Huidkanker MEMO
Deel 1 Algemeen
Huidtype
Type I
- Lichte huid, vaak sproeten, rood/lichtblond haar, blauwe ogen
- Verbrandt zeer snel en wordt (bijna) niet bruin
Type II
- Lichte huid, blond haar, blauwe/groene ogen
- Verbrandt snel, wordt langzaam bruin
Type III
- Blanke tot licht getinte huid, donkerblond/bruin haar, vrij donkere ogen
- Verbrandt soms, wordt gemakkelijk bruin
Type IV
- Mediterrane/Middelandse zee type, getinte huid, donker haar, donkere ogen
- Verbrandt zelden, bruint zeer goed
Type V
- Aziatisch, goed bestand tegen zon
- Verbrandt sporadisch tot nooit
Type VI
- Negroide, zeer goed bestand tegen zon
- Verbrandt nooit
Zonlicht en zonbescherming
Zonlicht
- UVB dringt door tot epidermis en zorgt dat deze dikker wordt. Hierdoor dermis
gedeeltelijk beschermd tegen ultraviolette straling. UVA dringt door tot dermis.
- Door zonverbranding/zonblootstelling en zonnebank -> kans huidmaligniteit groter.
- Verbranding komt met name door UVB
- Bruin worden en veroudering van de huid (beschadiging elasticiteit) -> UVA
- Blanke mensen hebben 15 min zonlicht per dag nodig voor voldoende vitamine D
Algemeen advies
- Bescherming hangt af van huidtype, erfelijke aanleg, onderdrukking of tekortschieten
immuunsysteem, leeftijd, plaats op aarde, weersomstandigheden, lichtgevoelige
huidaandoeningen…
- Schaduw, bewolking, ruit, water -> beschermt niet/nauwelijks tegen de straling
- Tussen 12-15 uur de zon mijden
- Draag beschermende kleding, vermijd zonnebank (stralen vooral UVA beetje UVB)
Antizonnebrandmiddel
- Beschermingsfactor (SPF) is gestandaardiseerd van 5-50
- Bescherming UVB en UVA gewenst. Aangegeven SPF vooral invloed op UVB
- Smeer onbedekte huid een half uur voor blootstelling dik in
- Herhaal insmeren elke 2 uur of vaker bij zweten en zwemmen en afdrogen
- SPF 50 voorkomt elke vorm van spontane gewenning van de huid aan zon en
blokkeert de gewenste aanmaak van vitamine D
Huidtype I/II, huidkanker of verhoogde kans
, - SPF 15 dagelijks, SPF 30 vrije tijd en vakantie
- Hoger meestal niet nodig
Patient met lichtgevoelige huidaandoeningen
- Patienten met porfyrie, lupus erythematosus, lichtallergie of andere fotosensiteive
dermatosen zijn beschermende cremes met hogere beschermingsfactoren nodig
Deel II (pre)maligne tumoren
Basaalcelcarcinoom (BCC)
Definitie
- Maligne epitheliale tumor, ontstaat uit onvolledig gedifferentieerde immature
keratinocyten van epidermis of huidaanhangsels
- Lokaal invasieve en destructieve groei, zeer zelden metastasering.
Epidemiologie
- Meest voorkomende vorm van huidkanker
- In 2020 incidentie voorspeld van 230 per 100.00 personen en stijgt met 4% per jaar
- Meest voorkomend op middelbare leeftijd, maar ook steeds vaker bij jongvolwassen
Risicofactoren
- Huidtype I/II
- Cumulatieve en intermitterende zonblootstelling
- Genetische predispositie
- Hoge leeftijd
- Immuungecompromitteerde patienten
Kliniek
- Verschillende histologische groeiwijzen:
Superficieel -> matig tot scherp begrensd, soms squameuze, erythemateuze tot
erosieve oppervlakkige plaque, soms begrensd door iets verheven randje.
Nodulair -> meestal huidkleurig tot lichtroze papel of plaque, met glanzend aspect en
tele. Kenmerkend is een opstaand, glanzen, parelsnoerachtig randje. Oppervlak kan
ulcererend, scleroserend of gepigmenteerd zijn.
Sprieterig -> meestal moeilijk afgrensbaar. Soms ingezonken aspect van de huid of
lijkend op een litteken.
- Voorkeurslocatie -> zonlichtblootgestelde huid. Bij nodulaire en sprieterige groeiwijze
voornamelijk in hoofd-halsgebied, bij superficiele groeiwijze vaker op romp. Op
mucosa geen BCC.
Differentiaaldiagnose
- Superficieel -> morbus bowen, psoriasis of eczeem, tinea corporis
- Nodulair -> seniele talgklierhyperplasie, overage benigne adnextumor, melanoom
- Sprieterig -> litteken
- Gepigmenteerd -> naevus naevocellularis, verruca seborrhoica, gepigmenteerd
morbus Bowen, melanoom
Diagnostiek
- Huidbiopt ter bevestiging. Chirurgische behandeling. Dermatoscopie.
Therapie