Overzichtsdocument Zin van het
Bestaan
Kernconcepten
Thema 1 – Mythisch denken
Magisch en mythisch denken tegenover abstract, wetenschappelijk denken
Dit bevat veel gedeelten. Het is een andere manier van denken, die eerder kijkt naar
waarom dan hoe. Dingen die anders zijn vallen op, zoals een etui die een andere kant op
valt. Er wordt minder gezocht naar algemene kenmerken (zoals zwaartekracht) en meer
naar wat iets bijzonder maakt. Daarbij past ook het idee van ik-het en ik-gij. Wij geloven
in een het, en maken hiermee onderscheid tussen levend en dood en voorwerp en
levend wezen. Hallucinaties, dromen en voorwerpen zijn niet echt. Mythische denkers
zien alles dus echter alles als speciaal, en dus als een gij. Een uniek en speciaal
persoon. Het staat wat meer los van de ratio en gaat uit van gevoel en emotie. Deze
steen zie ik iedere dag tijdens het jagen, dus die is de jaagsteen. Zij zien hallucinaties als
even echt als het ‘normale’ leven. Dat is best logisch, want met de ik-gij en de emoties
niet als minder zien krijg je een leven waar alles valt onder echt en belangrijk. Een droom
brengt echte emoties op en een boom doet je echt denken aan je vakantie. Beiden zijn
dus niet beter of slechter, maar anders. Wel heeft de wetenschappelijke manier wat
voordelen, zoals systematische innovatie en organisatie. Daarentegen is het mythisch
denken meer vanaf je emoties en heeft het geen hiërarchie in belang van leven.
Waarschijnlijk geloof in het hiernamaals
Waarschijnlijk werd er geloofd in het hiernamaals, ofwel leven na de dood. Dat is ook niet
zo gek. Mensen hadden namelijk niet zo’n sterke barrière tussen echt en nep,
wekelijkheid en gevoel. Dus als jij aan een overleden iemand denkt, of je iets van hem of
haar ziet komen dezelfde emoties op. Emotie = werkelijkheid dus dit is ook de
werkelijkheid.
Kunstuitingen
Meest bekend van deze periode zijn de kunstuitingen, omdat dit hun enige echte
culturele overlevering is (dat niet nodig was om te overleven). Kunst had vaak
verschillende gebruiken, maar ze werken volgens het ik-gij systeem. Als het gevoel van
een god werd opgeroepen was de het gene dat de god moest voorstellen ook die god,
sinds die barrière er niet zo duidelijk is.
,Thema 2 – Religie en filosofie in het oude Griekenland
Het wetenschappelijke denken over filosofie:
Sofisten
De sofisten waren een groep filosofen die actief waren in de 5e eeuw voor Christus. Ze
waren vooral geïnteresseerd in retoriek, ethiek, het verschil tussen cultuur en natuur en
politiek en werden bekritiseerd door andere filosofen, waaronder Plato, vanwege hun
scepticisme en hun focus op persoonlijk gewin en macht. Het waren letterlijk erg dure
leraren die alleen voor de elite waren.
Socrates
Socrates was een Griekse filosoof die bekend stond om zijn vraag-en-antwoord methode,
ook wel de Socratische methode genoemd. Hij geloofde dat ware kennis alleen kon
worden verkregen door zelfkritisch onderzoek en het stellen van vragen (ik weet dat ik
niets weet). Ook deductief (mensen sterven, Socrates is een mens dus gaat sterven).
Socrates hechtte ook veel waarde aan de morele ontwikkeling van het individu en het
bereiken van deugdzaamheid. Vaak gezien als een soort Jezusfiguur door zijn opoffering
en hulp aan iedereen, ook de mensen die niet elite waren.
Plato
Plato was een leerling van Socrates en wordt beschouwd als een van de belangrijkste
filosofen uit de geschiedenis. Hij richtte de Academie van Athene op en schreef veel over
politieke filosofie, metafysica en epistemologie. Dit betekende dat hij in erg veel
geïnteresseerd was, net als Descartes. Plato geloofde dat ware kennis alleen kon
worden verkregen door middel van abstracte redenering en contemplatie van de
Ideeënwereld, die hij beschouwde als de ware aard van de werkelijkheid. Past erg goed
bij het christendom. Zijn gedachtegoed zorgde voor een grote waardering van het
immateriële en de deductie. Geloofde in soort een atomen. Tweedeling van de ziel, zoals
met Descartes.
Aristoteles
Aristoteles was een leerling van Plato en wordt beschouwd als een van de belangrijkste
filosofen uit de geschiedenis. Hij was een systematische denker en schreef veel over
logica, metafysica, ethiek en politieke filosofie. Aristoteles geloofde dat ware kennis kon
worden verkregen door empirische observatie en dat deugdzaamheid de sleutel was tot
een goed leven. Is dus een empirist Volgens Aristoteles zijn er vier centrale deugden,
deze worden ook wel de kardinale deugden genoemd. Dit zijn: verstandigheid,
rechtvaardigheid, gematigdheid en moed.
Cynici
De Cynici waren een filosofische stroming die bekend stond om hun afwijzing van
materiële bezittingen en hun nadruk op het bereiken van innerlijke rust en vrijheid. Ze
waren vaak kritisch over de maatschappij en de traditionele normen en waarden en
pleitten voor een terugkeer naar een meer natuurlijke manier van leven.
Stoïcijnen
De Stoïcijnen waren een filosofische stroming die geloofden dat het bereiken van
innerlijke rust en vrijheid mogelijk was door middel van deugdzaamheid en het
accepteren van het lot. Ze pleitten voor een stoïcijnse levensstijl, waarin individuen hun
emoties onder controle hielden en zich richtten op deugdzaamheid en plichtsbesef.
, Epicureeërs
De Epicureeërs waren een filosofische stroming die geloofden dat het bereiken van geluk
mogelijk was door middel van het vermijden van pijn en het nastreven van plezier. Ze
hechtten veel waarde aan vriendschap, persoonlijke vrijheid en het genieten van het
leven, maar benadrukten ook dat matiging belangrijk was om een om een gebalanceerd
leven te leiden. Zij trekken zich terug uit de wereld in plaats van dat zij erg openbaar of
prekend leven.
Sceptici
De Sceptici waren een filosofische stroming die bekend stond om hun twijfelachtige
houding ten opzichte van de mogelijkheid van kennis. Ze waren kritisch over de
stellingen van andere filosofen en geloofden dat het onmogelijk was om absolute
zekerheid te bereiken over de werkelijkheid. In plaats daarvan stelden ze voor om open
te staan voor verschillende standpunten en te leven met onzekerheid. Raakvlakken met
Plato.
Polytheïsme:
Voorstellingen over dood en heroënverering
Eigenlijk kan je dit samenvatten naar dat men leefde voor het leven, en niet voor de
dood. Dit zal je dan zeker terugzien in het dagelijks leven, maar ook in zingeving. Want
als de dood niet het einddoel is, wat is het dan wel? Eer wellicht, of liefde. Men maakt
deugden om dan zichzelf te bewijzen en zoekt op deze manier een ander doel voor het
leven na de dood, de herinnering aan hem/haar. De ziel was tevreden na de dood, en zo
niet zou die naspoken. Geesten waren verzameld in de Hades. Heroën waren ooit
sterfelijke mensen die nog voortleefden en hadden vaak een eigen cultus.
Antropomorfisme, polytheïsme en monotheïsme
Ik denk dat het monotheïsme voor een groot gedeelte heeft overleeft door zijn hogere
betekenis waar conflict een gedeelte ervan is. Het zoekt niet perse vijanden en staat
boven het menselijke. Daarom kan het ook boven tijdens de wetenschappelijke tijd leven,
omdat het boven dat alles staat en zelf niet direct iets verklaart. Het polytheïsme heeft
een meer open en divers karakter die plastisch kan zijn in veel perioden, maar zwak zijn
voor andere religies die de polytheïstische goden uitsluiten. Antropomorfische is dat de
goden hetzelfde zijn als mensen, als in gedrag en ethiek.
Alledaagse religie in de oudheid
Dit beschrijft vooral het bijgeloof, iets wat ook in het heden vaak een manier is om het lot
te besturen. En zeker in een religie die erg veel opties biedt is het niet gek dat veel
mensen hierin geloofden. Zo waren erg veel verschillende mythische figuren die van alles
deden en maakten mensen vaak mythische verklaringen voor onderwerpen.
Secularisatie
Secularisatie zorgt voor een meer wetenschappelijk denken in Griekenland. De scheiding
tussen religie en normen is een albekende, en voor ons logische ontwikkeling. Het is de
eerste stap naar een rationeler systeem in de wetenschap. Het begint een ander denken
die wetenschap uitvindt als iets wat niet meer mythisch is.