Handig om te weten: op het tentamen hoef je niet te rekenen, dit komt later in de opleiding.
Je hoeft geen rekenmachine mee te nemen en ik heb dus ook geen formules hierin vermeld.
Hoofdstuk 2 Het Systeem Aarde en het
Heelal
Het heelal is vacuüm, wat inhoudt dat er minder dan 1 atoom per Liter is. De OortCloud zijn
bevroren delen van de vorige zon of formatie van de zon en produceren net als de
Protoplanetary disk (waar planeten worden gemaakt, bij ons de Kuiperbelt) kometen. Het
magnetisch veld beschermt de aarde tegen cosmische straling en zonnewind.
Geologen beschouwen de geografische noordpool als ook als de magnetische noordpool,
terwijl dit volgens natuurkundigen de geografische zuidpool is (immers heb je hier dat
,magneten naar het zuiden toe wijzen.
Botsingen van kosmische straling met elektronen vormen het noorderlicht, dit is in de
thermospheer.
Een komeet is van ijs en stof in een eigen baan die kruid met andere objecten. Het ijs geeft
die komeet ook een staart. Een asteroïde draait om de zon en bestaan uit steen of metaal.
De grootte bepaalt van beiden de vorm (groot=robdje, klein=ovaal).
Luchtdichtheid
1 bar is op zeeniveau, bij 5,5 km heb je 0,5 bar=atm, waar mensen niet meer kunnen
ademen.
, De habitale zone is de
zone 0,8-2,5 AU met
AU=150 miljoen
kilometer) waarin je kunt
leven. Mars en Venus
liggen hier ook, maar
hebben niet een
atmosfeer/verkeerde
atmosfeer.
De buitenkern is
vloeibaar (meer later),
de binnenkern is vast.
Doordat de binnenkern
langzaam zijn warmte
verliest, geeft ie dit door
aan de buitenkern, die
weer verder verliest,
Figuur 1: leer de afstanden uit je hoofd. Daarnaast ook: vanaf 150 km praten we over de
etc., groet de
plastische asthenosfeer en 410 de transitiezone. binnenkern met 1mm/yr.
Silicagehalte Fine-grained Coarse-grained
Hoog (dichtheid felsisch Rhyoliet Graniet
laag)
Intermediair Andesiet Dioriet
Mafisch Basalt Gabbro
Laag (dichtheid Ultramafisch - perodotiet
hoog)
Zie ook je uitgeprinte blaadje
De geotherm gradient is hoe heter het wordt.
Het binnenste van de aarde is van ijzer, want aardbevingen gaan hier doorheen met een
bepaalde snelheden en zo kun je de dichtheid uitrekenen (die is hoger dan die van steen).
, Warmteoverdracht:
- Straling
- Conductie (door het luciferstokje)
- Convectie (zoals in een pot met water)
- Advectie (meeliften van energie
Je hebt gesloten, open en geïsoleerde systemen: koffiekopje, met stroopwafel, koffiekan.
Je hebt een controlesysteem (thermosstaat), processysteem (badkuip) en een proces-
responssysteem (terugkoppelingen). Forcering is ruis. Hysterese is de vertraging van de
gevolgen van een oorzaak.
H3 (mid-oceanische rug ontdekking
+declinatie/inclinatie)
Pangea bestond tijdens de Paleozoische periode en is gebroken tijdens de Mesozoische
periode. Door striations, van gletsjers, zelfde fossielen, stenen en bergen, kwam Alfred
Wegener tot de conclusie dan Pangea moest hebben bestaan, en Arthur Holmes kwam met
de theorie dat het misschien kwam door convectiestromingen, maar ze konden het niet
bewijzen. Doordat Hess en Marie Tharp vervolgens de zeebodems onderzochten, konden ze
subductie bedenken.
De buitenkern is vloeiend ijzer (niet vloeibaar) en draait mee in de richting van de aare,
waardoor een magnetisch veld ontstaat. Maar er is ook declinatie (=het verschil in de hudige
noordpool en de magnetische noordpool toen het gesteente gevormd werd (10-20graden)
wat je kunt meten per locatie op aarde en die verschilt ook per locatie op aarde). De
inclinatie is hoe recht het magnetisch veld daar staat op het magnetisch veld in het
binnenste van de aarde, dus op de polen is dan 90 graden en op de evenaar 0 graden. Al ijzer
smelt kan het alle kanten op wijzen, maar daarna alleen nog naar het noorden. Dus
magnetische gesteentes en mineralen (dus soms ook in sedimentair gesteente) kun je je
paleopool (je vroegere locatie van het gesteente dat daar gevormd is) bepalen.
Maarrr…. Het magnetische noorden verandert een beetje, maar per continent leek dat
verschillend (apparent polar wander). Dit is niet zo, de continenten zijn verschoven. Het
noorden verschuift af en toe ook gewoon eens naar de andere kant van de aarde voor de
leuk (chrons en subchrons zijn de periodes waarin dit gebeurt). Hierdoor verschilt het aan
beide zijden van de midoceanische rug op een spiegelmanier. Dit heet positive en negatieve
anomalieën: komt de chron overeen van het gesteente met de huidige? positief.