Dit document is een oefentoets voor OAT 3, die bestaat uit alleen maar meerkeuzevragen. De oefentoets bevat 50 vragen over anatomie, 55 over fysiologie, 55 over pathologie, 48 over diagnostiek en 40 over OH.
Vraag 1: Welke spier is de belangrijkste voor abductie van de arm in het
schoudergewricht?
A. M. trapezius
B. M. deltoideus
C. M. supraspinatus
D. M. latissimus dorsi
Vraag 2: Welke van de volgende spieren is geen onderdeel van de rotator
cuff?
A. M. subscapularis
B. M. supraspinatus
C. M. teres minor
D. M. biceps brachii
Vraag 3: Welke spier is verantwoordelijk voor het strekken van de knie?
A. M. rectus femoris
B. M. biceps femoris
C. M. gastrocnemius
D. M. sartorius
Vraag 4: Wat is de belangrijkste functie van de m. psoas major?
A. Abductie van de heup
B. Flexie van de heup
C. Extensie van de heup
D. Exorotatie van de heup
Vraag 5: Waar hecht de achillespees aan?
A. Calcaneus
B. Talus
C. Naviculare
D. Tibia
Vraag 6: Welke zenuw innerveert de m. quadriceps femoris?
A. N. ischiadicus
B. N. femoralis
C. N. tibialis
D. N. obturatorius
Vraag 7: Wat is de primaire functie van de m. tibialis anterior?
A. Plantairflexie van de enkel
B. Dorsaalflexie van de enkel
C. Inversie van de enkel
D. Eversie van de enkel
1
,Vraag 8: Welke structuur vormt de laterale begrenzing van de fossa
poplitea?
A. M. semitendinosus
B. M. gastrocnemius (caput mediale)
C. M. biceps femoris
D. M. plantaris
Vraag 9: Wat is de functie van de n. medianus in de hand?
A. Motorische innervatie van de intrinsieke handspieren
B. Motorische innervatie van de duimspieren
C. Sensibele innervatie van de pink
D. Sensibele innervatie van de rug van de hand
Vraag 10: Welke spieren zijn verantwoordelijk voor exorotatie van de
heup? (meerdere juiste antwoorden)
A. M. gluteus maximus
B. M. iliacus
C. M. piriformis
D. M. tensor fasciae latae
Vraag 11: Welke arterie is het meest betrokken bij de bloedtoevoer naar
de heupkop?
A. A. femoralis
B. A. circumflexa femoris medialis
C. A. circumflexa femoris lateralis
D. A. profunda femoris
Vraag 12: Welke spiergroep zorgt voor adductie van de heup?
A. M. quadriceps
B. M. adductor longus, brevis en magnus
C. M. gluteus medius en minimus
D. M. iliopsoas
Vraag 13: Welke zenuw is verantwoordelijk voor de dorsaalflexie van de
voet?
A. N. peroneus profundus
B. N. peroneus superficialis
C. N. tibialis
D. N. suralis
Vraag 14: De processus coracoideus bevindt zich op welk bot?
A. Clavicula
B. Scapula
C. Humerus
D. Sternum
2
,Vraag 15: Wat is de functie van de ligamenta cruciata in de knie?
A. Ze stabiliseren het kniegewricht in de sagittale vlak
B. Ze voorkomen hyperextensie van de knie
C. Ze helpen bij de flexie en extensie van de knie
D. Ze beperken de mediale en laterale rotatie van de knie
Vraag 16: Welk bot vormt het grootste deel van het gewrichtsvlak van het
enkelgewricht?
A. Calcaneus
B. Talus
C. Tibia
D. Fibula
Vraag 17: Wat is de primaire functie van de M. gluteus medius tijdens het
lopen?
A. Flexie van de heup
B. Abductie van de heup
C. Stabilisatie van het bekken
D. Rotatie van de heup
Vraag 18: Welke structuur gaat door het foramen magnum?
A. De a. vertebralis
B. De nervus vagus
C. Het ruggenmerg
D. De nervus accessorius
Vraag 19: Welke van de volgende spieren is betrokken bij de ademhaling?
A. M. rectus abdominis
B. M. intercostalis externus
C. M. latissimus dorsi
D. M. pectoralis minor
Vraag 20: Welke van de volgende ligamenten stabiliseert het
schoudergewricht?
A. Lig. collaterale ulnare
B. Lig. coracoclaviculare
C. Lig. glenohumerale
D. Lig. patellae
Vraag 21: Welke spier zorgt voor flexie van de elleboog en supinatie van
de onderarm?
A. M. brachialis
B. M. brachioradialis
C. M. biceps brachii
D. M. pronator teres
Vraag 22: Wat is de belangrijkste functie van de menisci in de knie?
A. Het stabiliseren van de knie
B. Het absorberen van schokken
3
, C. Het beperken van rotatie
D. Het verminderen van de wrijving tussen de botten
Vraag 23: Welke spier hecht zich aan de tuberositas tibiae via de
patellapees?
A. M. sartorius
B. M. vastus medialis
C. M. gracilis
D. M. semitendinosus
Vraag 24: De processus styloideus radii bevindt zich op welk bot?
A. Radius
B. Humerus
C. Ulna
D. Clavicula
Vraag 25: Welke zenuw loopt door de carpale tunnel?
A. N. radialis
B. N. ulnaris
C. N. medianus
D. N. musculocutaneus
Vraag 26: Welke beweging wordt beperkt door de ligamenten van de
schouder (ligamentum glenohumerale)?
A) Abductie
B) Adductie
C) Exorotatie
D) Endorotatie
Vraag 27: Wat is de belangrijkste functie van de m. tibialis anterior?
A) Dorsaalflexie van de enkel
B) Plantairflexie van de enkel
C) Inversie van de enkel
D) Eversie van de enkel
Vraag 28: Welke zenuw innerveert de m. biceps brachii?
A) Nervus medianus
B) Nervus ulnaris
C) Nervus musculocutaneus
D) Nervus axillaris
Vraag 29: Wat is de voornaamste beweging die door de m. latissimus dorsi
wordt uitgevoerd?
A) Abductie van de arm
B) Flexie van de arm
C) Endorotatie van de arm
D) Exorotatie van de arm
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joellavandenberg56. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,96. Je zit daarna nergens aan vast.