Reflectie en Ethiek PL4 2019-2020
, 2
Inge van Lint
1694820
Mentor: Marieke Bron
Docent: Petra van Jaarsveld
GVE-4.PL4-17
, 3
Inhoud
Normatieve professionalisering 3
Bijlage 1 Uitgewerkte Reflectie 12
Bijlage 2 Intervisie plan 17
Bijlage 3 Feedbackformulier gespreksleider 21
Bijlage 4 Feedbackformulier deelnemer 22
Bijlage 5 Feedback normatieve professionalisering 24
,4
, 5
NORMATIEVE PROFESSIONALISERING
, 6
Inhoud
Focus 5
Onderzoek 6
Dialoog 8
Verandering 9
Literatuurlijst 10
, 7
Focus
Nu de winter periode er weer aankomt, is dat ook het startsein voor de discussie over de griepprik. In
2018 is er gesproken over het starten van een onderzoek naar het verplichten van de jaarlijkse
griepprik voor medewerkers in de zorg (NOS, 2018). Dit is het advies nadat er in 2017 een griepgolf is
geweest die ongeveer 900.000 mensen trof en het voor ongeveer 9500 mensen fataal was
geworden. Deskundigen vinden dat er naar een zo hoog mogelijk vaccinatiegraad moet worden
gestreefd, zodat de medewerkers en patiënten beter beschermd zijn tegen de griep.
Ook in het UMC Utrecht werd de griepepidemie besproken. Door middel van de wekelijkse UMCU
krant werden het personeel van het UMC Utrecht op de hoogte gehouden (Bitter-Haman, 2019). Ook
door persoonlijke communicatie (2019) werd er verteld dat B3-west, de Longafdeling, afgesloten
werd vanwege de griepepidemie. Het gevolg van de griepepidemie was: veel zieke patiënten op de
SEH, overbedden in het ziekenhuis en uitval van het personeel door ziekte.
Het UMC Utrecht biedt al meerdere jaren de griepprik aan. Van collega’s hoorde ik dat er nog nooit
zoveel druk is uitgeoefend om de griepprik te halen. Zo hingen door het gehele ziekenhuis posters
over de griepprik met het motto: ‘samen voor patiëntveiligheid’, werden er folders uitgedeeld, werd
het in de wekelijkse krant benoemd van de organisatie en de afdeling en werd het benoemd tijdens
de dagstart.
Ik wilde erachter komen hoe de verpleegkundigen van de afdeling D5-west dachten over de druk die
er uitgevoerd werd tot het halen van de griepprik. Hiervoor heb ik geluisterd naar het dialoog die
tijdens de koffiepauze werd gehouden. Tijdens dit dialoog kwam verschillende argumenten en
meningen naar voren. Mijn aandeel in dit dialoog was dat ik anticipeerde in het dialoog door
kennisverrijking. Verder heb ik mijn mening voor mij gehouden om zo neutraal mogelijk te blijven.
Ook heb ik literatuur gezocht rondom het onderwerp. Uit het onderzoek van Fouchier et al. (2019)
blijkt dat er in het griepvaccin een andere griepverwekker was opgenomen dan de daadwerkelijke
griepverwekker in het griepseizoen 2017/2018.
Door het onderzoek, wat ik heb gedaan, begrijp ik goed waarom sommige collega’s tegen en/of voor
de griepprik zijn. Zelf heb ik de griepprik gehaald vanwege mijn eigen persoonlijk risicofactoren op
mijn gezondheid. De morele vraag die ik opgesteld heb bij die probleem is:
‘’Moet er geaccepteerd worden dat verpleegkundigen met een gezonde weerstand de griepprik
verplicht worden om deze te halen vanwege patiëntveiligheid, ondanks onvoldoende bewijs van
effectiviteit?‘’
, 8
Onderzoek
Aan de hand van de grote griepepidemie in 2017/2018 is er gesproken over het verplichten van de
griepprik. Aan de hand van deze uitspraak heeft de Nursing een poll gestart. Het antwoord van de
meeste verpleegkundigen die op de poll hebben gereageerd stemden ‘nee’ (Jonkers, 2018). Hierbij
werd de waarden autonomie, zelfbeschikking en onaantastbaarheid herhaaldelijk benoemd
(Berends, 2019). Wat onbekend is van de poll of de verpleegkundigen die voor zouden stemmen, ook
daadwerkelijk gestemd hebben. Een ander factor op macro niveau is de Grondwet. In De
Nederlandse Grondwet (2008) staat in artikel 11 dat iedereen zelf mag bepalen wat er met zijn en/of
haar lichaam gebeurd. Dit is ten opzichte van medische handelen, maar ook welke medicijnen er
worden gebruikt.
Op mesoniveau zijn de volgende punten van invloed op de morele vraag:
Volgens RIVM (2019) hebben mensen 40% minder kans op griep als ze de griepprik halen. Hierdoor is
de kans op uitvallen van zorgverleners die zelf griep krijgen kleiner (Groeneveld, Spaan, van der
Hoek, & van Dissel, 2018; Zandbergen, 2006). Verder kost een griepprik ongeveer 25 euro en levert
dit gemiddeld 100 euro op ten opzichte van besparingen op ziekteverzuim. Eén vijfde van de
werknemers haalt de vaccinatie. Hierdoor zal een werkgever winst behalen op het ziekteverzuim
(Zandbergen, 2006). Daarnaast wordt de kans dat je het griepvirus overdraagt aan kwetsbare
patiënten kleiner. Pless, Shaw, McLennan, & Elger (2017) beschrijft dat, ondanks dat de jaarlijkse
griepprik bij zorgverleners de morbiditeit en mortaliteit bij kwetsbare patiënten vermindert, de
vaccinatiegraad vooral bij verpleegkundigen zeer laag blijft. Falomir ‐Pichastor, Toscani, & Despointes Pichastor, Toscani, & Despointes
(2008) beschrijft dat een tekort aan kennis over de griep(prik) een belangrijke reden is om de
vaccinatie te weigeren. Ondanks de voorlichtingsprogramma’s die zijn ontwikkeld is de
vaccinatiegraad niet verbeterd. Het gevolg hiervan is dat er afgedwongen benaderingen worden
bepleit en geïmplementeerd (Pless et al., 2017). Het onderzoek van Osterholm, Kelley, Sommer, &
Belongia (2012) beschrijft dat het nog niet helemaal duidelijk is of het griepvaccinatie volledig werkt
(Jefferson, 2006).
Volgens Kanne (2016) houdt normatieve professionalisering in dat er bekeken wordt hoe een
professional omgaat met mensen en hoe zij hun beslissingen afstemmen op organisatorische en
maatschappelijke context. Hierbij wordt rekening gehouden met normen, waarden en belangen (van
Ewijk & Kunneman, 2013).
Er komen meerdere normen, waarden, belangen en morele kwaliteiten naar voren.
Waarden Norm
Respect Er wordt rekening gehouden met wederzijdse gevoelens.
Autonomie/onaantastbaarheid Je mag zelf bepalen wat er met je lichaam gebeurd.
Veiligheid Zie hieronder beroepscode.
Vrijheid van meningsuiting Je mag zeggen wat je ergens van vindt.
Vanuit de beroepscode van V&VN (2015) zijn verschillende normen en waarden beschreven die van
invloed zijn op de morele vraag:
Art. 1.1.: Als verpleegkundige/verzorgende oefen ik het beroep uit met het oog op het welzijn en de
gezondheid van de zorgvrager.
Art. 1.7.: Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan een veilige zorgverlening.
Art. 1.9.: Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf.
Art. 2.5.: Als verpleegkundige/verzorgende heb ik het recht om op grond van gewetensbezwaren te
weigeren om mee te werken aan bepaalde (be)handelingen.
Art. 3.7.: Als verpleegkundige/verzorgende ondersteun ik zorgverleners die zich aan professionele
waarden en normen willen houden.
Art. 4.1.: Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan de bevordering van de volksgezondheid.
, 9
Het belang van de organisatie bij de griepprik is dat de kans op ziekteverzuim van werknemers
afneemt en de beddendruk. Het belang van de patiënten bij deze kwestie is dat verpleegkundigen
soms het griepvirus dragen, maar het niet door hebben (Redactie Nursing, 2016). Het belang van de
patiënten is dus bescherming tegen de griep. Het is dan onderdeel van artikel 1.7 (V&VN, 2015): het
bijdragen aan veilige zorgverlening. Een mogelijk belang voor de verpleegkundigen is dat ze zelf
kunnen bepalen wat er met hun lichaam gebeurd. Anders gezegd onaantastbaarheid.
Morele kwaliteiten die bij deze casus te pas komen zijn: inlevingsvermogen en communicatieve
vaardigheden. Het is van belang om te begrijpen waar de standpunten van allen betrokkenen
vandaan komen, om hierover in gesprek te gaan. Wanneer het gesprek aangegaan wordt, met onder
andere feiten en wetenschappelijke literatuur, is het van belang om goed ontwikkelde
communicatieve vaardigheden te hebben.
Bij deze casus, over het verplicht stellen van de griepprik, gaat het voornamelijk tussen
onaantastbaarheid van het lichaam of het mogelijk verkleinen van de griepepidemie. Volgens
Hageman (2019) veranderen de griepvirussen continu en zit er vaak een ander griepvirus in de
griepprik dan dat er op het moment heerst (Fouchier et al., 2019). Persoonlijk vind ik de waarde
autonomie erg belangrijk. Hierdoor gaat mijn keuze meer naar de argumenten van de zorgverleners.