Verpleegkundig
Leiderschap
1
,Inhoudsopgave
Onderdeel 1 – kennismaken met leiderschap........................................................................................3
Verpleegkundig leiderschap...............................................................................................................3
Persoonlijke visie op verpleegkundig leiderschap..............................................................................5
Verpleegkundig leiderschap in het dagelijks werk..............................................................................5
Verpleegkundig leiderschap bij het verbeteren van de kwaliteit op stage.........................................6
Verpleegkundig leiderschap en het verbeteren van de kwaliteit van zorg op organisatie- en
regionaal niveau.................................................................................................................................7
Voorbeelden van verpleegkundig leiderschap door de student.........................................................8
Onderdeel 2 – onderzoeken van leiderschap.........................................................................................9
Aanleiding voor onderzoek verpleegkundig leiderschap....................................................................9
Schaduwen van stakeholders...........................................................................................................10
Relevante ervaringen en observaties tijdens het schaduwen...........................................................16
Verbinding tussen eigen ervaring, opgedane kennis en kwaliteit van patiëntenzorg.......................16
Reflectie op eigen rol en gedrag tijdens het schaduwen..................................................................18
Sterke- en ontwikkelpunten ten aanzien van verpleegkundig leiderschap.......................................18
Literatuurlijst........................................................................................................................................19
Bijlagen.................................................................................................................................................20
Bijlage 1: Feedbackformulier verpleegkundig manager....................................................................20
Bijlage 2: Feedbackformulier revalidatiearts....................................................................................20
Bijlage 3: Feedbackformulier van de werkbegeleider.......................................................................21
Bijlage 4: Presentatie verpleegkundig leiderschap...........................................................................21
2
, Onderdeel 1 – kennismaken met leiderschap
Verpleegkundig leiderschap
Volgens Vermeulen, Holleman, Huis, Lalleman en Ista (2017) is er binnen de verpleging altijd
functiedifferentiatie zichtbaar. Binnen een organisatie is er personeel werkzaam van
verschillende niveaus. Er zijn bijvoorbeeld leidinggevenden, managers, teamleiders en
directeuren. Er wordt veel onderzoek gedaan naar leiderschap en management, ook binnen
de verpleging. De term ‘verpleegkundig leiderschap’ wordt geregeld genoemd. Maar wat is
verpleegkundig leiderschap eigenlijk? Het tonen van leiderschap kan ertoe leiden dat de
kwaliteit van zorg verbetert. De verpleegkundig leider heeft onder andere invloed op de
effectiviteit, veiligheid en persoonsgerichtheid van de zorg (Vermeulen, et al., 2017).
De functie van een manager en een leider ligt dicht bij elkaar, het verschil tussen hen is niet
eenvoudig uit te leggen. Henrey Fayol, een Franse ingenieur, definieerde managers door
middel van zes componenten: voorspellen, organiseren, plannen, communiceren,
coördineren en controleren (Vermeulen et al., 2017, p.8). Een andere onderzoeker, Henrey
Mintzberg, benoemde interpersoonlijke-, besluitvormende- en informerende aspecten als
eisen voor een goede manager (Vermeulen et al., 2017, p.8). Deze componenten zijn zowel
voor managers als voor verpleegkundig leiders van toepassing. In de rol als verpleegkundig
leider is dit te herkennen in de CanMEDS-rollen ‘organisator’ en ‘reflectieve EBP-
professional’. Doordat deze componenten in de CanMEDS-rollen zijn opgenomen is de
huidige verpleegkundige deels opgeleid voor managementtaken en kan zij deze
competenties goed inzetten in het werkveld om verpleegkundig leiderschap tot een hoger
niveau te brengen (V&VN, 2015).
Om leiderschap beter te kunnen definiëren en begrijpen is gebruik gemaakt van
verschillende modellen en studies. Een van deze studies is de Ohio State Studie (Vermeulen
et al., 2017, pp. 11-12). Hieruit komt naar voren dat verschillende eigenschappen van belang
zijn voor leiders. Volgens deze studie kan het leiderschapsgedrag in twee dimensies
verdeeld worden. Ten eerste consideratie, dit is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en
respect voor ideeën en gevoelens van de werknemer. De leider helpt werknemers met
problemen en is vriendelijk en toegankelijk. Ook behandelt zij eenieder gelijk. De termen
‘vriendelijk’, ‘open’ en ‘samenwerkend’ komen hier naar voren. Ten tweede structuur-initiatie,
in deze dimensie definieert de leider de rol van de werknemer en van zichzelf. Zij creëert
structuur om doelen te behalen, verdeelt taken over het team en maakt zich hard voor
prestatienormen en deadlines. De termen ‘duidelijkheid’, ‘assertief’, ‘strikt’ en ‘teamverband’
komen hier naar voren (Vermeulen et al., 2017, pp. 11-12).
Een andere studie over leiderschap is de Michigan State Studie welke eveneens twee
dimensies van leiderschap weergeeft: de werknemersgerichte leiders en de
productiegerichte leiders (Vermeulen et al., 2017, p.12). De werknemersgerichte leiders
hadden veel aandacht voor de persoonlijke belangen van de medewerkers en accepteerden
verschillen binnen een team. De productiegerichte leiders hadden een focus op het behalen
van doelen en richtten zich voornamelijk op de werkzaamheden die uitgevoerd dienden te
worden. De werknemersgerichte leiders hadden een hogere productiviteit en
werktevredenheid tot uitkomst in tegenstelling tot de productiegerichte leiders (Vermeulen et
al., 2017, p.12).
3