Organisatiekunde
Samenvatting H1
Week 2
- Organisatie → Doelgerichte samenwerkingsverband die beschikken over
doelstellingen, mensen en middelen.
- Om doelstellingen te kunnen vaststellen, zal eerst een analyse gemaakt moeten
worden, van de bestaande situatie en de toekomstige mogelijkheden, bij die
analyse komen ook een aantal alternatieven naar voren, waarmee de
doelstellingen behaald kunnen worden, die alternatieven noemen we
strategische alternatieven.
- Als organisatiekundige heb je verstand van menselijk gedrag en samenwerking
tussen mensen en organisaties. Je kunt organisaties inrichten, sturen en
veranderen.
- Verdeling aan de hand van de doelen die organisaties nastreven (markt, overheid
en maatschappij) of juridische criteria (rechtsvormen).
- Organisaties voldoen aan de menselijke behoefte aan voorspelbaarheid en
ordening.
- Het matschappelijk verkeer wordt zo beheersbaar. Over maatschappelijke
ordening is veel discussie: Welke type organisatie moet waar verantwoordelijk
zijn? In sommige gevallen is een hybride organisatie ook mogelijk (verbinding os
vermenging van bijv. markt en overheid)
- Een organisatie werkt planmatig en voert beleid uit. Beleidsvorming binnen een
organisatie begint bij een missie en visie en vervolgens strategie en
doelstellingen
▪ Missie: waar staan we voor?
▪ Visie: waar gaan we voor?
▪ Doelstellingen en strategie: hoe komen we daar?
- Dit leidt tot taken en procedures. Over het geheel moet monitoring, evaluatie en
verbetering plaats vinden. Deze kwaliteitszorg staat centraal bij Skills.
- De organisatie is geen eiland, maar een onderdeel van een externe omgeving
(‘Alle elementen buiten een organisatie die relevant zijn voor haar functioneren’.
- Deze omgeving biedt kansen & bedreigingen voor de organisatie, gekoppeld aan
ontwikkelingen op macroniveau (DESTEP) en meso niveau (deelnemers
bedrijfskolom en publieksgroepen)
- De organisatie zal op relevante ontwikkelingen, personen en instanties moeten
anticiperen en reageren (strategie).
, ▪ Meso → afnemers, toeleveranciers, werkgeversorganisaties, vakbonden,
(lokale) overheid, media, belangenorganisaties. (invloed vanuit meso
factoren is mogelijk, doch beperkt)
▪ Macro → Demografisch, Economisch, Sociaal-cultureel, Technisch,
Ecologisch, Politiek-Juridisch.
Week 3
Interne factoren
Micro → 7s model Strenght
Weaknesses
Externe factoren
Meso → personen, instantie
Opportunities
Macro → DESTEP factoren Threats
- Een strategie geeft in grote lijnen de route aan die de organisatie of een
onderdeel daarbinnen moet volgen om de doelstellingen te bereiken.
- Planning betekent nu beslissen wat in de toekomst moet gebeuren. De
organisatie zal moeten anticiperen op ontwikkelingen op micro (intern), meso en
macro (extern) niveau.
- Planning kun je onderscheiden naar niveau (binnen de organisatie), tijdshorizon
(korte of lange termijn), mate van detail (strategisch plannen en de tactische
uitvoering daarvan) en functioneel gebied (deelplanning per afdeling).
- In het strategisch ondernemingsplan worden de stappen beschreven die leiden
tot de keuze van een bepaalde strategie.
- Dit geheel bestaat uit een analyse (situatie analyse, diagnose, strategievorming),
een planfase (uitwerking) en implementatie (uitvoering, controle en bijsturing)
- Met behulp van een SWOT-Analyse kunnen externe ontwikkelingen en de eigen
sterke en zwakke punten, in vergelijking met de concurrentie in kaart worden
gebracht.
- Met de aspecten die zijn bevonden door de SWOT-Analyse, kan je een
confrontatiematrix invullen (hulpmiddel voor belangrijke combinaties)