EPA; AZ-REC-1: Zorg verlenen aan de preoperatieve zorgvrager en assisteren
bij (loco) regionale anesthesie technieken.
Beschrijven wat anesthesiologie is, het wat, waar, waarom en wie benoemen;
De geschiedenis:
William Morton (1848):
Eerste narcose met ether.
Begon de moderne anesthesiologie
Prof Vermeulen Cranch (1948):
Werkte in het wilhelmina gasthuis
amsterdam en begon de anestheshiologie in
nederland.
Het vak anesthesiologie:
- Het specialisme dat zich bezighoudt met verschillende vormen van verdoving (anesthesie),
pijnbestrijding en de intensieve zorg rondom een operatie, onderzoek of behandeling.
- Pre-,peri- en postoperatieve eindverantwoordelijk voor de vitale functies en het welzijn van de
patienten
Anesthesie komt neer op:
1. Patient ‘nare’ingrepen te laten ondergaan
Op een minimaal onaangename manier
2. Vitale functies bewaken
En te stabiliseren
Verder moet een anesthesioloog/ het aneshesieteam kunnen ‘zien’ hoe het met de patient gaat, kunnen
voorkomen dat het ‘misgaat’ en kunnen ingrijpen als er iets ‘misgaat’.
Klinische doelen die de anesthesie heeft zijn:
1. Bewusteloosheid/amnesie(geheugenverlies)
2. Analgesie (het eel gericht verlagen van het bewustzijn en het bestrijden van pijn met
medicatie)
3. Beweging/spiertonus minimaliseren
4. Vitale functies optimaal houden
Het proces van pre-, per- en postoperatieve zorg beschrijven:
Het proces rondom een operatie heeft verschillende stappen namelijk: pre operatief, peri operatief en
post operatief.
Pre operatieve screening:
Een pre operatief onderzoek kan worden uitgevoerd door een anesthesioloog of onder dienst
verantwoordelijkeheid door opgeleide (anesthesie) medewerkers volgens een vaste werkwijze. Tijdens
een pre operatieve screening wordt er gekeken naar verschillende aspecten om uit eindelijk een
inschatting te maken van de risico’s die verbonden zijn aan de operatie. De verschillende factoren die
belangrijk zijn binnen een pre operatieve screening zijn:
Voorgeschiedenis
Metabole capaciteit/ inspanningstolerantie
Cardio pulmonaal (hartproblematiek, reactie op overvulling, klepfunctie)
, Eventuele intoxicatie (drinkt, drugs, rookt) (medicatie kan anders reageren door
eventuele receptoren die bezet zijn)
Overige tracti; metabool, endocrine, neurologisch, gastro intestiaal
o Metabool; uitscheiden medicatie
o Endocrine
o Neurologisch; functioneren voor OK (uitgangswaarde), spieraandoeningen en
gerelateerd kan je vooraf al kijken naar post OK plekje
o Gastro intestiaal; informatie willen weten met betrekking asperatie
Allergieen, medicatie (medische voorgeschiedenis), Vitale gegevens, Lichamelijk
onderzoek (mond en kaak met zicht op kap beademen), Voorlichting
Eerdere anesthesie (PONV, luchtweg en complicaties) (reacties van sierverslappers en
dampvormen)
ASA classificatie:
Ook wordt er gekeken naar de ASA classificatie. Dit is een model wat wereldwijd wordt gebruikt.
Binnen dit model kan de patient onder verdeeld worden in 6 classificaties om de fysieke toestand van
de patient pre operatief. Op basis van de ASA score wordt al een kleine inschatting gemaakt wat
betreft risico’s.
Defenitie Voorbeelden
ASA I Gezonde patient Niet roken, minimaaal
alcholgebruik, <70 jaar
ASA II Patient met een milde Actief roken, zwanger, BMI 30-
systeemziekte die geen functionele 40, gereguleerde hypertensie,
beperking geeft diabetes, stabiele astma, COPD
gold 1-2, OSAS, reuma,
nierfunctie stoornis
ASA III Patient met een ernstige systeem Slecht gereguleerde hypertensie,
ziekte die substantiele functionele diabetes matig gereguleerd, COPD
beperkingen geeft gold 3, obesitas BMI >40, alcohol
abuses, leverfalen, hartfalen,
pacemaker, > 3 maanden geleden
hart- of herseninfarct,
onbehandelde OSAS, perifeer
vaatlijden
ASA IV Patient met ernstige systeemziekte Recent (< 3 maanden) hart- of
die een constante levensbedreiging herseninfarct, niet-
vormt geoptimaliseerde cardiale
ischemie, ernstig kleplijden,
slechte linker of rechter ventrikel
functie, sepsis, COPD gold 4,
opgenomen IC, in stabiele situatie
ASA V Moribunde patient die zonder Gebarstenabdominaal aneurusma,
operatie niet zal overleven verbloedende patient, neurologisch
inklemmende patient, instabiele ic
patient, ernstig orgaanfalen
ASA VI Patient voor heart-beating-donatie
Anesthesieplan:
Op basis van alle beschikbare informatie over de gezondheidstoestand, de voorgenomen ingreep, de
mogelijke risico’s en de wensen van de patient wordt een plan gemaakt. Dit plan noemen we een
anesthesieplan. Wel hangt het maken van een anesthesieplan wel nog van een aantal factoren af
namelijk: de voorkeur patient, soort ingreep, medische status van de patient en de risico’s van de
ingreep.
, (Sederende) premedicatie:
Benzodiazepine (GABA receptor agonist): temazepam, lorazepam, midazolam.
Stimuleren “remmende” GABA die actiepoteniale in het centraal zenuwstelsel
remmen.
Demping bewustzijn, ansiolyse (angstreductie) en soms amnesie (geheugenverlies) .
Diepere anesthesie.
Alfa-2-agonist: clondine, dezmedetomidine.
Remming sympatische activiteit via centrale noradrenaline
Demping bewustzijn en anxiolyse
Diepere sedatie
Pijnstillend
Verstrekt lokaal anestheticum
Hypotensie, bradycardie
De medicamenteuze pijlers van de anesthesiologie benoemen:
De verschillende pijlers zijn: anesthestica, analgetica, relaxantia en fysiologische homeostase.
Anesthestica:
Het ideale anestheticum werkt snel in en het liefst ook wer snel uit en werkt daarbij voorspelbaar. Het
is onafhankelijk van de orgaanfunctie(s) en heeft geen (belangrijke) bijwerkingen. Er zijn
verschillende vormen van anesthetica namelijk inhalatie anesthetica en intraveneuze anesthetica.
A. Inhalatie anesthetica B. Intraveneuze anesthetica
Sevofluraan Propofol
Desfluraan Thiopental
Isofluraan Etomidaat
Enfluraan Midazolam
Halothaan Diazepam
Lachgas (S-) ketamine
De voor- en nadelen benoemen van inhalatie - en intraveneuze anesthetica;
Inhalatie anesthetica:
Inhalatie anesthetica wordt via een anesthesietoestel toegediend. Dit is een cirkelsysteem wat CO2
absorber. Ook is er een Eind-expiratoire concentratie.
- MAC: 50% patienten geen motorische reactie op chirurgische prikkel.
Voordelen: Nadelen:
- Pulmonaal: bronchodilatatie - Cardiaal: hypotensie, verminderde
- Cardiaal: bescherming tegen contractiekracht
myocardischemie - Cerebraal: cerebrale vasodilatatie en
- Goed te doseren (meten van expiratoire toename intracraniele druk
concentratie) - CO2 equivalent is groot
- Afhankelijk van type damp
nefrotoxiciteit/hepatotoxiciteit
- PONV
Intraveneuze anesthetica:
Propofol
Voordelen: Nadelen:
- Snel in- en uitwerken - Pijnlijk bij injectie