FMH heupartrose
Hypotheses :
· Pijn
· Stijfheid
· Angst
· Functieverlies/ krachtverlies
· Stabiliteit
Inhoud
1 Aanmelding..........................................................................................................................................1
Beslismoment EBP (Evidence Based Practice)....................................................................................1
2 Anamnese............................................................................................................................................1
Beslismoment EBP (Evidence Based Practice)....................................................................................5
3. Fysiotherapeutisch Onderzoek...........................................................................................................5
Testen Passieve Structuren (TPS) heup..............................................................................................7
Testen actieve structuren (TAS) heup...............................................................................................11
Toegevoegd onderzoek – tonisch en fasisch....................................................................................14
Spierlengtetesten, tonisch onderzoek..............................................................................................14
Fasisch onderzoek............................................................................................................................19
4. Fysiotherapeutische diagnose (conform ICF)....................................................................................21
5. Behandelplan....................................................................................................................................21
6 Uitvoeren van de behandeling...........................................................................................................22
7 Evaluatie............................................................................................................................................27
8 Afsluiting............................................................................................................................................27
1 Aanmelding
Verwijzing: verdenking coxartrose rechts.
Beslismoment EBP (Evidence Based Practice)
Fysiotherapeut: coxartrose is een aandoening die de fysiotherapeut regelmatig
tegenkomt. Dit is een aandoening die adequaat door een algemeen fysiotherapeut
behandeld kan worden.
Patiënt: vraagt om hulp omdat hij minder pijn wil hebben bij bewegingen, minder last
wil hebben van stijfheid, wandelen met vriendinnen kan blijven doen, in de tuin kan
blijven werken
Evidence: volgens de KNGF richtlijn artrose knie – heup kan coxartrose een indicatie
zijn voor fysiotherapie.
2 Anamnese
Voorbeelden van vragen die je kunt stellen aan een patiënt met heupartrose:
,- Kop: patiënt op zijn gemak stellen, jezelf voorstellen/introduceren, hoe gaat het, procedure
uitleggen, ‘inspectie van hoe de patiënt binnen komt’
- Romp: klacht (wie, hoe, wat, wanneer, wat erna gedaan, welke pijn, etc.), hulpvraag
- Staart: advies, samenvatten, hulpvraag
Kop:
mijn naam is … en ik ben werkzaam als fysiotherapeut.
ik zal even kort de procedure uitleggen
Romp:
Functies en anatomische eigenschappen
Is er sprake van: pijn bij belasting? pijn in rust en/of nachtelijke pijn? pijn die komt en
gaat? Wat is de lokalisatie en de duur van de pijn? Meetinstrumenten die gebruikt
kunnen worden zijn de VAS en de Numeric Pain Rating Scale; NPRS)
o welke soort pijn ervaart de patiënt?
o op welk moment wordt er vooral pijn gevoeld?
o wat is de intensiteit van de pijn?
o hoe lang ervaart u de pijnklachten al?
o zijn de klachten erger geworden?
VAS-schaal
NPRS-schaal
Is er sprake van (hevige) pijn en zwelling in rust?
Is er sprake van plotselinge pijn?
Is er sprake van ochtendstijfheid en/of startstijfheid? Zo ja, hoelang?
o minder mobiliteit, beperkte bewegingsuitslag (ROM)
Zijn de bewegingen van de heup beperkt en zo ja, in welke richting?
Is er verminderde spierkracht in de benen? Zo ja, bij welke activiteit?
(risicofactor voor ontstaan en beloop)
Is er sprake van koorts?
Hoe is het wondherstel?
Hoe zijn de klachten ontstaan? (plotseling/geleidelijk)
Is er sprake van zwelling in de lies?
, Is de beweeglijkheid van het gewricht veranderd?
Is er een gevoel van giving way of instabiliteit?
Is er een abnormale stand van het gewricht? (mogelijk risicofactor voor
ontstaan)
Hebben er operaties of trauma’s in het verleden plaatsgevonden? (mogelijk
risicofactor voor ontstaan)
Is er sprake van een te hoog lichaamsgewicht? (lichaamslengte en
lichaamsgewicht?) (hoog BMI is risicofactor voor ontstaan en
beloop)
Is er sprake van een aangeboren afwijking van de heup? (mogelijke
risicofactor voor ontstaan)
Zijn er klachten in andere gewrichten? (mogelijk risicofactor voor ontstaan en
mogelijk voorspeller voor beloop)
Zijn er sensibele en/of motorische uitvalsverschijnselen? (mogelijke
zenuwbeschadiging als complicatie bij een gewrichtsvervangende
operatie)
Activiteiten
Hoe zijn de ervaren beperkingen bij de uitvoering van de volgende activiteiten: lopen
binnens- en buitenshuis (lange afstanden), trap op- en aflopen, gaan zitten en
opstaan, bukken, (lang) staan, (lang) zitten, aan- en uitkleden, wassen, tillen, de
toiletgang, in en uit de auto stappen? (mogelijke voorspellende factoren voor beloop)
Zijn er beperkingen bij fietsen, autorijden of het gebruik van openbaar vervoer?
Zijn er omstandigheden of activiteiten waarbij de klachten verergeren of
verminderen?
In welke mate is het mogelijk de heup te belasten tijdens ADL?
Is er sprake van valincidenten in het afgelopen jaar? Zo ja, hoe vaak?
In welke mate wordt de heup gedurende de dag belast?
Bij welke activiteiten ervaart u pijn, bent u angstig of ervaart u een beperking?
Met welke activiteit heeft u de meeste moeite?
Kunt u uw dagelijkse bezigheden beschrijven?
→ PSK schaal invullen voor de 3 activiteiten waarbij de patiënt de meeste pijn ervaart
Score van de eerste 3 activiteiten
Activiteit 1: ………………………………………………………………………
Hoe moeilijk was het voor u in de afgelopen week om deze activiteit uit te voeren?
geen enkele moeite onmogelijk
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Activiteit 2: ………………………………………………………………………
Hoe moeilijk was het voor u in de afgelopen week om deze activiteit uit te voeren?
geen enkele moeite onmogelijk
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Activiteit 3: ……………………………………………………………………
Hoe moeilijk was het voor u in de afgelopen week om deze activiteit uit te voeren?
geen enkele moeite onmogelijk
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Participatie