Sociaal Wetenschappelijk Kader 5: Filosofie
Wat is filosofie? De wetenschap van de begrippen, opgevat als basis van alle andere
wetenschappen; = wijsbegeerte: filosofie studeren
Filosofie is het nadenken over belangrijke levensvragen, zoals "Wat is de betekenis van het
leven?" of "Wat is goed of slecht?". Filosofen proberen deze vragen te beantwoorden door
goed na te denken en onderzoek te doen naar de wereld om ons heen. Het Nederlandse
woord voor filosofie is wijsbegeerte, wat betekent dat filosofen streven naar wijsheid door
systematisch na te denken over belangrijke onderwerpen.
Iedereen stelt wel eens fundamentele vragen, maar filosofen doen dit op een dieper en
systematischer niveau. Daarbij gaat filosoferen niet alleen over denken, maar ook over
voelen en het begrijpen van menselijke ervaringen.
De anti pedagogische stroming:
Antipedagogiek is een stroming binnen de pedagogiek die zich verzet tegen de macht die
volwassenen over kinderen uitoefenen. Het vindt dat kinderen meer vrijheid en autonomie
moeten hebben. Dit is verwant aan antiautoritaire opvoedingsmethoden, waarbij kinderen
zo min mogelijk regels en beperkingen krijgen, zodat ze zichzelf kunnen ontwikkelen.
Noodzakelijke opvoedkundige uitgangspunten:
De afbeelding toont een balans tussen twee concepten in de opvoeding: vatbaarheid
voor opvoeding en vrijheid. Aan beide kanten bevinden zich extreme vormen:
- Vatbaarheid voor opvoeding kan doorslaan in indoctrinatie. Dit betekent dat het
kind te veel onderworpen wordt aan regels en normen zonder ruimte voor eigen
keuzes of kritische reflectie.
- Vrijheid kan doorslaan in verwaarlozing. Dit houdt in dat er te weinig structuur en
begeleiding wordt geboden, waardoor het kind geen ondersteuning krijgt in zijn
ontwikkeling.
Het gaat erom een middenweg te vinden, waarbij het kind enerzijds leert en wordt
begeleid, maar anderzijds ook ruimte krijgt om zichzelf te ontwikkelen.
- Opvoeden is meer dan het simpel oplossen van een probleem, zoals je bij een
technische kwestie zou doen. Het is veel complexer en heeft verschillende lagen. Je
kunt niet één vast antwoord geven op wat opvoeden precies is, omdat het over veel
meer gaat dan alleen een kind grootbrengen.
- Opvoeden draait niet alleen om de kinderen. Het gaat ook om wat volwassenen, of
oudere generaties, willen doorgeven aan de volgende generatie. Dit gaat over wat zij
belangrijk en waardevol vinden in het leven en in de wereld. Daarom is opvoeden ook
een existentiële vraag: het gaat om de betekenis van het leven en wat we belangrijk
vinden om door te geven aan anderen.
1
, Hoorcollege 2: Denken met Epicurus (342 – 271 v.Chr.)
Drie kernbegrippen: Wereldbeeld, Mensbeeld en Ethiek
1. Wereldbeeld: Dit gaat over hoe je naar de wereld kijkt en hoe je denkt dat alles in
elkaar zit. Denk bijvoorbeeld aan wat mensen vroeger geloofden: dat goden alles
bepaalden (mythologie). Later, zoals bij filosofen als Epicurus, begon men te denken
dat alles uit atomen bestaat en dat de wereld een toevallige samenstelling van die
atomen is.
2. Mensbeeld: Dit is hoe je naar de mens kijkt. Epicurus zag de mens als een wezen
dat geluk zoekt, vooral door plezier en vriendschap. Voor hem stond het vermijden
van pijn en angst centraal om een gelukkig leven te leiden.
3. Ethiek: Dit is hoe je moet leven volgens bepaalde principes van wat goed of slecht is.
Epicurus vond dat ethiek draait om het streven naar geluk door simpel te leven,
vriendschappen te koesteren en onnodige angsten los te laten, zoals angst voor de
dood.
Wie was Epicurus?
Epicurus was een Griekse filosoof die in 306 v.C. zijn eigen school stichtte, "de tuin". Hier zijn
de belangrijkste punten van zijn filosofie:
- Lust en genieten: Voor Epicurus draaide het leven om geluk. Dit geluk vond je door
plezier en lust na te streven, maar niet op een oppervlakkige manier zoals eten en
feesten. Hij bedoelde eerder innerlijke rust en het vermijden van pijn en angst.
- Vriendschap: In zijn school stond vriendschap centraal, en er waren geen
klassenverschillen: iedereen, zelfs slaven en vrouwen, was welkom. Dat was heel
bijzonder voor die tijd.
- Misverstanden: Veel mensen denken bij Epicurus aan "vreetfestijnen en orgies",
maar dat klopt niet. Hij leerde juist dat je matig moet genieten om gelukkig te worden.
Historische context:
- Mythologie vs. Filosofie: Vroeger werden veel dingen verklaard door verhalen over
goden (mythologie). Filosofie kwam later op en richtte zich op verstand en bewijs.
Filosofen probeerden dingen uit te leggen op basis van logica en waarneming, niet op
basis van geloof in goden.
- Belangrijke filosofen vóór Epicurus: Epicurus kwam na filosofen zoals Socrates,
Plato en Aristoteles. Elk van hen had zijn eigen ideeën over de wereld, de mens en
ethiek, en Epicurus bouwde hierop voort met zijn visie op geluk en de kosmos.
- In Europa:
- Pre-socratici (600 – 400 v. Chr.)
o Socrates (470-399 v. Chr)
o Plato (427 – 347 v. Chr.)
o Aristoletes (384 – 322 v. Chr.)
o Epicurus (341 – 270 v. Chr)
Wereldbeeld van Epicurus:
- Epicurus geloofde dat de kosmos een toevallige ordening van atomen is. Alles is
tijdelijk en bestaat uit kleine deeltjes (atomen). Dit lijkt heel modern, omdat we
tegenwoordig ook weten dat alles uit atomen bestaat.
2
, - Dit wereldbeeld heeft invloed op zijn ethiek: als alles tijdelijk en toevallig is, moeten
we ons richten op geluk in het hier en nu. We hoeven ons niet druk te maken over
goden of het leven na de dood.
Filosofie als levenskunst:
- Filosofie gaat voor Epicurus over levenskunst: het bewust en goed leven. Hij focust
op persoonlijke groei en zelfreflectie. De centrale vraag is: hoe ga je om met je
passies, angsten en verlangens? Voor Epicurus was het antwoord: leef eenvoudig,
vermijd pijn, en geniet van vriendschap.
Epicurus zag dat veel mensen in angst leefden, vooral angst voor de dood en voor goden.
Hij geloofde dat het doel van de filosofie was om mensen te helpen deze angsten te
overwinnen door de aard van de werkelijkheid te begrijpen. Volgens hem was het doel van
filosofie het bereiken van gemoedsrust en zelfredzaamheid.
Epicurus' manier van denken over de wereld beïnvloedde ook hoe hij over mensen en ethiek
dacht. Hij geloofde dat het leven eindig en onzeker is, en dat we binnen die grenzen zelf
orde en rust moeten vinden.
Hij verdeelde het leven in drie cirkels:
1. De cirkel van vrienden: je meest vertrouwde en belangrijke mensen.
2. De cirkel van medeburgers: mensen waarmee je samenleeft in de samenleving.
3. De cirkel van de buitenwereld: een vreemde en soms angstaanjagende wereld
buiten je vertrouwde omgeving.
Volgens Epicurus is het belangrijk om binnen dit tijdelijke leven een eigen plek te creëren
waar je je veilig en thuis voelt. Vriendschap is daarbij essentieel, omdat het je helpt om
ondanks de onzekerheden toch rust en stabiliteit te vinden.
Vriendschap was voor Epicurus essentieel, omdat het een veilige en stabiele plek biedt in
deze beperkte orde. Het helpt mensen om ondanks de onzekerheden van het leven toch
gemoedsrust te vinden.
Gedachte experiment (Het viervoudig medicijn)
Filosofie moet en kan mensen bevrijden van:
1. De verslavende kracht van hun verlangens
2. De pijn en de last van het alledaagse bestaan
3. De angst voor de dood
4. De vrees voor de goden
Als je daarvan bevrijd was Gemoedsrust, onverstoorbaarheid, geluk
1. De verslavende kracht van verlangens
Epicurus gelooft dat verlangens ons ongelukkig kunnen maken, vooral als we er
voortdurend aan toegeven. Hij ziet geluk als de afwezigheid van pijn en de
aanwezigheid van genot, maar niet elk genot draagt op dezelfde manier bij aan geluk.
3