Jeugdbescherming en Jeugdhulp
Hoorcollege 1 – Historisch perspectief
Introductie ‘kinderrecht’ begin 20e eeuw
- Kinderwetten (1905 i.w.tr.): civielrechtelijk, strafrechtelijk, administratiefrechtelijk
- Ontheffing, ontzetting, voorlopige toevertrouwing
o Ontheffing (onbedoeld verwaarlozen, moet instemmen)
o Ontzetting (bewust > dus ook meer strafgericht, verplicht) verlies kiesrecht
o Voorlopige toevertrouwing (crisismaatregel > nu voorlopige voogdij)
o In 1956: invoering gedwongen ontheffing
Civiel recht en strafrecht communicerende vaten
- 1921 ondertoezichtstelling (lichtere maatregel), invoering kinderrechter
Na WOII-accent van kind naar gezin
- Professionalisering en versterking maatschappelijk werk
- Discussie onmaatschappelijke gezinnen
Vanaf jaren ’70 van welzijnsdenken naar rechtsdenken
- 1971 rapport commissie Wiarda, minderjarige als zelfstandig rechtssubject
Jaren ’70:
- Belangengroeperingen pleiten voor rechtspositie minderjarigen en andere
belanghebbenden (ouders, pleegouders);
- Start invloed EVRM (Marckx arrest), internationalisering jeugdrecht
- Politiek blijft behoudend t.a.v. rechtspositie minderjarige:
o Notitie rechtspositie minderjarigen 1989: geen versterking processuele
bekwaamheid
Jaren ‘90:
- Rapporten cie. Gijsbers, Vliegenthart, Kosto: belang van rechtswaarborgen, externe
controle en verbetering rechtspositie betrokkenen kinderbescherming;
- Uitbouw rechten van minderjarigen en ouders (WGBO, informele rechtsingang, OTS-
wijzigingen 1995);
- IVRK en toenemende invloed van kinderrechten
Wet op de jeugdzorg
- Provincies verantwoordelijk voor jeugdzorg in provincie
- Bureau jeugdzorg had de taak om te beoordelen of en zo ja welke zorg nodig was en
ook om de kinderbeschermingsmaatregelen uit te voeren (indicatiestelling)
2005: invoering Wet op de jeugdzorg
2008: Beëindiging ‘samenplaatsing’ (gesloten jeugdzorg toegevoegd aan wet op de
jeugdzorg) > scheiding strafrecht en jeugdzorg
2009: Wet bevordering voortgezet ouderschap
2010: Verwijsindex Risicojongeren (Wet op de Jeugdzorg)
,2011: Verplichte nazorg jeugdstrafrecht (na PIJ) + Kinderombudsman (Wet Nationale
Ombudsman)
2013: Versterking positie pleegouders (wijziging Wjz) + Verplichte meldcode
kindermishandeling (1 juli)
2014: Lesbisch ouderschap (1 april) + Wet adolescentenstrafrecht (1 april)
1 januari 2015: invoering Jeugdwet + Herziening kinderbeschermingsmaatregelen (wijziging
boek 1 BW)
Samenvoeging ontzetting en ontheffing > gezagsbeëindiging (1:266/67)
Jeugdwet: administratieve deel en deel van boek 1 BW
Rol kinderrechter toen en nu
Ben je als rechter onafhankelijk als je eerst uithuisplaatst en daarna beslist over verlenging?
Van regisseur naar scheidsrechter
- 1921: kinderrechter spil OTS (rechtspraak en uitvoering) > kritiek onafhankelijkheid (leidt
tot wetswijziging)
- 1995: kinderrechter beslist op verzoek, BJZ (nu GI) voert uit (scheiding rechtspraak –
uitvoering) > dus van actieve naar lijdelijke rechter
- 2005: verdere beperking ruimte kinderrechter Wet op de jeugdzorg: categorieën jeugdhulp,
verblijf residentieel (gesloten/open) of pleegzorg, observatie
- 2015: herziening KB-maatregelen: geschillenregeling OTS, ambtshalve beslissen over
‘brusjes’ > weer iets meer mogelijkheden
Meer rechtsbescherming betrokkenen
- Vanaf jaren ’70 zoektocht naar meer rechtsbescherming betrokkenen
- 1995: herziening OTS (aanwijzing, pleegouders/minderjarigen 12+ meer
bevoegdheden)
- 2008: gesloten jeugdzorg (met rechtswaarborgen)
- 2013: versterking positie pleegouders (wijziging Wjz)
- 2015: herziening kb-maatregelen
o Geschillenregeling (maar met advocaat)
o Rechterlijke toets verplaatsing pleegkind na 1 jaar
- 2023: rechtsbijstand ouders bij uithuisplaatsing
Commissie De Winter juni 2019
- Opdracht om alle vormen geweld tegen uit huis geplaatste kinderen 1945- 2015 in
kaart te brengen
- In hele periode kwam fysiek, psychisch en seksueel geweld in de jeugdzorg voor (en
vaak meer dan dat dit thuis plaatsvond)
o Tot 1970 vooral fysiek geweld door leiding/pleegouders
o Na 1970 meer onderling geweld pupillen
- Veel negatieve gevolgen slachtoffers (vooral psychisch geweld)
o Toezicht heeft gefaald
Commissie de Winter aanbevelingen
Aanbevelingen o.m.:
- Erkenning slachtoffers, minder uithuisplaatsingen, kleinere groepen, goed geschoold
personeel, meer ondersteuning ouders, gezinsvoogd/voogd actiever, meer toezicht
, - Reactie ministers: o.a. erkenning slachtoffers (schadevergoeding)
- Rapport Bouwen aan bescherming 2022:
De overheid maakt haar plicht om kinderen te beschermen tegen
seksueel geweld onvoldoende waar
Literatuur
Maatregelen van kinderbescherming
- Kunnen betrekking hebben op zowel het ouderlijk gezag (gezamenlijk of eenhoofdig)
als de voogdij.
- Betrokken instellingen zijn: Raad voor de kinderbescherming en GI
Historie
- Vroeger waren kinderen een bezit van de vader. In 1874 Kinderwetje van Houten
ingevoerd.
Uitgangspunten van de maatregelen
1. Maatregel van de kinderbescherming is een uiterst middel (subsidiariteit)
o Af te leiden uit art. 8 EVRM en ook opgenomen in art. 1:255 lid 1 BW
o Er dient dus eerst te worden gekeken of een vorm van vrijwillige hulp kan
worden gevonden
2. De hulp dient zo weinig mogelijk in de bestaande verhoudingen in te grijpen
(proportionaliteit)
o Ook terug te vinden in Jeugdwet waarbij uitgangspunt is; eigen kracht van
jongere en het zorg- en probleemoplossend vermogen van diens gezin en
sociale omgeving worden versterkt (uitganspunt dat eerst in omgeving
dient te worden gekeken voordat een maatregel wordt toegepast)
3. Het belang van het kind moet ingrijpen via een maatregel van kinderbescherming
noodzakelijk maken
4. Minderjarigen moeten betrokken worden in kinderbeschermingsprocedures
o Vloeit voort uit art. 2 en 9 IVRK
o Terug te zien in artikel 799a Rv en 809 Rv
Uitvoeren maatregel
- Bij het uitvoeren van een maatregel dient eerst door de GI de mogelijkheid te worden
geboden om een familiegroepsplan op te stellen > art. 4.1.2. Jw
- Verhouding overheid-particulier: overheid is niet belast met het uitvoeren van de
maatregelen, wel subsidiëring en controlerende taak.
- Gemeenten zijn verantwoordelijk voor alle vormen van hulp aan jeugdigen en
gezinnen > zij moeten dit organiseren. De uitvoering zelf gebeurt door de GI’s > zij zijn
niet bevoegd om jeugdhulp zelf aan te bieden.
De kinderrechter in jeugdbeschermingszaken
- De rol van de kinderrechter is in de loop der jaren veranderd van een actieve rol
van beslisser op verzochte kinderbeschermingsmaatregelen én toezichthouder op
de uitvoering van de uitgesproken kinderbeschermingsmaatregelen in enkel een
beslisser.
, - Met de lijdelijke rol van beslechter van enkel het voorliggende juridische geschil
is er nauwelijks ruimte meer voor de kinderrechter om aandacht te besteden aan
de achterlig- gende conflicten.
- Sinds de wetswijziging in 2015 waarmee de regeling inzake
jeugdbeschermingsmaatregelen werd herzien, lijkt er echter weer iets meer
ruimte voor een andere rol van de kinderrechter dan enkel die van beslechter van
het juridische geschil, zie in dit verband de bij deze wetswijziging gecre- eerde
geschillenregeling ex art. 1:262b BW.
- Veel rechters hebben anno nu een actieve rol op zich genomen omdat de wijziging na
de jeugdwet niet heeft gebracht wat er van was gehoopt.
o Door steeds voor een korte termijn een machtiging af te geven
o Door een MUP af te geven voor een specifieke verblijfplaats
HC 2- het jeugdstelsel
Nieuwe basisfilosofie Jeugdwet
Uitgaan van eigen kracht van de jeugdige, diens gezin en sociale omgeving, en inzetten op
het versterken van het probleemoplossend en zorgend vermogen van de jeugdige en diens
omgeving. Eén gezin, één plan, één regisseur.
Aanleiding:
Oplopende kosten onder de wet op de jeugdzorg > Doel jeugdwet: eenvoudiger, efficiënter
en effectiever jeugdstelsel > transformatie en transitie > versterken eigen kracht gezin
Maar ook juist kosten verlagen (bezuinigen) > achteraf niet zo slim als je meteen
wil bezuinigen op een nieuw stelsel
1. Financiele prikkels werkten dure gespecialiseerde zorg in de hand
2. Samenwerking rond kinderen en gezinnen schoot te kort
3. Afwijkend gedrag werd onnodig gemedicaliseerd
4. Voorgaande tekortkomingen hadden een kostenopdrijvend effect
Grote wijzigingen in het stelsel
1. Recht op jeugdzorg is geschrapt > het is nu een jeugdhulpplicht van de gemeente (om
dit te bieden, art. 2.3 Jw)
2. Bureau jeugdzorg per provincie > naar vrijheid gemeente ivm maatwerk (zie slide)
Eenvoudiger en doelmatiger worden
3. Door provincie gesubsidieerde jeugdzorgaanbieders > door gemeente
gecontracteerde jeugdhulp (art. 2.6 Jw)
Conclusie:
- Stelsel dichtbij burgers in de wijken
o Dit zou moeten zorgen voor effectievere hulp en dus preventie
o Doordat gemeenten nu meer regiemogelijkheden hebben ontstaat een
financiële prikkel om te investeren in zelfmanagement, eigen kracht en
preventie om het beroep op specialistische zorg te verminderen
- Maar ook moeilijk om overzicht te houden
- Veel zorgaanbieders in het stelsel, maar
o Wel vraag; wie houdt toezicht op de kwaliteit?