Medialandschap hoorcolleges
Inhoudsopgave
Week 1....................................................................................................................................................1
Artikel media life (Deuze, 2011)..........................................................................................................3
Key concepts.......................................................................................................................................4
Week 2....................................................................................................................................................5
Week 3....................................................................................................................................................7
Week 4..................................................................................................................................................10
Week 5..................................................................................................................................................12
Week 6..................................................................................................................................................14
Week 7..................................................................................................................................................17
Week 1
Wat is de media industrie?
- Tv, radio, print-, film- en opname industrieën
- Reclame marketing en pr
- Sociale mediabedrijven
Wij definiëren een mediabedrijf als een bedrijf waarvan de primaire functie het produceren of
verspreiden van mediacontent is.
Grenzen, definities en rollen van media industrie veranderen= Industrie impliceert ook
commercialiteit.
Waarom toch definitie als dat lastig is? Voor ons: omvang, analyseren is eenvoudiger met precisie.
Voor industrie: markten, concurrenten en strategieën overwegen.
Massa media= “media” in de traditionele zin, Denk aan: radio, TV, kranten, tijdschriften...
5 hoofdkenmerken:
1. Van één naar velen, eenrichtingsverkeer= Identieke boodschap aan een massapubliek. Van
één partij naar het publiek.
2. Ervaringsgerichte producten= waarde -> immateriële eigenschappen. De waarde komt uit
originaliteit, intellectueel, eigendom en verhalen bij media.
3. Hoge vaste/eerste exemplaar kosten= lage marginale kosten (= kosten per eenheid). Dit leidt
tot schaalvoordelen
(Schaalvoordelen (economies of scale) = prijs per eenheid daalt naarmate de hoeveelheid
productie toeneemt.)
4. Mogelijkheid tot goedkope her versie= doorverkoop in verschillende vormen leidt tot
toepassingsvoordelen
, (Toepassingsvoordelen (economies of scope) = gemiddelde productiekosten dalen naarmate
de variëteit van de productie toeneemt.)
5. Hoog risico= de smaak van de consument is onvoorspelbaar. Hoog risico om ergens geld in te
pompen zonder te weten of dit goed aanslaat. Hoge kosten eerste exemplaar ongeacht aantal
consumenten.
Massamedia markt kan je zien als een dubbele product markt (dual product market). Mediabedrijven
produceren twee dingen:
- Content, verkocht aan het publiek.
- Publiek, verkocht aan adverteerders.
Aandacht economie= aandacht is het echte product dat wordt verkocht/gekocht.
Het resultaat hiervan is: reclamedoelen beïnvloeden inhoud/strategie. Dit is problematisch voor met
name de journalistiek. Steeds meer schreeuwende en sensationele koppen om aandacht te trekken.
Er is altijd een strijd tussen de creatieve industrieën en commerciële behoeften.
Digitalisering/ digitale technologieën zijn de grootste drijvende kracht achter verandering van de
massamedia (Hodkinson). Vier belangrijke uitkomsten hiervan zijn:
- Convergentie= voorheen afzonderlijke aspecten van media, smelten nu met elkaar (de 3C’s);
content, computing en conduits (kanalen).
- Interactiviteit= Tweerichtingsverkeer vervangt eenrichtingsverkeer; gebruikers worden
producenten.
- Diversificatie= Meer controle en keuze voor de gebruiker; fragmentatie/uitbreiding van
inhoud. Ook wel personalisatie.
- Mobiliteit= media on the go wordt de norm; media staat altijd aan als het ware. Erg
toegankelijk. Vb.: smartphone heb je altijd bij je en dus ben je altijd online.
Enkele kernverantwoordelijkheden van mediaorganisaties:
- Uitwisselen van ideeën/meningen.
- Integratie/samenhang van diverse samenlevingen.
- Beschermen van kernwaarden en kwetsbaar publiek.
Deze verantwoordelijkheden gelden meestal voor de journalistiek.
Mediabedrijven hebben potentieel grote invloed op publiek, dus wie krijgt een stem, hoe worden zij
weergegeven en welke waarden worden getoond. Kortom moeten we ons druk maken over hoe de
industrie werkt.
Marshall McLuhan’s optimisme= technologie en het medium zelf/product leidt tot positieve
veranderingen in de samenleving, dus is belangrijk. Verder breidt nieuwe technologie zintuigen uit.
Nieuwe, ‘coolere’, media:
- Bevrijdt publiek van hiërarchieën, isolement
- Weg van het officiële naar 'alledaagse praat’
- Op weg naar een ‘global village’, we zijn verbonden met elkaar, verrijkte wereld.
Neil Postman’s pessimisme= beelden, tv en flitsende fragmenten leidt ons af van relevante dingen en
leidt tot meer oppervlakkigheid. Het zorgt voor een passief publiek.
Kritiek op deze kritieken
Technologische determinisme= dat technologie zelf de primaire oorzaak is van sociale verandering.
, Versimpelt en overschat technologie, negeert sociale context en Negeert machtsverhoudingen achter
ontwikkeling/ gebruik.
Optimisme vs. pessimisme: technologie als oplossing voor vs. veroorzaker van sociale problemen
Artikel media life (Deuze, 2011)
Media nu zo centraal dat we ze niet meer opmerken; we leven niet met media, maar in media.
2 duidelijke uitingen:
- Persoonlijke/ geïndividualiseerde informatieomgeving
- Altijd beschikbare wereldwijde verbinding
2 belangrijke gevolgen:
- Vervaagde grenzen tussen werk/vrije tijd & alleen/interactie
- Het leven is veranderd ter wille van media.
-