Samenvatting Rechtseconomie
Week 1 - Ontwikkeling van de criminaliteit in het licht van RKT
Hoorcollege 1
- Schaarste bepaald menselijk gedrag
- Basis RKT door Gary Becker
Sterk instrumentele benadering met 2 kernvragen:
1. Zoeken naar goede/optimale aanpak handhavingsbeleid (effectiviteit)
2. Zoeken naar verklaring voor crimineel gedrag (RKT)
Ontwikkeling criminaliteit
- Strafrisico hangt af van de pakkans
→ 6 miljoen delicten maar 800.000 geregistreerd → 230.000 opgehelderd
→ misdaad loont door lage pakkans
Strafmaat, gemiddelde zwaarte:
Detentie: 122 dagen (0,4% pakkans)
Taakstraf: 58 uur (0,4% pakkans)
Geldstraf: 1130 eu (0,2% pakkans)
Strafrisico = Pakkans x strafmaat
= 0,4 x 122 dagen + 0,4 x 58 uur + 0,2 x 1130 euro
= 0,5 dag detentie + 0,2 uur taakstraf + 3 euro geldstraf
→ door de jaren heen steeds lager strafrisico
→ correlatie tussen geregistreerde misdrijven en strafrisico (negatieve correlatie)
Uitgangspunt economische theorievorming= Mensen streven naar een zo hoog mogelijk
niveau van welbevinden (nut), binnen de grenzen van het mogelijke
→ Becker past dit toe op crimineel gedrag
Homo economicus als karikatuur Realistischer variant
Mens denkt alleen maar aan zichzelf Mens heeft een zekere eigen wil
Denkt alleen maar aan geld heeft allerlei interesses, van materiële en
immateriële aard
Heeft alle relevante informatie kijkt om zich heen, krijgt signalen, gaat
soms gericht op zoek naar informatie
Kan perfecte afweging maken verkeert in sociaal netwerk
Basisidee voor verklaring crimineel gedrag
- Als zich gelegenheid tot regelovertreding voordoet, weegt potentiële dader
plussen en minnen af
1
,Persoonlijk gewin (G)= opbrengsten van het delict - kosten van het delict (ook immaterieel)
vs
Strafrisico (S)= pakkans (p) x strafmaat (f)
Toegepast op bevolking
Algemene theorie voor verklaring crimineel gedrag
Immers, wijst op belang
- strafrisico
Maar evenzeer op rol
- gelegenheid
- baten delict
- kosten plegen delict
→ opportunity costs
→ preventieve maatregelen slachtoffers
Daarmee is er indirect rol voor factoren als:
- Niveau werkloosheid → opportunity costs gaan voor veel mensen omlaag
- Samenstelling bevolking
Rol van normen en waarden in RKT
Naast strafrisico zijn ook normen en waarden een drempel voor crimineel gedrag
1. Intern (spijt/wroeging/schuldgevoel)
2. Extern (sociale controle/schaamte/reputatieverlies/negatieve arbeidsmarktpositie)
1. Interne werking van normen
Bij overtreden van norm treedt spijt/wroeging/schuldgevoel op, varieert per persoon
Als iedereen (100%) in de norm gelooft
2
,Stel: op t=0 onderschrijft slechts een deel van de bevolking, zeg B0= 70%, de norm
Wie de norm onderschrijft heeft spijt bij overtreding anderen liggen er niet wakker van
2. Extern: informele sociale controle
Normovertreding zorgt voor schaamte/reputatieverlies t.o.v anderen, dit varieert ook per
persoon (Er zijn altijd anderen met een mening dus lijn kan niet ineens instorten)
Als iedereen elkaar aanspreekt en afrekent
Stel: op t=0 onderschrijft slechts een deel van de bevolking, zeg B0= 70% de norm
Informele sociale controle wordt alleen uitgeoefend door degene die in de norm
geloven (dus hier die 70%)
3
, Gecombineerde drempelwerking normen
Drempels spijt/wroeging B0 (intern) en Schaamte/reputatieschade R0 (extern) werken
tegelijk
Verklaring normovertreding: G > S + B + R
Stel, mogelijkheid tot normovertreding
G=8, S0=6 zodat G - S0 = 2
Kosten/baten dus G - S
Individu besluit tot normovertreding als G > S0 + B0 + R0
Dus hier: 70% normconform, 30% delinquent → stabiel evenwicht
Dynamiek bij verandering in omstandigheden
- Delinquent gedrag verandert met wijziging in G, S, B, of R
- Stel, strafrisico wordt verlaagd van S0= 6 naar S1= 1,9
- G=8 stijgt bij netto opbrengst delict
Van G - S0 naar G - S1= 6,1
z.o.z
4