TENTAMEN INLEIDING BESTUURSRECHT – 20 MAART 2024
Week 1: wat is bestuursrecht?
Relatie tussen de burger (belanghebbende) en de overheid (bestuursorganen).
Burgers, bedrijven en alle privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen belanghebbende
zijn. De overheid kan eenzijdig de rechtspositie van burgers vaststellen (beperken en
verbreden) overheid oefent macht uit.
Algemeen bestuursrecht Awb, algemene rechtsnormen (beginselen van behoorlijk
bestuur) en regels, ook algemene procesregels. Uniforme regels.
Bijzonder bestuursrecht specifieke inhoudelijke wetten die de samenleving
reguleren, zoals omgevingsrecht. Bijzonder bestuursrecht richt zich op een bepaald
onderdelen van het bestuursrecht (clusters vreemdelingenrecht, belastingrecht,
milieurecht, ruimtelijk bestuursrecht, omgevingsrecht, mededingingsrecht,
onderwijsrecht, gezondheidsrecht en sociale zekerheid)
Functies:
- Instrumentele functie: er worden expliciete bevoegdheden
toebedeeld/gecreëerd in een wettelijk voorschrift door een democratisch
gelegitimeerd orgaan om door eenzijdige rechtshandelingen het algemeen
belang te behartigen en macht uit te oefenen. (van het bestuur)
- Waarborgfunctie: het geeft burgers de middelen om het beleid van het bestuur
te beïnvloeden ter bescherming tegen de overheid en haar besluiten (tegen het
bestuur)
- De normerende functie: het geeft regels waaraan het bestuur zich bij de
uitoefening van bevoegdheden moet houden specialiteitsbeginsel (art. 3:4 lid
1 Awb) (voor het bestuur)
Staatsrecht
Grondwet en organieke wetten: wetten die de organen en organisatie van de staat
regelen. Gericht op de organisatie van de staat. Burgers zijn betrokken bij
grondrechten en kiesrecht, maar verder niet.
Bestuursrecht, strafrecht en privaat recht drie belangrijkste rechtsgebieden.
Ontstaansgeschiedenis van de Awb
Bestuursrecht van oudsher vooral bijzonder bestuursrecht o.g.v. art. 107 Gw
algemene wet bestuursrecht vanaf 1994 na behoeft aan duidelijke algemene regels.
Opgebouwd in tranches/fases waarin wetten werden ingevoerd (=aanbouwwet, tot nu
toe 4).
Doelen van de Awb:
- Bevorderen eenheid en rechtszekerheid
- Systematiseren en vereenvoudigen
- Codificeren van jurisprudentie
- Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere
regelgeving
De AWB heeft in de hoofdstuk indeling een Pyramide vorming, het begint heel breed
en wordt steeds specifieker (begrippen breedst). Je hebt meerdere artikelen nodig om
een vraag te beantwoorden, je begint in het breedste hoofdstuk (h1), en gaat steeds
specifieker zoeken (h5).
,Verschillende soorten regels in de Awb
Dwingend recht = afwijking van de Awb in beginsel niet mogelijk, het is echt bindend.
De formele wetgever mag wel in latere wetten afwijken van deze regels.
Regelend recht = Awb bevat de hoofdregel maar staat afwijking uitdrukkelijk toe.
‘Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald’ wet in materiële zin of door lagere
wetgever.
Aanvullend recht = bijzondere wet bevat hoofdregel maar waarin daar niets staat,
geldt Awb.
Facultatief recht = het recht geldt niet, tenzij een regelgever of bestuursorganen
bepaalt dat het wel moet worden gevolgd optioneel recht. Het recht hoeft alleen te
worden gevolgd wanneer dat uitdrukkelijk is bepaald in bijzondere regelgeving.
Art. 8:1 jo. 7:1 Awb je kan als belanghebbende een beroep bij de bestuursrechter
doen, bezwaar maken tegen besluiten van bestuursorganen.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidstaat: centrale overheid met onderdelen
die afgeleid gezag uitvoeren
1. Territoriale decentralisatie: organen met bevoegdheden voor een gebied
(gemeente, provincie)
2. Functionele decentralisatie: bestuursorgaan voor een functie
3. Mengvorm: waterschappen, specifieke functie op een bepaald terrein
Voordeel: grote bestuurlijke diversiteit, optimale efficiëntie.
Nadeel: geen toezicht op beslissingen en bevoegdheden.
Overheid: organen, personen, instellingen, organisaties en diensten. Als je
rechtspersoonlijkheid hebt dan beïnvloed je iemand rechtpositie, je hebt een
bestuurs/overheidstaak.
Openbare lichamen
Een aantal organen dat gezamenlijk een gemeenschapsverband vormt.
- Territoriale OL: staat, provincie, gemeente. Binnen de lichamen zijn
bestuursorganen die een taak uitvoeren (algemeen bestuur, dagelijks bestuur,
voorzitter)
- Functionele OL: een orde of instituut van een beroepsgroep, dat met
regelgevende bevoegdheid is belast. Deze lichamen kunnen eenzijdig regels
vaststellen (art. 134 Gw)
Alle openbare lichamen hebben een rechtspersoonlijkheid (art. 2:1 BW), ze kunnen
deelnemen aan het privaatrechtelijke rechtsverkeer. Publiekrechtelijke rechtspersonen
krijgen krachtens de wet een rechtspersoonlijkheid (openbare universiteiten).
Privaatrechtelijke organisatievormen voor publieke doelstellingen: stichtingen,
verenigen met publieke bevoegdheden, overheid met aandelen in NV’s.
Waarom is het zijn van een bestuursorgaan van belang?
- De Awb is alleen van toepassing op het handelen van bestuursorganen
o De regels van de Awb gelden alleen voor bestuursorganen. Besturen kan
bestaan uit:
1. Vaststellen van regelgeving
2. Het nemen van beschikkingen
3. Het besluiten tot verrichten van privaatrechtelijke handelingen
4. Feitelijke handelingen
- Geen bestuursorgaan, dan ook geen besluit (art. 1:3 Awb)
, - Geen besluit, dan ook geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming (geen
bezwaar, beroep)
Waarom liever naar de bestuursrechter dan naar de civiele rechter?
Bestuursrechtspraak is:
- Laagdrempelig
o Geen verplichting om advocaat in te schakelen, je kunt zelf een
beroepsgeschrift opstellen
o Lage griffierechten
o Relatief informele procedure, je kunt veel zelf regelen
- Procedurele rechtvaardigheid
o Lage eisen aan beroepschrift, toegankelijk om voor mensen zonder
advocaat te procedure
o Actieve rol van de bestuursrechter, ongelijkheidscompensatie er zijn
aspecten in de Awb die ervoor zorgen dat de bestuursrechter actief moet
zijn en dingen moet vertalen die de burgers zorgen toe brengen. Er wordt
uitgegaan van een superieure positie van de overheid.
Art. 1:1 lid 1 Awb: bestuursorgaan
1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
A-orgaan
b. Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag B-orgaan
Waarom het onderscheid tussen A- en B-organen?
Het onderscheid is relevant voor het bereik van de Awb-bepalingen:
- A-organen: zijn voor al hun handelingen (ook privaatrechtelijke en feitelijke)
handelingen gebonden aan de Awb bij of krachtens de wet
rechtspersoonlijkheid toegekend.
- B-organen: zijn alleen aan de Awb gebonden voor zover zij publiekrechtelijke
bevoegdheden uitoefenen
A-organen, criteria:
- Orgaan
o De publiekrechtelijke rechtspersoon is de huls, binnen die huls zitten
onderdelen van de rechtspersoon die bevoegdheden uitvoeren de
organen
o Voorbeelden:
Organen van de staat: ministers en staatssecretarissen
Organen van de gemeenten: college van B&W, gemeenteraad,
burgemeester
Organen van de provincies: gedeputeerde staten, provinciale staten,
commissaris van de koning
Organen van waterschappen: dagelijks bestuur, algemeen bestuur,
dijkgraaf
- Publiekrechtelijke rechtspersoon (staat letterlijk in de wet)
, o Art. 2:1 BW, de staat, provincies, de gemeenten, de waterschappen,
lichamen waaraan krachtens de Gw verordenende bevoegdheid is
verleend.
o Als uit bij of krachtens de wet is bepaald (bijv. art. 7.1 mediawet
commissariaat heeft rechtspersoonlijkheid)
Privaatrechtelijke personen art. 2:3 BW (verenigingen, coöperaties, onderlinge
waarborgmaatschappijen, nv’s, bv’s met beperkte aansprakelijkheid, stichtingen)
taken die wij zelf als burgers hebben/ kunnen uitvoeren.
Onderscheid tussen de rechtspersoon en de organen?
De rechtspersoon is het privaatrechtelijk aanspreekpunt, bijv.:
- Sluit overeenkomsten en verricht andere privaatrechtelijke rechtshandelingen.
- Is aansprakelijk uit onrechtmatige daad: niet de organen of de individuele
gezagsdragers maar de rechtspersoon wordt gedagvaard.
Het bestuursorgaan is het publiekrechtelijke aanspreekpunt:
- Het bestuursorgaan (bijv. minister) neemt besluiten: verleent vergunningen,
subsidies etc
Hoe zit het met onze universiteit?
Stap 1: is er sprake van een publiekrechtelijke rechtspersoon?
Art. 1.8 van de Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek jo. De bijlage
van de wet onder a tot en met i Universiteit Leiden bezit rechtspersoonlijkheid
Stap 2: wat zijn de organen?
H9 van de wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek gaat over bestuur
en inrichting, er zijn taken en bevoegdheden opgenomen voor: College van bestuur,
raad van toezicht, college voor promoties, decaan, universiteitsraad, faculteitsraad.
Omdat ze taken krijgen van de wetgever, zijn ze bestuursorganen.
Bestuursorgaan: het B-orgaan
‘Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed’. Zij zijn (voor een
deel van hun activiteiten) bevoegd eenzijdig rechten of plichten voor een ander in het
leven te roepen of bindend vast te stellen. Een ander persoon of college:
- Natuurlijke personen
- Privaatrechtelijke rechtspersonen
Twee manieren om openbaar gezag te verkrijgen:
1. Wettelijk openbaar gezag: op basis van een wettelijk voorschrift = zij kunnen
eenzijdig de rechtspositie van burgers bepalen door rechten en plichten in het
leven te roepen.
a. Voorbeeld: een garagehouder is een natuurlijk persoon of rechtspersoon
die met enig openbaar gezag bekleed is op grond van een wettelijk
voorschrift, mits hij erkend is om Apk-keuringen te verrichten (art. 78 jo.
art. 72 wegenverkeerswet) Er wordt openbaar bevoegdheden
toegekend. Alleen tijdens de Apk-keuring, waarin hij bezig is met