Beroepsoriëntatie
Bachelor of Nursing 2020
Student:
Studentnummers:
Tutor:
Groep:
Opleiding: hbo-v, mbo-v zij in stroom
School: Academie voor Verpleegkunde
Periode: leerjaar 1, semester 2
Datum:
Code: HVVP19IOP2
,Voorwoord
Voor u ligt het verslag van beroepsoriëntatie. Dit verslag is een onderdeel van het vak
verpleegkunde. Tijdens dit verslag staat het toekomstige beroep als hbo-verpleegkundige centraal.
De CanMEDSrollen zorgverlener en communicator staan centraal.
1
,Inhoudsopgave
Voorwoord.................................................................................................................................................... 1
Hoofdstuk 1: Het verschil tussen mbo- en een hbo-verpleegkunde.................................................................4
1.1 Het onderscheid tussen mbo- en hbo-verpleegkunde....................................................................................4
1.1.1 Twee verschillen tussen een mbo- en een hbo-verpleegkundige..........................................................4
1.2 De reflectieve EBP-professional......................................................................................................................5
Competenties...................................................................................................................................................5
Voorbeeld en praktijkervaring.........................................................................................................................5
Maatschappelijk...............................................................................................................................................5
1.3 De organisator................................................................................................................................................5
Competentie....................................................................................................................................................5
Voorbeeld en praktijkervaring.........................................................................................................................5
Maatschappelijke ontwikkeling.......................................................................................................................5
1.4 De professional en kwaliteitsbevorderaar.....................................................................................................6
Competenties...................................................................................................................................................6
Voorbeeld en praktijkervaring.........................................................................................................................6
Maatschappelijke ontwikkeling.......................................................................................................................6
Hoofdstuk 2: Preventie.................................................................................................................................. 7
2.1 Primaire, secundaire en tertiaire preventie....................................................................................................7
2.1.1 Primaire preventie..................................................................................................................................7
2.1.2 Secundaire preventie..............................................................................................................................7
2.1.3 Tertiaire preventie..................................................................................................................................8
2.2 Verpleegkundige risicodiagnose....................................................................................................................8
2.2.1 verpleegkundige diagnose......................................................................................................................8
2.2.2 PES..........................................................................................................................................................8
2.2.3 Verpleegkundige interventie..................................................................................................................8
Hoofdstuk 3: Informatie- en communicatietechnologie................................................................................11
3.1 ICT-toepassing telemonitoring.....................................................................................................................11
3.2 De voor en nadelen van de ICT-toepassing..................................................................................................11
Voordelen......................................................................................................................................................11
Nadelen..........................................................................................................................................................12
Hoofdstuk 4: Professionele reflectie............................................................................................................. 14
4.1 Waarom is er voor de hbo-verpleegkunde opleiding gekozen?...................................................................14
4.2 Wat zijn de verwachtingen van het verpleegkundig beroep op hbo-niveau? ............................................14
4.3 In hoeverre komen de verwachtingen overeen met de eisen vanuit de opleiding of het opleidingsprofiel?
............................................................................................................................................................................14
4.4 Wat is er nodig om als mbo-verpleegkundige een hbo-verpleegkundige te worden?................................14
Hoofdstuk 5: Conclusie................................................................................................................................. 15
Biografie...................................................................................................................................................... 16
2
,Inleiding
Voor het vak verpleegkunde wordt naast het uitweken van drie kritische beroepssituaties verwacht
dat de student een beroepsoriëntatie verslag maakt. Dit verslag wordt uitgewerkt aan de hand van
een viertal opdrachten. De student moet zich oriënteren op het beroep verpleegkunde vanuit een
hbo perspectief.
In hoofdstuk 1 wordt het verschil tussen mbo- en hbo-verpleegkunde beschreven. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van het ‘Opleidingsprofiel Bachelor of Nursing 2020’ en de CanMEDS-rollen. Aan de
hand van drie CanMEDS-rollen wordt beschreven wat het belang van deze rollen is voor de
uitvoering van de rol zorgverlener door de hbo-verpleegkundige.
In hoofdstuk 2 wordt beschreven wat het doel van preventie is. Voorbeelden gegeven van primaire,
secundaire en tertiaire preventie samen met het micro- en macroniveau. Er wordt een
verpleegkundige risicodiagnose uitgewerkt met twee mogelijke interventies.
In hoofdstuk 3 wordt de ICT-toepassing telemonitoring behandeld aan de hand van begeleiding bij
hartfalen. De voordelen en de nadelen van telemonitoring worden beschreven samen met de
beroepscode.
In hoofdstuk 4 wordt beschreven waarom er voor de hbo-verpleegkunde opleiding is gekozen, de
verwachtingen van de opleiding beschreven, stil gestaan bij de ontwikkeling en de persoonlijke
leerdoelen doormiddel van vier kernbegrippen uit het opleidingsprofiel Bachelor of Nursing 2020.
In hoofdstuk 5 wordt de conclusie van het verslag beschreven.
3
,Hoofdstuk 1: Het verschil tussen mbo- en een hbo-verpleegkunde
In dit hoofdstuk wordt het verschil tussen mbo- en hbo-verpleegkunde beschreven. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van het ‘Opleidingsprofiel Bachelor of Nursing 2020’ en de CanMEDS-rollen. Aan de
hand van drie CanMEDS-rollen wordt beschreven wat het belang van deze rollen is voor de
uitvoering van de rol zorgverlener door de hbo-verpleegkundige.
1.1 Het onderscheid tussen mbo- en hbo-verpleegkunde
Volgens het beroepscompetentieprofiel mbo-verpleegkundige in de branche VVT
[CITATION Berzj \n \t \l 1043 ] is de mbo-verpleegkundige verantwoordelijk voor de coördinatie van
de individuele zorgverlening en levert een bijdrage aan de organisatie van de werkeenheid. Als hbo-
verpleegkundige coördineer je de zorg en ken je de organisatie en de bekostiging van de
gezondheidszorg op micro-, meso- en macroniveau.
De mbo-verpleegkundige is werkzaam in gemiddeld tot hoog complexe zorgsituaties, de hbo-
verpleegkundige werkt in complexe zorgsituaties.
Zowel de mbo-verpleegkundige als de hbo-verpleegkundige stelt een verpleegkundige diagnose,
maar alleen de hbo-verpleegkundige indiceert de verpleegkundige zorg.
1.1.1 Twee verschillen tussen een mbo- en een hbo-verpleegkundige
Het eerste verschil tussen een mbo- en een hbo-verpleegkundige is dat bij een hbo-verpleegkundige
kwaliteitszorg, evidence-based practice (EBP) en klinisch redeneren centraal staan tijdens het werk
[ CITATION Ver19 \l 1043 ].
Het tweede verschil is dat je als hbo-verpleegkundige een leidinggevende rol hebt, initiatief neemt,
regie houdt in het vakgebied vanuit een ondernemende, coachende en resultaatgerichte houding
[ CITATION Lam15 \l 1043 ].
De CanMEDS-rollen staan centraal bij het beroep van de hbo-verpleegkundige
CanMEDS
CanMEDS-rollen Competentiegebieden
1 Zorgverlener Vakinhoudelijk handelen
2 Communicator Communicatie
3 Samenwerkingspartner Samenwerking
4 Reflectieve professional die handelt naar de laatste stand van Kennis en wetenschap
de wetenschap; de reflectieve EBP-professional.
5 Gezondheidsbevorderaar Maatschappelijk handelen
6 Organisator Organisatie
7 Professional en kwaliteitsbevorderaar Professionaliteit en kwaliteit
Tabel 1 CanMEDS rollen
4
,1.2 De reflectieve EBP-professional
Het handelen van de verpleegkundige wordt ondersteund vanuit onderzoek (EBP). De
verpleegkundige past de kennis van resultaten van wetenschappelijk waar mogelijk toe in de praktijk.
Een leven lang leren en coachen staat centraal en fungeert de verpleegkunde als rolmodel. Zij
signaleert tekorten aan kennis in de beroepspraktijk en onderneemt dan actie.
Competenties
- De verpleegkundige handelt vanuit een continu aanwezig onderzoekend vermogen leidend tot
reflectie, (EBP) en innovatie van de beroepspraktijk.
- De verpleegkundige werkt permanent aan de bevordering en ontwikkeling van de
verpleegkundige beroepsgroep, haar eigen deskundigheid en die van haar directe (toekomstige)
collega’s door voortdurend actief (verschillende vormen van) kennis te zoeken en te delen en,
indien van toepassing, in praktijkgericht onderzoek te participeren.
- De verpleegkundige reflecteert voortdurend en methodisch op haar eigen handelen in de
samenwerking met de zorgvrager en andere zorgverleners en betrekt hierbij inhoudelijke,
procesmatige en moreel-ethische aspecten van haar keuzes en beslissingen (Lambregts, et al.,
2015).
Voorbeeld en praktijkervaring
Een verpleegkundige krijgt enkele keren per jaar scholingen aangeboden. Een verpleegkundige moet
zich elke 5 jaar her registreren in het BIG-registratie doormiddel van een toets. De verpleegkundige
moet haar kennis bijhouden doormiddel van vakliteratuur.
Maatschappelijk
In de zorg zijn vaak nieuwe ontwikkelingen, met EBP kan de verpleegkundige de juiste kennis
doorgeven.
1.3 De organisator
De verpleegkundige is ondernemend en initiatiefrijk, werkzaam in grote organisaties of in
zelfsturende, kleinschalige teams, of als zelfstandig beroepsoefenaar. De verpleegkundige past de
nieuwste informatie- en communicatietechnologieën toe, biedt zorg op afstand (e-health) als
aanvulling op het persoonlijk contact met de patiënt.
Competentie
- De verpleegkundige toont leiderschap in het verpleegkundig handelen en in de samenwerking
met anderen en weegt de verschillende belangen waarbij het belang van de zorgvrager voorop
staat.
- De verpleegkundige plant en coördineert de zorg rondom de zorgvrager/groep zorgvragers.
- De verpleegkundige neemt verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zorgvragers en
medewerkers binnen de organisatie (Lambregts, et al., 2015).
Voorbeeld en praktijkervaring
Een verpleegkundige kan de zorg rondom zorgvragers, tussen disciplines en organisaties coördineren
en de continuïteit van zorg waarborgen en hanteert hierbij passende hulpmiddelen.
Maatschappelijke ontwikkeling
De verpleegkundige voelt zich verantwoordelijk om het beroep hoog te houden en is
medeverantwoordelijk voor het betaalbaar houden van de gezondheidszorg en handelt daarnaar.
5
, 1.4 De professional en kwaliteitsbevorderaar
De verpleegkundige levert zorg passend binnen de geldende wet- en regelgeving. Als lid van de
beroepsgroep/beroepsorganisatie beïnvloedt de verpleegkundige samen met vak- genoten de
beeldvorming en het positieve imago van het beroep, laat zien waar het beroep voor staat en wat de
verpleegkundige bijdrage aan de zorg is
Competenties
- De verpleegkundige monitort, meet en screent de zorgverlening zowel op het niveau van de
individuele zorgverlening als op het niveau van de eenheid waarin zij werkt om goede kwaliteit
van zorg te borgen dan wel te verbeteren.
- De verpleegkundige levert een bijdrage aan kwaliteitssystemen binnen de organisatie en is
betrokken bij het lokaal toepasbaar maken en uitvoeren van standaarden, richtlijnen,
protocollen en zorgtechnologie, signaleert het ontbreken en draagt bij aan de ontwikkeling
hiervan.
- De verpleegkundige levert een positieve en actieve bijdrage aan de beeldvorming en de
ontwikkeling van de verpleegkunde vanuit een historisch, institutioneel en maatschappelijk
perspectief (Lambregts, et al., 2015).
Voorbeeld en praktijkervaring
De verpleegkundige kan resultaatgericht, effectief en efficiënt werken. Spreekt collega’s en
aankomend verpleegkundigen aan op (on)professioneel gedrag. De verpleegkundige geeft
complimenten en waardeert de zorgprofessionals. De verpleegkundige geeft feedback en reflecteert
samen met collega’s.
Maatschappelijke ontwikkeling
De verpleegkundige toont een positieve benadering ten opzichte van verander- en verbetertrajecten
en streeft continu naar het leveren van goede zorg en spoort collega’s daartoe aan.
6