Ik heb deze samenvatting zelf gemaakt. Hierin staan alle informatie die je MOET weten over de tien tijdvakken in de geschiedenis. Als je een beetje in de war bent met alle tijdvakken, en/of als alle lesstof je iets te veel wordt, kan je met deze samenvatting de orde terugkrijgen en weet je in ieder...
Steden en burgers
1. De opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten
Het klimaat verbeterde in Europa aan het einde van de vroege Middeleeuwen. Als gevolg
daarvan en als gevolg van vernieuwingen van de landbouw nam de productie van de
landbouw toe -> groei bevolking.
Door de grotere productie ontstonden er overschotten die de boeren in de omgeving gingen
verkopen. Niet iedereen was meer nodig op het land dus werden ze ambachtslieden in
steden. De groei van de internationale handel was vooral van grote invloed->wol etc. De
nijverheid groeide hierdoor heel erg, wol->textielnijverheid, door groei bevolking-> visboer
etc. Door de groeiende nijverheid groeide de handel nog meer.
Betalen bij de handel was een probleem, hierdoor ontstond het beroep van geldwisselaar.
Om het bezit van veel geld en het vervoer ervan veiliger te maken, werd er in de 13e eeuw
de wisselbrief uitgevonden. De koper die naar een buitenlandse markt zou gaan, bracht zijn
geld naar de lokale bank en kreeg een wisselbrief. Daarmee kon hij makkelijker in het
buitenland betalen.
In de lage landen ontwikkelde zich, het eerst in Vlaanderen, één van de meeste
verstedelijkte gebieden van Europa, 3 oorzaken:
1. Gunstige geografische omstandigheden -> zeeën, meeste vervoer via water
2. Meer bescherming van landsheren, hoge edelen en geestelijken -> tegen roverij etc.
3. Meer samenwerking tussen steden-> de Hanze
De stedelingen hadden in het begin allerlei verplichtingen aan hun landheer. Naarmate ze
rijker werden, verzochten ze de heer om de stad stadsrechten te geven. Graven van
Vlaanderen, Holland en Gelre en Brabant vonden dit goed voor erkenning, belasting en
militaire hulp bij nood. De algemene stadsrechten van toen waren:
1. Geen verplichting tegenover grootgrondbezitter
2. Stad mag zelf bestuur en rechtspraak regelen
3. Zelf bepalen wie een poorter (stadsburger) is.
Elke stad was het centrum van een verzorgingsgebied. Platteland->stedelijke nijverheid-
>verkopen. Alle steden waren politiek verbonden door de landsheer. Doordat er in sommige
grote steden een jaarmarkt werd gehouden, ontstonden niet alleen netwerken in elk
verzorgingsgebied maar ook steden onderling.
Het leven in de stad was ongezonder op het platteland, veel gingen dood. Daarom lieten ze
mensen van het platteland verhuizen naar kleine steden om geschoold te worden en later
naar grote steden om daar te werken. Voor de mensen van het platteland was dit beter
omdat ze hier beter betaald kregen en een betere leefomgeving hadden.
2. Opkomst van Vlaanderen en Brabant in de late Middeleeuwen
Door de hoge landbouwproductiviteiten en goede schapenhouderij wordt Atrecht een
centrale plaats in de lakennijverheid en startpunt van stedelijke dynamiek-> jaarmarkten-
>gilden.
Tegen 1300 werd Atrecht overvleugeld door Gent en Brugge wegens hun gunstige ligging
voor handel.
, De patriciërs (rijke kooplieden) en adel komen tegenover het gemeen (stedelijke bevolking)
te staan:
● Alleen patriciërs maakten deel uit van het stadsbestuur
● De normale bewoners hadden geen vast inkomen en werkten harder->in tijden van
tegenslag konden zij geen levensmiddelen betalen.
Met de guldensporenslag 1302 lieten Vlaamse ambachtslieden en boeren zien dat ze waren
opgewassen tegen patriciërs en feodale verhoudingen. De Fransen wilden Vlaanderen bij
hun rijk toevoegen. De Fransen+Patriciërs verloren van de Vlamingen+ambachtslieden
tegen grote verbazing. Voor Europa was dit ook van groot belang omdat de slag het einde
van de middeleeuwse strijdwijze van ridderlegers betekende. (zij doodden het liefst niemand
en hielden ze gevangen voor losgeld)
Rond 1300 vormden Vlaanderen en Brabant het economische zwaartepunt van de
Nederlandse gewesten. Deze steden waren meer verstedelijkt dan Frankrijk en deels
Engeland en betaalden de meeste belasting.
Brugge wordt het handelscentrum na Atrecht omdat de maritieme handel opbloeide en
Brugge had na 1134 een gunstige verbinding met de zee gekregen (kanaal gelegd). Alle
groepen hadden vestigingen bij Brugge en ze hadden nauw contact met de Hanzes en
zetten jaarmarkten op.
Binnen het netwerk versterkte elke stad de eigen positie en het netwerk als geheel door:
1. Innovatie op allerlei gebieden -> kogge, landbouw etc.
2. Schaalvergroting -> meer bouwen om de steden heen en wegen/havens aangelegd
en schepen vergroot-> er kwamen meer banen
In het stedelijk netwerk hadden Antwerpen, Brugge en Amsterdam elk hun eigen functie:
1. Antwerpen: haven+goede verbinding Europese achterland
2. Brugge: koopmansbeurs= grote gebouw om gereglementeerder te kunnen
handelen
3. Amsterdam: gespecialiseerde voorhaven voor de graanhandel
De stedelijke burgerij neemt taken van de geestelijkheid over:
- Sociale zorg; in de vroege Middeleeuwen lag dat in handen van de kerk, steeds meer
in controle van de stadsbestuurders
- Onderwijs: de steden waren gebaat bij onderwijs die bij kloosters niet werd gegeven.
Veel kloosterscholen werden overgenomen door het stadsbestuur, wat ervoor zorgde
dat bijna iedereen kon lezen en schrijven.
(In klokkentoren werden vaak de privileges(voorrechten van de lokale bestuur t.o.v. de
vorst) bewaard)
De stadsbesturen gaan het algemeen belang (bonum commune) invoeren:
1. Alleen het stadsbestuur mocht geweld gebruiken
2. Niet luisteren naar het stadsbestuur-> strenge straf
3. Er werden openbare gebouwen gebouwd-> stadhuis, klokkentoren etc.
4. In het belang van de stad konden maatregelen genomen worden waar de burgers
niet achter staan-> belasting
De geestelijken begonnen de moderne devotie die in de steden begon te groeien te
accepteren= individuele vroomheid die tot uiting wordt gebracht door arbeid en bezinningen
door het lezen van nieuwe bijbelvertalingen. De beweging bestond uit zowel leken als
kloosterlingen. De kerk vreesde wel ontaarding in ketterse afwijkingen in de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophieee2005. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.