Benaderingen in de kunstgeschiedenis herkansing
Hoorcollege 1: Kunst en kunstenaar; Vasari en de kunstenaarsbiografie + Introductie
Het boek heeft de omslag van Demoiselles d’Avignon (van Picasso). Aan deze titel had Picasso
een hekel, want hij wilde het officieel ‘het bordeel van Avignon’ noemen. Het is een referentie
naar de straat in Barcelona, die Avignon heet, waar de bordelen zaten. De naam is bedacht door
André Salmon
Biografische benadering
- Gaat om het verband tussen het kunstwerk en kunstenaar
- Vanuit het leven van de kunstenaar
- Bij dit voorbeeld:
> Geen gekke invalshoek, want Picasso had een geliefde en zij verdiende haar geld als
naakt model. De vrouw in het middel van het werk zou die geliefde zijn, genaamd
Fernande
> Het zou ook kunnen dat Picasso in Avignon een bordeel bezocht had, maar dat hij bang
was voor soa’s en deze angst heeft vertaald naar een herinnering naar de vrouwen in het
bordeel; hij maakte dus vrouwen die hij angstig vond
Je hebt ook stijl vraagstukken;
- Is het kunstwerk stilistisch gezien echt van de kunstenaar en uit de tijd van wie het is
gemaakt?
> Bij dit schilderij weten we dat zeker, maar bij tekeningen is dat weer anders
- Ook heb je een andere relatie tussen kunst en stijl, namelijk hoe verhoudt de stijl van het
schilderij tot de stilistische ontwikkeling op dat moment
Iconografie & interpretatie:
- We kijken naar vijf vrouwen in een niet duidelijk gedefinieerde ruimte, maar wat is de
voorstelling precies?
, > door Picasso weten we dat het een bordeel moet voorstellen. Je kan je hierbij afvragen
wat hij met dit schilderij wil zeggen; het valt niet echt af te lezen van het werk. In de
oorspronkelijk tekeningen vonden we ook mannen, de vrouwen waren anders
gegroepeerd. We zien hier dus eigenlijk dat het een bezoek was aan het bordeel van een
man; gereduceerd tot confrontatie met de vijf vrouwen
- Het schilderij is ook te beoordelen vanuit een veel breder perspectief, namelijk het
bordeel als maatschappijkritiek.
> Wat zegt het feit dat er vrouwen in een bordeel worden afgebeeld op deze manier?
> Waarom kiest men in het begin van de 20e eeuw een bordeel als thema en wat was de
plek van het bordeel in de maatschappij, waarom was er zo een fascinatie voor?
Kunst & psyche:
- Je kan ook nog de vraag stellen wat er is gebeurd en is ontstaan, zonder dat Picasso
bewust de keuze maakte voor dit werk.
- Je kan bedenken dat hij in de voorstudies steeds meer werkt, tot wat uit zijn eigen psyche
en misschien wel het onderbewuste deel hiervan
> dit valt te vatten in beelden, denk aan dromen. Hij verbeeldt eventuele angsten, voor
seksualiteit
Kunst & teken; semiotische analyse
- Je moet kijken hoe de moderne kunst een eigen taal ontwikkelt, met eigen tekens en hoe
in dit werk deze taal wordt ingezet; je moet deze taal relateren aan andere kunstwerken
> je bekijkt dus hoe Picasso zich verhoudt tot andere kunstenaars en kunstwerken uit die
tijd
Kunst & gender:
- Genderperspectief is steeds belangrijker geworden
- Het centrale begrip in de feministische kunstkritiek is de male gaze; als je 5 vrouwen
plaatst als naakte objecten, heb je wel degelijk te maken met de gaze van de toeschouwer.
De vrouwen zijn hier niet in hun verleidelijkheid neergezet en ze worden gede-erotiseerd.
> de vraag is op welke manier hier vrouwen worden geprojecteerd
,Kunst & globale wereld
- De vraag hoe kunst zich verhoudt tot de globale wereld waarin wij leven, met
voornamelijk Europa vs. de rest van de wereld.
- Belangrijk is ook het postkoloniale en de Afrikaanse maskers, waar Picasso van onder de
indruk was en heeft toegepast op de gezichten van Afrikaanse vrouwen
> Hij geloofde dat de maskers magische krachten hadden om angsten uit te drijven van de
mens.
Kunst & materiaal:
- We kijken hierbij naar hoe het schilderij is gemaakt
> aan de rechterkant is het schilderij vrij open; bovenin is het nauwelijks dekkend
> het schilderij heeft een onaf karakter
- Het is interessant om dan te beseffen dat een eventueel onvoltooid maakproces de sleutel
is geweest tot een groot deel van de moderne kunst
Methode gaat om niet wat je onderzoek, maar hoe je dat doet
Er zijn veel delen van de kunstgeschiedenis, waarbij de kunstenaar anoniem is en er dus geen
biografische benadering plaatsvindt (= denk aan de oudheid, middeleeuwen, kunstnijverheid,
volkskunst en niet-westerse kunst). Nu is het gewoon voor ons dat de naam van de kunstenaar
bekend is, maar er zijn dus een heleboel tijdperken waar we amper namen van kennen.
De fascinatie voor de maker en wie dat is, is typerend voor ons vakgebied. Het is belangrijk om
te realiseren dat er veel domeinen zijn van de menselijke creatie waarbij niet wordt stilgestaan
wie de maker is.
> Beeldende kunstenaars zijn uitverkoren om hun naam te behouden en betrokken te blijven,
veel meer dan andere kunstgroepen. De kunstenaars van de kunstnijverheid hadden dus namelijk
niet, denk aan de goudsmid.
Maar wanneer kwalificeert een mens/ beroepscategorie zich voor biografie?
> Het gaat erom dat het leven van zo een persoon, meer is dan een gemiddeld leven
, - Niet- uitwisselbaarheid van een prestatie
- Verhevigde levensloop/ persoonlijkheid
- Offers voor een doel dat eigen belang overstijgt
- De mensheid tot voorbeeld gediend of verder gebracht
Waar komt de interesse van de kunstenaar vandaan? > De oorsprong van de biografie
- Plinius, de Historia Naturalis
> De eerste kleine vertellingen over het leven vinden we al in de Oudheid
> dit is niet bedoeld als biografie, maar hij vertelt bij bepaalde natuurvoorwerpen, welke
kunstenaars deze voorwerpen gebruikten; hij maakte dus kleine kunstenaars- biografieën
en dit is meer een bijverschijnsel
De echte grote voorbeelden van de biografie:
- Plutarchus (1e eeuw), Vitae Parallelae
> Hij maakte steeds paarsgewijs levensbeschrijvingen van een Griek en een Romein; van
helden en staatslieden.
> Dit zijn dus eigenlijk prototypes van biografieën
- Diogenes Laertius (3e eeuw)
> Hij maakte een bundel van 82 biografieën van de belangrijkste vertegenwoordigers van
de Griekse filosofie
> lijkt meer op wat Vasari is gaan doen, namelijk het opsommen van de belangrijksten en
hiermee een ontwikkeling schetsen
In de oudheid hebben we dus kleine biografieën, maar in de Middeleeuwen is er niks van
overgebleven. Weinig kunst werd ook gesigneerd en er waren weinig bronnen
De eerste aanzet tot het maken van een biografie of het noemen van kunstenaars, is te vinden ca.
1400 in Florence
- De Origine Civitatis Florentiae et eiusdem famosis civius door Filippo Fellaini
> schrijft tekst waarin hij introduceert en excuseert waarom hij iets gaat vertellen over
Giotto en Cimabue. Hij noemt hen kort, maar excuseert hierna dat hij hen heeft genoemd