zijn 3 (of meer) van de volgende symptomen (4 indien de stemming alleen
prikkelbaar is) persisterend en in significante mate aanwezig en wijken deze
opvallend af van het normale gedrag
Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit
Verminderde slaapbehoefte
Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang
, Gedachtevlucht of subjectieve beleving dat de gedachten gejaagd zijn
Verhoogde afleidbaarheid (dat wil zeggen: de aandacht wordt te
gemakkelijk getrokken door onbelangrijke of niet ter zake doende externe
prikkels), volgens de betrokkene zelf, of door anderen waargenomen
Toename van doelgerichte activiteit (ofwel sociaal, op het werk of op
school, ofwel seksueel) of psychomotorische agitatie
Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat
op pijnlijke gevolgen
Bijvoorbeeld ongeremde koopwoede, seksuele onbezonnenheid, of
onbezonnen zakelijke investeringen
o C) De episode gaat gepaard met een onmiskenbare verandering in het functioneren
die niet kenmerkend is voor de betrokkene wanneer deze symptoomvrij is
o D) De verhoogde stemming en veranderingen in het functioneren kunnen
door anderen worden waargenomen
o E) De episode is niet ernstig genoeg om duidelijke beperkingen in het sociale of
beroepsmatige functioneren te veroorzaken of opname in een ziekenhuis
noodzakelijk te maken. Als er psychotische kenmerken aanwezig zijn, is de episode
per definitie manisch
o F) De episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een
middel of een somatische aandoening
NB: een volledig hypomanische episode die zich voordoet tijdens een
antidepressieve behandeling maar die ook nadat de fysiologische effecten
van deze behandeling zijn uitgewerkt volledig aan de criteria voldoet, levert
voldoende bewijs voor de classificatie hypomanische episode.
Voorzichtigheid is hierbij echter geboden omdat de aanwezigheid van één of
twee symptomen (vooral verhoogde prikkelbaarheid, opvliegendheid of
agitatie na het gebruik van antidepressiva) niet voldoende is om de
classificatie hypomanische episode toe te kennen, noch een indicatie is voor
een bipolaire vatbaarheid
- Depressieve episode
o A) 5 (of meer) van de volgende symptomen zijn binnen dezelfde periode van 2
weken aanwezig geweest en wijken af van het eerdere functioneren; minstens 1 van
de symptomen is ofwel een sombere stemming, ofwel verlies van interesse of
plezier
NB: hierbij geen symptomen meetellen die duidelijk zijn toe te schrijven aan
een somatische aandoening
Sombere stemming, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke
dag, zoals blijkt uit ofwel subjectieve mededelingen (bijvoorbeeld zich
verdrietig, leeg of hopeloos voelen), ofwel uit observatie door anderen
(bijvoorbeeld heeft tranen in de ogen)
(NB: bij kinderen en adolescenten kan de stemming prikkelbaar zijn)
Duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten,
gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag (zoals blijkt uit een
subjectieve beschrijving of observatie door anderen)
Significant gewichtsverlies zonder dat dieet wordt gehouden, of een
gewichtstoename (bijvoorbeeld meer dan 5% van het lichaamsgewicht
binnen één maand), of bijna elke dag een afgenomen of toegenomen
eetlust
(NB: bij kinderen moet gedacht worden aan het niet bereiken van de
te verwachten gewichtstoename)
Insomnia of hypersomnia, bijna elke dag
, Psychomotorische agitatie of vertraging, bijna elke dag (waarneembaar
door anderen, en niet alleen subjectieve gevoelens van rusteloosheid of
geremd worden)
Vermoeidheid of verlies van energie, bijna elke dag
Gevoelens van waardeloosheid of excessieve of onterechte
schuldgevoelens (die het karakter van een waan kunnen hebben), bijna elke
dag (niet alleen zelfverwijt of schuldgevoel over het ziek zijn)
Verminderd vermogen tot nadenken of concentreren, of besluiteloosheid,
bijna elke dag (ofwel subjectief beschreven ofwel geobserveerd door
anderen)
Recidiverende gedachten aan de dood (niet alleen de vrees om dood te
gaan), recidiverende suïcidegedachten zonder een specifiek plan, of een
suïcidepoging, of een specifiek plan om suïcide te plegen
o B) De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het
sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke
terreinen
o C) De episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een
middel of aan een somatische aandoening
o NB: bij een aanzienlijk verlies (bijvoorbeeld door een overlijden, financiële
ondergang, verliezen door een natuurramp, een ernstige somatische aandoening of
beperking) kunnen zich reacties voordoen zoals gevoelens van intens verdriet,
rumineren over het verlies, insomnia, verminderde eetlust en gewichtsverlies, zoals
vermeld in criterium A, die kunnen lijken op een depressieve episode. Hoewel deze
symptomen begrijpelijk kunnen zijn of passend bij het verlies, dient de aanwezigheid
van een depressieve episode, naast de normale reactie op een aanzienlijk verlies, ook
zorgvuldig te worden overwogen. Deze afweging vereist onvermijdelijk een klinisch
oordeel dat is gebaseerd op de anamnese van de betrokkene en de culturele normen
voor de uiting van psychisch lijden bij verlies
- Stemmingsepisoden
o
Bipolaire stoornissen
- Bipolaire-I-stoornis (depressieve stoornis in combinatie met manische episoden)
o A) Er is minstens voldaan aan de criteria voor één manische episode
o B) De manische of depressieve episode(n) kunnen niet beter worden verklaard door
een schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een schizofreniforme stoornis, een
waanstoornis, of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde
schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis