Samenvatting blok 4
Taak 1 De gevallen oudere
Leerdoel 1. De student benoemt de verschillende fases van het screeningsproces en
werkt deze uit.
Het screeningsproces is vaak het herkennen van een patroon. Bij een fractuur wordt er een
toegevoegd medisch onderzoek gedaan: radiografie. Bij een screening passen meer gesloten vragen.
Correlatie is de manier waarop iets samenhangt met iets anders.
1a. Aanmelding → Uitleg procedure screeningsgesprek; een kort gesprek met mogelijke toevoeging
van lichamelijk testen; kijken of het pluis of niet pluis is en of er een indicatie is voor fysiotherapie.
Houdt er rekening mee dat het zo kan zijn dat patiënten al eerder in therapie zijn geweest maar met
een verwijzing, dus geen screening meegemaakt.
1b. Inventarisatie hulpvraag → Reden contact: Mevrouw is gisteren gevallen van de trap en heeft nu
pijnklachten aan de linkerknie en –enkel. Hulpvraag: Zij wilt weten wat er aan de hand is met de knie
en enkel en wilt graag weer kunnen lopen en participeren in dagelijkse bezigheden, hobby’s
(tuinieren, tennis).
1c. Screening ‘pluis / niet pluis’ → geeft bijvoorbeeld aan: pijn (VAS, NPRS), stijfheid, langer in 1
houding, stekende pijn, bij belasten, laterale zjide rond de malleolus, zwelling, blauw, bang om te
belasten, bewegen van de enkel felle pijnscheuten, hinken, ondersteuning partner, krukken,
pijnstillers, duizeligheid, misselijk, PSK.
Er wordt gevraagd naar: hulpvraag, aard, locatie, beloop, intensiteit en samenhang klacht,
mechanisch karakter van de klacht, tractusanamnese en rode vlaggen (generiek/ hele lichaam en
specifiek/ lichaam specifiek). Patiënt kan kort antwoorden met ja/nee bij rode vlaggen. Ottowa rules
om een fractuur uit te sluiten.
Vanuit het screeningsgesprek kan geconcludeerd worden dat de patiënt terugverwezen dient te
worden of onderbouwt om de toegevoegde screeningstesten te doen.
Beslismoment na screeningsgesprek: fractuur enkel/knie kan rode vlag zijn, radiografie
Ottawa Ankle Rules → Radiografie is alleen geïndiceerd indien de patiënt pijn aangeeft in het
malleolaire gebied en er sprake is van:
• onvermogen de enkel te belasten (4 stappen 2×2-lopen zonder hulp)
• pijn bij palpatie van dorsale of caudale zijde van de laterale malleolus (onderste 6 cm)
• pijn bij palpatie van dorsale of caudale zijde van de mediale malleolus (onderste 6 cm)
• pijn bij palpatie van de basis van het os metatarsale V
• pijn bij palpatie van het os naviculare
De beoordeling van de Ottawa Ankle Rules is het meest valide wanneer dit binnen 48 uur plaatsvindt
(sensitiveit 99,6%). Een hoge sensitiviteit betekent dat de test een aandoening kan uitsluiten volgens
de spin en snout regel.
1
,Ottawa Knee Rules → Radiografie is alleen geïndiceerd indien de patiënt zich meldt met één van de
volgende criteria:
• ouder dan 55 jaar
• geïsoleerde pijn t.h.v. de knieschijf (zonder botpijn elders op de knie)
• pijn t.h.v. de fibulakop
• onmogelijk om de knie in 90° flexie te brengen
• onmogelijk om onmiddellijk en op de spoedgevallendienst gewicht te dragen tijdens 4 stappen
(onmogelijk om 2x op elk been steunend gewicht te verplaatsen, met of zonder manken)
Ottawa Rules zijn sensitieve testen omdat deze testen bedoeld zijn om een mogelijke fractuur vast te
stellen. Wanneer deze positief getest wordt is de kans op een fractuur heel groot!
Beslismoment: bijvoorbeeld, niet-pluis, verdenking op enkelfractuur waarvoor de patiënt
teruggestuurd wordt naar de huisarts.
1d. Informeren / adviseren → Terugkoppelen van de informatie naar de patiënt met de gepaste
verbale als non-verbale communicatie. Maak de patiënt niet onnodig ongerust.
- Voorbereiden; wat wil ik zeggen, hoe ga ik het zeggen
- Inleiding: doel
- Niet pluis nieuws brengen; kondig aan waarover je het gaat hebben, eenvoudige zinnen (als
mensen emotioneel worden blijft de informatie niet goed hangen)
- Klap opvangen; houdt contact met patiënt, geef ruimte om te verwerken, luister, empathie
- Aanvullende informatie: alles begrepen? Nog meer weten? Niet onnodig ongerust maken
- Plannen en steunen: perspectief bieden en realistisch zijn. Gezamenlijke besluitvorming over
teruggaan naar huisarts met bevindingen
- Afronden: nagaan wat er besproken is en eventueel vervolgafspraak
Fases van het methodisch handelen tijdens DTF
- Screeningsproces
o Aanmelding
o Inventarisatie hulpvraag
o Screening pluis/niet pluis
o Informeren en adviseren
- Diagnostisch proces
o Aanvullende anamnese
o Aanvullend onderzoek
o Analyse, conclusie, fysiotherapeutische diagnose
- Therapeutisch proces
o Behandelplan, opstellen behandeldoelen
o Behandeling
o Evaluatie
o Afsluiting
2
,Screeningsproces: een proces waarbij het identificeren van een patroon van symptomen, dat wijst
op de mogelijke aanwezigheid van een aandoening waardoor medische expertise gewenst/
noodzakelijk is, op de voorgrond staat. Screenen is iets anders dan diagnosticeren.
Tijdens het screeningsproces wordt de indicatie voor het verder fysiotherapeutisch onderzoek
gesteld. Het screeningsproces is een specifieke invulling van fase 1 van het methodisch
fysiotherapeutisch handelen. Screenen is het herkennen van risicofactoren, NIET het verbinden van
risicofactoren aan een ziektebeeld (geen medische diagnostiek).
Screeningssituaties
- Bekend patroon (pluis, eventueel fysiotherapie)
- Niet bekend patroon (niet pluis, advies patiënt contact opnemen met huisarts)
- Bekend patroon, 1 of meerdere afwijkende symptomen (niet pluis, advies patiënt contact
opnemen met huisarts)
- Bekend patroon, afwijkend beloop (niet pluis, advies patiënt contact opnemen met huisarts)
- Aanwezigheid 1 of meer rode vlaggen (niet pluis, advies patiënt contact opnemen met
huisarts)
Leerdoel 2. De student legt de verschillende klinische vlaggen uit (koppelen aan
itemlijst) en benoemt het verschil tussen generieke en specifieke red flags
Rode vlaggen: biomedische risicofactoren. Symptomen of tekenen bij een patiënt die op te vatten
zijn als waarschuwingssignalen of risico-indicatoren voor meer of minder ernstige onderliggende
pathologie.
- Symptomen of tekenen die wijzen op een mogelijke aanwezigheid van ernstige
onderliggende ziekte of aandoening die klinisch nog niet bekend is bij de onderzoeker
- Na meervoudige consultatie → alert blijven op nieuwe rode vlaggen
Er zijn 2 soorten rode vlaggen
1. Generieke rode vlaggen = symptomen en tekenen die onafhankelijk van de regio waarover
de patiënt klaagt aanleiding geven tot verdere medische screening. Is dus kenmerkend voor
een categorie en onafhankelijk van de regio. Heeft een duidelijk niet regio-gebonden
karakter.
• Significant trauma.
• Maligne aandoeningen (in geschiedenis)
• Recent onverklaard gewichtsverlies
• Koorts
• Deformiteiten
• Langdurig gebruik corticosteroïden.
• Intraveneuze toediening van medicijnen.
• Progressieve niet mechanische pijn.
• Pijn die ’s nachts blijft of erger wordt.
• Patiënt voelt zich ziek en onwel.
3
, 2. Specifieke rode vlaggen= zijn in het bijzonder op iets gericht en wel aan een regio gebonden,
symptomen en tekenen die horen bij;
- Een bekende of nog niet bekende ziekte/ systeemaandoening
- Lokale aandoening (gewricht of orgaan)
1. Aandoening specifieke rode vlaggen:
- Signalen die kenmerkend zijn voor een bepaalde aandoening → inschakelen van
medische expertise
- Aandacht voor een aantal veelvoorkomende ziekten of aandoeningen die normaal
herstel kunnen belemmeren
2. Regiogebonden rode vlaggen:
- Alle andere regioafhankelijke waarschuwingssignalen
- Gekenmerkt door symptomen en tekenen die een meer of minder ernstige specifieke
lokale aandoening of lokale stoornis doen vermoeden die het inroepen van medische
expertise noodzakelijk maken
Ziekte-specifiek:
• Zwelling
• Verkleuring
• Dispositie / standsverandering
Enkel
- Leeftijd
- Geslacht
- Incidentie, prevalentie en gegevens van de ontstaanswijze
- Symptomen en verschijnselen
- Positieve Ottawa Ankle Rules
Knie
- Tekenen en symptomen die wijzen op een fractuur
- Neurovasculaire schade/ gecombineerde letsels
- Ruptuur van het extensiemechanisme = totale ruptuur van de quadriceps
- Mono-artritis = vorm van reuma waarbij 1 gewricht ontstoken is
- Bloedingsstoornissen
- Tumoren
- Positieve Ottowa Knee Rules
Blauwe vlaggen: werkgerelateerde psychosociale en economische risicofactoren met een subjectief
karakter die aan chronificering ( = toenemende aantallen chronisch zieken) kunnen bijdragen
- Hebben vooral met eigen perceptie te maken
- Oorspronkelijke stressliteratuur → eigenschappen
o Hoge werkdruk
o Lage controle over de situatie
o Ongelukkig management
o Weinig ondersteuning collega’s
4