Een complete samenvatting voor het vak Ontwikkeling (Development). In deze samenvatting vind je informatie uit de boeken Siegler, Smith en Leman. Ook staan alle E-readers erin en wat informatie uit de colleges. Succes!
Complete samenvatting Ontwikkeling
(boeken, E-readers en colleges)
Taak 1
Theorie van Piaget
Kinderen zijn zowel fysiek als mentaal actief in eigen ontwikkeling. Nature en nurture vullen elkaar
aan om zo cognitieve ontwikkeling te produceren. Piagets theorie over hoe kinderen kennis
verkrijgen, focust zich op 2 basis processen:
- Adaptie: de neiging zich aan te passen aan de voorwaarden van de omgeving. Je maakt
nieuwe schemas, omdat het niet meer klopt met schema die je had.
- Organisatie: het inpassen van verkregen informatie in al bestaande kennis. Schema’s pas je
aan, worden complexer.
Piaget zegt dat ontwikkeling zowel continuïteiten als discontinuïteiten kent. De primaire bronnen van
continuïteit zijn 3 processen:
- Assimilatie: het proces waarbij kinderen nieuwe informatie opnemen in concepten die ze al
begrepen.
- Accommodatie: het proces waarbij kinderen hun schema's aanpassen aan nieuwe informatie
- Equilibratie: een balans tussen assimilatie en accommodatie om stabiel begrip/kennis te
creëren eerst equilibrium: kind is tevreden met kennis over fenomeen disequilibrium:
kind realiseert zich door nieuwe info dat zijn kennis tekort komt stabieler en breder
equilibrium.
Vier centrale 'eigendommen' van Piagets stadia theorie:
- Kwalitatieve verandering kinderen van verschillende leeftijden denken op kwalitatief
andere manieren
- Breed toepasbaar
- Korte transitie tussen de fases waarin ze schommelen tussen de twee fases
- Invariante volgorde iedereen gaat alle fases door, en allemaal op zelfde volgorde
Piaget zegt dat kinderen door vier stadia van cognitieve ontwikkeling gaan:
1. Sensomotorisch fase (geboorte - 2 jaar): kinderen gebruiken zintuiglijk en motorisch
vermogen om omgeving te verkennen/basiskennis te verkrijgen.
- Belangrijke ontwikkelingen: primitief gevoel van 'zelf' en 'anderen', beginnen
gedragsschema's te internaliseren om afbeeldingen of mentale schema's te
produceren.
- Object permanentie: objecten blijven bestaan, ook als ze niet in zicht zijn.
- A-not-B-error: object altijd links verstoppen terwijl kinderen het zien; dan een keer
rechts kind zal links blijven zoeken.
, - Deferred imitatie: onthouden van eerdere ervaring (vb kind schreeuwt om box uit te
komen, dag erna weer zodat 'ie weer uit box komt)
- Zes subfases:
Reflexive activiteit (geboorte - 1 maand): doen van reflexe bewegingen (zuigen,
kijken, grijpen)
Primaire circulaire reacties (1-4 maand): herhalen van bewegingen voor
interessante resultaten
Secundaire circulaire reacties (4-8 maand): geen object permanentie
Coördinatie van secundaire schema's (8-12 maand): combineren van acties om
doel te bereiken, zoeken naar verstopte objecten. A-not-B-error. Wel object
permanentie.
Tertiaire circulaire reacties (12-18 maand): experimenteren op verschillende
manieren om doel te bereiken. Trial error.
Interne representatie. Inventie van nieuwe bedoelingen m.b.v. mentale
combinaties (18-24 maand): bedenken van mogelijke oplossingen; niet
aanwezige modellen nadoen; deferred imitatie.
2. Preoperationele fase (2-7 jaar): Kinderen gebruiken symboliek (beelden en taal) om
verschillende aspecten van de omgeving te vertegenwoordigen en te begrijpen. Ze reageren
op gebeurtenissen en voorwerpen op basis van hoe dingen lijken te zijn. Gedachte is
egocentrisch, wat betekent dat kinderen denken dat iedereen de wereld voor een groot deel
op dezelfde manier ziet als dat zij doen.
- Belangrijke ontwikkelingen: kinderen worden fantasierijk in hun spel activiteiten. Ze
beginnen geleidelijk te erkennen dat andere mensen misschien niet altijd de wereld
op dezelfde manier als hen waarnemen.
- Appereance reality distiction: kat deed masker op, wisten dat het een kat was maar
had masker van hond op dus nu was het een hond. Het niet begrijpen dat het
veranderen van het uiterlijk het eigenlijke object niet veranderd.
- Van centration (zien van een eigenschap van iets als vaste eigenschap) naar
decentration (geen vaste eigenschappen) kunnen veranderen.
3. Concrete operationele fase (7-11 jaar): kinderen kunnen logisch beredeneren, gebruiken
cognitieve handelingen.
- Belangrijke ontwikkelingen: kinderen niet langer te misleiden door schijn. Ze
begrijpen fundamentele eigenschappen van, en relaties tussen
objecten/gebeurtenissen. Moeite met abstract denken.
- Transiviteit: begrijpen van relaties tussen objecten als A groter is dan B en B
groter dan C, dan A ook groter dan B.
- Conservatie:
- Horizontale decalage: beter in complexe taken.
4. Formele operatie fase (12+ jaar): zowel concreet als abstract en systematisch denken, ook
over hypothetische situaties. Niet iedereen bereikt deze fase (vb blokboek hypothese).
- Belangrijke ontwikkelingen: logisch denken niet langer gelimiteerd tot
concreet/waarneembare. Men wordt idealistisch door hypothetisch nadenken. Zijn
in staat om systematisch en deductief te redenen.
- Imaginary audience: in puberteit denkt men dat iedereen naar hun kijkt.
- Personal fable: geloof dat je uniek bent en dat niemand je begrijpt.
, Kritiek Piaget:
- Kinderen kunnen sneller iets dan Piaget beweerd
- Niet alle kinderen doorlopen de stages zoals Piaget beweerd
- Theorie van Piaget zegt te weinig over sociale invloeden
- Je kunt kinderen 'trainen' in taken van volgende stage terwijl Piaget zegt van niet
- Preoperationele kinderen kunnen toch meer rationele concrete dingen dan Piaget had
verwacht
Vygotsky probeert tekortkomingen van Piaget tegemoet te komen
Theorie van Vygotsky
De ontwikkeling van het kind wordt hevig beïnvloed door de culturele context (sociale activiteit).
Tijdens de formele en informele informatie uitwisselingen met kinderen, verzorgers, vrienden en
tutoren worden vaardigheden en culturele groepswaarden aangeleerd. De regulatie van het gedrag
wordt door anderen gestuurd, maar gaat langzaam over in zelfregulatie dankzij internalisatie.
Gedachtes zijn geïnternaliseerde speech.
- Scaffolding: tijdelijk structuur bieden aan kinderen tijdens uitvoering taak (voordoen, uitleg),
waardoor kind gemotiveerd wordt om de taak af te maken. Naarmate kennis en
vaardigheden toenemen, zal leraar afstand nemen om zelfstandigheid te bevorderen.
- Zone of proximal development: het gebied wat een kind kan met een klein beetje assistentie
(zit tussen huidig ontwikkelingslevel en potentieel ontwikkelingslevel).
- Guided
participation: ouders hebben neiging kind te helpen om meer te bereiken. Lijkt op
scaffolding.
- Tools of intellectual adaption: (denk)methoden om problemen op te lossen, die kinderen
aanleren door hun omgeving.
Verschil Piaget en Vygotsky: Piaget gaat er vanuit dat kinderen alle stadia op dezelfde manier én
ong. op zelfde leeftijd doorlopen (discontinue). Bij Vygotsky kunnen stadia door elkaar lopen en
ontwikkelen kinderen zich verschillend (continue).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meikeschols. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.