CAADLV1B Duurzame Logistiek
H1
Logistiek en SCM zijn ver reikende activiteiten die een grote invloed hebben op de levensstandaard
van een maatschappij. In de Westerse samenleving is het gebruikelijk geworden om hoge eisen te
stellen aan logistieke services. Er wordt dan ook alleen iets opgemerkt als het om een probleem gaat.
Voorbeelden van logistieke problemen bij de consument:
De moeilijkheidsgraad van winkelen als logistiek en supply chain systemen goederen niet
naar een enkele plek brengen zoals een supermarkt.
Het kiezen van de juiste producten omdat supply chain systemen slechts enkele producten
aanbieden en je dus geen referentiekader hebt om mee te vergelijken.
De frustratie wanneer een product niet wordt geleverd zoals de voorwaarden zeggen.
De hierboven geschreven voorbeelden zijn slechts enkele voorbeelden van onderwerpen die een
samenleving beïnvloeden. De activiteiten die nodig zijn voor logistiek en SCM hebben echter ook een
invloed op de omgevingsduurzaamheid.
The council of Supply Chain Management Professionals (CSCMP) uit de VS definieert Logistics
Management (2016) als: het gedeelte van SCM dat de efficiënte- en effectieve stroomopwaartse en –
afwaartse goederenstroom en de opslag, services en gerelateerde informatie tussen de punten begin
en consumptie plant, implementeert en controleert, om te voldoen aan de eisen van de consument.
De CSCMP definieert SCM als volgt: het plannen en het management van alle activiteiten die
betrokken zijn bij sourcing en procurement, conversie en alle logistieke management activiteiten.
Belangrijk is dat het ook coordinatie en samenwerking met kanaalpartners includeert, welke
leveranciers, intermediairs, 3pl’ers en consumenten kunnen zijn. In essentie integreert SCM levering
en vraag tussen en binnen bedrijven.
Procurement
Procurement is the process of getting the goods and/or services your company needs to fulfill its
business model. Some of the tasks involved in procurement include developing standards of quality,
financing purchases, negotiating price, buying goods, inventory control and disposal of waste
products like packaging. In the overall supply chain process, procurement stops once your company
has possession of the goods. To make a profit, the cost of procuring your goods must be less than the
amount you can sell the goods for, minus whatever costs are associated with processing and selling
them.
Sourcing
Sourcing, as the name implies, is locating sources of the goods and services your company needs. It's
a subsection of the procurement process. Where procurement is concerned with the logistics of
acquiring materials, sourcing focuses on finding the best and least-expensive suppliers for those
goods. This part of the business can include scouting, negotiating, testing for quality and market
research. Since the profits of a business can rely heavily on finding the best possible sources, this step
is important even though it happens well before the business ever makes its first sale.
,SCM wordt dus beschouwd als een integratie functie met een primaire verantwoordelijkheid voor
het binden van grote bedrijfsfuncties en bedrijfsprocessen tussen en binnen bedrijven tot een hoog
presterend bedrijfsmodel.
, Hoofdstuk 2
De 3 p’s vormen de basis voor mvo. De drie p’s moeten in balans gebruikt worden, anders wordt er
tekort geschoten bij een van de elementen. De gedachtegang hierbij is dat met elke p rekening
gehouden moet worden om duurzame ontwikkelingen te realiseren.
People
Met de p van people worden alle belanghebbende bedoelt. Belanghebbenden worden bij MVO ook wel
stakeholders bedoeld, niet te verwarren met shareholders (aandeelhouders). Shareholders zijn mensen
die baat hebben bij een bepaald project, terwijl stakeholders ook juist in negatieve zin kunnen worden
beïnvloed. Stakeholders zijn alle mensen die iets te maken hebben met de onderneming.
Planet
Bij de p van planet gaat het uiteraard om planeet Aarde. De aarde is niet oneindig voorradig en zeker in
de huidige maatschappij zien we daar de problemen van in. We stoten te veel CO2 uit, en brengen
hiermee al het leven op aarde, en ook de aarde zelf, in gevaar. Bij MVO gaat het er dan ook om dat je zo
min mogelijk CO2 uitstoot als het kan. Daarbij komt nog eens kijken dat je producten moet kunnen
recyclen. Omdat anders alle grondstoffen die gebruikt worden achteraf weer weggegooid en verbrand
moeten worden. Bij recyclen probeer je zoveel mogelijk van de gebruikte stoffen weer terug te “geven”
aan de aarde, zonder dat deze schadelijk zijn.
Profit
Tot slot de p van profit. Dit begrip hoort bij de huidige maatschappij. Niemand doet meer iets voor gratis
en daarom zal er altijd winst gemaakt moeten worden. Toch is het bij deze p belangrijker om in ieder
geval financieel gezond te zijn. Dat wil zeggen dat het een klein beetje winst maakt, maar niet uit is op
maximalisatie hiervan.
Er zijn ook verschillende manieren van vergroening. Vergroening houdt in dat de je economie minder
afhankelijk maakt van energie- en grondstof intensieve sectoren en dus duurzaamheid bevordert.
Een voorbeeld van vergroening is het schakelen van fossiele brandstoffen naar groene energie.
Enkele andere manieren van vergroening zijn:
Dematerialisation:
Betere informatievoorziening om vraag en aanbod op elkaar aan te sluiten
Production loop closure:
Volledige gesloten kringloop zonder afval
, Service extension:
Lease ipv koop, gebruik ipv eigenaarschap
Functional extension:
Slimmere producten die gemakkelijk met een upgrade langer kunnen meegaan
Definities van duurzaamheid, twee definities, de economische en de ecologische:
Economische (economics) the ability to be sustained, without causing problems such as inflation.
Dus zonder de economie te schaden.
Ecologisch (ecology) (of economic development, energy sources, etc) the ability to be maintained at
a steady level without exhausting natural resources or causing severe ecological damage. Dus zonder
de natuur te schaden.
Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het
vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te
brengen, aldus de definitie van de VN-commissie Brundtland
Zes belangrijke kwesties in het debat rond duurzaamheid geïdentificeerd door Brundtland
1. Soorten en ecosystemen
Alle soorten en ecosystemen moeten in balans zijn voor duurzaamheid. Wanneer je een plant- of
diersoort wegneemt is het ecosysteem niet meer in balans. Planten zorgen bijvoorbeeld voor o2 en
hebben zelf co2 nodig, wanneer planten verdwijnen ontstaat er een onbalans. Klimaatverandering
kan volgens Brundtlandt veroorzaakt worden door twee factoren: interne variabiliteit en externe
variabiliteit. Interne variabiliteit houdt in dat de natuur zelf een ketenreactie veroorzaakt zoals een
vulkaanuitbarsting of een zonnestorm. Interne variabiliteit kun je dus ook wel definiëren als: alle
natuurlijke factoren die het klimaat beïnvloeden. De externe variabiliteit wordt volgens Brundtland
veroorzaakt door mensen, deze externe- heet dan ook de antroplogische factor. Antropologische
factoren zijn onder andere de mutatie van de samenstelling van de atmosfeer door broeikasgassen.
In het Engels: GHG’s. Broeikasgassen zijn gassen die een warmtevasthoudend karakter hebben. Deze
gassen worden uitgestoten door de natuur, maar ook door mensen.
De belangrijkste uitstootposten door de mens zijn:
Energie opwekking, transport, industrie, huishouding mensen
Zonder natuurlijke broeikasgassen zou het leven op aarde onmogelijk zijn, de broeikasgassen zijn
namelijk een soort natuurlijke thermostaat voor de atmosfeer van de aarde. Zonder de natuurlijke
broeikasgassen zou de temperatuur namelijk -18 graden celcius zijn i.p.v. 14 graden celcius.
Observervaties laten zien dat in de afgelopen 150 jaar de temperaturen op Aarde zijn gestegen, met
