Methoden van Communicatieonderzoek en Statistiek – MCO/S
A Deel 1
1
, Hoorcollege 1A
Onderzoeksvaardigheden:
Kritisch nadenken
Verbanden zien
Analytisch vermogen
Leren argumenteren
Waarom is dit belangrijk?
Zelf onderzoek doen
Beoordelen van andere onderzoeken
= belangrijke skills voor later!
Communicatiewetenschap: bestudeert media-effecten (wat doet de communicatie met de
ontvanger?)
Communicatiewetenschappers onderzoeken een onderdeel van communicatie.
Bijvoorbeeld: social media, organisaties of groepen, interpersoonlijk, intercultureel,
persuasief, technologie.
Wetenschappelijk onderzoek
Wetenschap = systematisch geheel van kennis
Wetenschappelijk onderzoek = systematisch kennis vergaren
Communicatiewetenschap = systematisch proces van kennisvergaring over
(menselijke) communicatie
Anders dan alledaagse kennis (niet wetenschappelijk, niet systematisch zoeken naar
kennis:
o Method of Tenacity: ‘zo heb ik het altijd gedaan.’
o Method of Intuition: ‘dit voelt gewoon als het beste.’
o Method of Authority: ‘omdat mijn arts het zegt.’
Wetenschappelijke kennis = kennis vergaren via duidelijk omschreven regels.
Regels wetenschappelijk onderzoek
Openbaar: controleerbaar, belangrijk voor kritiek/open voor kritiek. Je krijgt
commentaar en reviews en daardoor kom je verder en kun je het verbeteren.
Objectief: bevindingen niet ‘persoonsgebonden’ en uniforme regels, vergelijkbare
uitkomsten.
Empirisch: gebaseerd op de werkelijkheid. We gaan niet filosoferen, toetsen aan de
werkelijkheid.
Systematisch en cumulatief: voortbouwen op eerder onderzoek, zoeken naar
algemene patronen.
Predictief: leidt tot voorspellingen.
constante twijfel en (zelf)correctie: resultaten zijn altijd voorlopig.
6 Principes van wetenschappelijke integriteit
2
,Een goede wetenschapper is:
Eerlijk, openhartig en zorgvuldig
Betrouwbaar
Controleerbaar
Onpartijdig en objectief
Onafhankelijk
Verantwoordelijk
Fundamenteel onderzoek: theorie/kennisprobleem
Doel= bijdragen aan de wetenschap
Opdracht/praktijkprobleem: praktijkgericht onderzoek
Doel = verwerven van kennis voor oplossen van praktisch probleem.
Onderzoeksmethoden
De opzet van een onderzoek, keuze uit verschillende methoden:
Experiment
Enquête
Kwalitatief onderzoek
Inhoudsanalyse
Gebruik bestaand materiaal
altijd overwegen wat de meest optimale opzet is. Keuze onderzoeksmethode maak je op
basis van onderzoeksvraag en onderzoekdoel.
3
, Hoorcollege 2A
Onderzoeksplan: systematisch geheel van methodische beslissingen.
Probleemstelling: wat, waarom en vanuit welk theoretisch raamwerk?
Onderzoeksontwerp: hoe?
Hoe (design): onderzoeksopzet
Dataverzamelingsplan: wat, wanneer, waar = operationalisatie
Steekproefplan: wie
Analyseplan: welke analyses
Rapportageplan: hoe rapporteren?
Onderzoeksplan
Doelstelling,
Vraagstelling,
Vraagstelling,
Probleemstelling Hypothes,
Hypothes,
Conceptueel model
Experiment,
Experiment,
Survey,
Survey, Inhoudsanalyse,
Inhoudsanalyse,
Onderzoeksontwerp (design)
Onderzoeksontwerp (design) Bestaande
Bestaande data, Kwalitatief onderzoek,
data, Kwalitatief onderzoek,
Data
Data verzameling
verzameling
Plaats:
Plaats: waar?
waar?
Tijd:
Tijd: wanneer?
wanneer? Eenheden:
Eenheden: wie?
wie?
Anayseplan:
Anayseplan: Wat
Wat
4