MODULE 9
1. De embryologische ontwikkeling van het zenuwstelsel
en het sensorische systeem uitleggen. (5)
Beschrijven hoe de neurale buis zich vormt tot de hersenblaasjes.
Neurale buis CZS (vooral uit de wand)
Neurale lijst PZS, huid, met name kopgebied. Valt uit elkaar en
verspreid over hele lichaam
Ontwikkeling hersenen begint met vorming neurale buis uit ectoderm.
Rond week 3 vormen neurale plooien zich aan de zijkanten neurale plaat
en groeien die naar elkaar toe neurale buis. De neurale buis heeft 3
primaire hersenblaasjes, deze ontstaan eind week 4:
1) Prosencephalon (voorhersenen)
- Telencephalon
- Diencephalon
2) Mesencephalon (middenhersenen)
3) Rhombencephalon (achterhersenen)
- Metencephalon
- Myelencephalon
Beschrijven hoe de hersenblaasjes het volwassen
centrale zenuwstelsel vormen.
Hersenblaasjes ontwikkelen zich verder tot structuren van het volwassen
centrale zenuwstelsel
- Telencephalon cerebrale hemisferen (cortex en subcorticale
structuren)
- Diencephalon thalamus, hypothalamus en retina
- Mesencephalon middenhersenen (motorische functies en
visuele en auditieve reflexen)
- Metencephalon pons en cerebellum (coördinatie en balans)
- Myelencephalon medulla oblongata (vitale functies zoals
ademhaling en hartslag)
Beschrijven hoe de zintuigen gezicht en gehoor gevormd worden.
Ontwikkeling oog en oor start bij 22 dagen, als de neurale buis gesloten
wordt.
Ogen groeien uit uitstulpingen prosencephalon.
- Groeven steeds dieper oogblaasje
- Dag 24: Oogblaasje in contact met oppervlak ectoderm lens
placode
- Distale uiteinde oogblaasjes zetten uit verbinding met hersenen
via holle optische steel
- Lens placodes dringen naar binnen lensputten randen fuseren
lensblaasjes
, - Dubbelwandige oogbeker ontstaan retina optische steel
oogzenuw
- Pasgeborene ziet zwart/wit en verschil donker/licht. Ziet tot 20 cm
scherp. Ontwikkeling kegeltjes pas 6 wk-8 mnd kleur, contrast,
diepte, scherpte
Oor:
- Interne deel: Geluidsgolven zenuwimpulsen. Ontwikkeld als
eerste! Begint week 4 uit verdikking ectoderm (oorplacode)
- Externe deel = overdracht geluidsgolven. Tijdens week 5
ontwikkelen 6 oorheuvels vanuit 1e en 2e faryngeale bogen. In week
6 worden die heuvels oorschelpen
- Middelste deel = overdracht geluidgolven
o Proximale deel buis van eustachius
o Distale deel tympastische holte (trommelvlies)
Worden later gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel)
Beschrijven hoe neurale buisdefecten ontstaan tijdens de
verschillende fasen van de embryologische ontwikkeling.
NBD’s ontstaan door voedings- en milieufactoren. 0,4-0,5 mg foliumzuur
preconceptioneel beginnen tot 3 maand zwangerschap verlaagt de kans
op NBD. B12 tekort zorgt ook voor verhoogde kans op NBD
Spina bifida occulta = wervelbogen niet gesloten. Bij L4 of S1 in 10%.
Kuiltje met haar = minder ernstig. Geen symptomen
Dermale sinus = ‘gaatje’ in ruig bedekt met haar, huidtrekking of
wijnvlek. Door onvolledige separatie neuroectoderm van overliggende
epitheliale ectoderm fistel van verhoornd plveiselepitheel huid. Loopt
naar binnenkant lichaam.
2. De anatomie van het zenuwstelsel en het sensorische
systeem uitleggen. (3)
De anatomie van het centrale en perifere
zenuwstelsel beschrijven.
CZS = hersenen en ruggenmerg.
Interpreteert sensorische input en
reguleert motorische output
- Cerebrum = grote hersenen
o Limbische systeem =
emotioneel centrum
o Links en rechter
hemisfeer
Frontale lob =
motoriek,
psychische
, processen en hogere cognitieve functies (zoals plannen
en redeneren)
Pariëtale lob = gevoel (sensoriek), pijn, tast,
temperatuur
Temporale lob = auditief: spraak: Broka (productie) en
Wernike (begrijpen)
Occipitale lob = gezichtsvermogen
- Cortex cerebri = hersenschors = ontvangt, analyseert en
interpreteert info uit rest lichaam. Zet dit om in gedachten, innerlijke
spraak en mentale beelden en concrete aansturing lichaam i.v.v.
spreken en handelen
o Primaire schors = functie, secundaire = bijbehorend
geheugen
- Limbische systeem
o Basale ganglia = geautomatiseerde bewegingen, sturen
motorische voorhoorncellen (dus skeletspieren) aan buiten
grote motorische zenuwbanen
o Hippocampus = opslag info geheugen, ruimtelijke oriëntatie
en controleren gedrag dat van belang is voor omgeving
o Amygdaloid kernen = verband info afkomstig van
verschillende zintuigen en koppeling aan emoties
- Diencephalon = tussenhersenen
o Thalamus = selectieprikkels naar hersenschors
o Epithalamus = dag-nacht ritme (melatonine)
o Hypothalamus = handhaven interne milieu en hormonale
systeem
o Hypofyse = uitscheiding endocriene klieren
- Hersenstam (tractus cerebri) = zintuigelijke waarneming huid en
gewrichten nek, gezicht, hoofd, horen, smaak en evenwicht = basale
lichaamsfuncties (AH, HS, reflexen zoals hoesten en slikken)
o Pons = prikkels van evenwichts- en gehoororgaan
doorgegeven aan kleine hersenen
o Medulla oblongata = zendt opdrachten vanuit hersenen
door naar luchaamsdelen. Centra HS, AH, spijsvertering, RR en
kruising zenuwbanen
o Mesencephalon = regulatie zintuigelijke en motorische
functies, visuele en auditieve reflexen, pupilverwijding, gehoor
In hersenstam ontspringen 12 hersenzenuwen
o Nervus vagus (X) = organen in thorax en buik
o Nervua pudendus = schaamzenuw = geslacht, externe
urethrale sfincter en rectum
- Kleine hersenen (cerebellum) = evenwicht en coördinatie
- Ruggenmerg (medulla spinalis) =
o 8 paar cervicale zenuwen
o 12 paar thoracale zenuwen
o 5 paar lumbale zenuwen
o 5 paar sacrale zenuwen
o Witte stof bevat lange, gemyeliniseerde axonen. Verzorgt
communicatie tussen zenuwcellen