Praktisch verbintenissenrecht
Een rechtshandeling is vernietigbaar wanneer deze door bedreiging, bedrog of misbruik tot stand is
gekomen. Volgens artikel 3:49 BW zijn er twee manieren om een rechtshandeling te vernietigen:
1. Buitengerechtelijke verklaring, is een verklaring die buiten recht is gedaan en is er geen
rechter betrokken bij geweest. Schriftelijke of mondelinge verklaring van de ene partij aan de
andere. (bijvoorbeeld een brief sturen dat er sprake is geweest van bijv misbruik en je
daardoor op die grond de koopovereenkomst vernietigt)
2. Rechterlijke uitspraak, artikel 3:51 BW regelt de vernietiging via een rechterlijke uitspraak, de
benadeelde moet een rechterlijke procedure starten om de rechtshandeling te vernietigen.
Omdat we niet willen dat elke rechtshandeling voor altijd vernietigbaar is bestaat de verjaring: dat
wil zeggen dat de mogelijkheid om een rechtshandeling te vernietigen na een bepaalde periode
vervalt artikel 3:52 lid 1 BW , bepaalt dat de verjaring periode 3 jaar is.
Wanneer de verjaringstermijn begint te lopen is afhankelijk van de vernietigingsgrond:
- Handelingsonbekwaamheid, de termijn begint te lopen vanaf het moment dat de
onbekwaamheid is geëindigd of de wettelijke vertegenwoordiger weet dat de onbekwame
de vernietigbare rechtshandeling heeft verricht
- Bedreiging of misbruik van de omstandigheden, zodra de bedreiging of de bijzondere
omstandigheden zijn geëindigd
- Bedrog, dwaling of benadeling, op het moment dat een van deze 3 is ontdekt
- Andere vernietigingsgrond, zodra de omstandigheden (bijvoorbeeld geestelijke stoornis) niet
meer bestaat
Artikel 3:53 lid 1 BW bepaalt dat de vernietiging terugwerkt tot het tijdstip waarop deze
rechtshandeling is verricht, dit wordt terugwerkende kracht genoemd. Op het moment dat de
rechtshandeling wordt vernietigd, dan wordt de juridische situatie teruggedraaid naar het moment
waarop de rechtshandeling werd verricht, en de periode dat de rechtshandeling bestond wordt
volledig geschrapt.
Neem als voorbeeld dat jij een laptop koopt en je op grond van artikel 3:44 lid 4 de
koopovereenkomst vernietigd, dan heeft deze terugwerkende kracht en heeft de koopovereenkomst
nooit bestaan.
Wanneer een schuldenaar zijn verbintenis niet, niet juist of niet tijdig nakomt, is er sprake van
tekortkoming. Die gevolgen hiervan worden besproken.
Bij niet nakoming van een verbintenis moet de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor
lijdt vergoeden, dit heet wanprestatie. Artikel 6:74 lid 1 BW
Wanneer de tekortkoming van de schuldenaar niet kan worden toegerekend, heeft hij geen
schadevergoedingsplicht, dit is overmacht , artikel 6:75 BW. We zien hierbij de volgende
voorwaarden:
1. Er is een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis
2. Deze tekortkoming kan worden toegerekend aan de schuldenaar
, 3. Door de tekortkoming lijdt de schuldeiser schade
4. Wanneer de nakoming nog mogelijk is moet de schuldenaar verzuim zijn
Tekortkoming in de nakoming
1. Blijvend niet nakomen, de schuldenaar is definitief niet meer mogelijk om de
overeengekomen prestatie te verrichten
2. gebrekkig nakomen, een schuldenaar komt gebrekkig na als hij een andere prestatie verricht
dan is afgesproken
3. te laat nakomen, de schuldenaar komt te laat na wanneer hij de prestatie op het afgesproken
tijdstip niet heeft verricht
Toerekenbaar aan de schuldenaar
1. de tekortkoming is te wijten aan schuld van de schuldenaar , er is sprake van eigen schuld als
een schuldenaar het aan zichzelf heeft te danken dat hij tekortschiet in de nakoming.
2. de tekortkoming komt krachtens de wet voor rekening van de schuldenaar, artikel 6:76 ,
artikel 6:77 BW
3. de tekortkoming komt krachtens een rechtshandeling voor rekening van de schuldenaar, de
schuldenaar en schuldeiser kunnen afwijken van de wet en afspraken maken over de
gevolgen van eventuele tekortkoming in de nakoming, zo’n afspraak heet een exoneratie
beding (bevrijding van aansprakelijkheid)
4. de tekortkoming komt krachtens in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van de
schuldenaar, als een schuldenaar had kunnen voorzien dat hij zijn verbintenis niet kon
nakomen
Schade schuldeiser door tekortkoming
Een schuldenaar die niet nakomt, moet de schade die de schuldeiser daardoor lijdt vergoeden, de
woorden daardoor en schade staan centraal.
- Daardoor , wil zeggen dat er een duidelijk link is tussen de tekortkoming in de nakoming en
de schade die de schuldeiser lijdt, dit heet causaal verband, er moet een oorzaak gevolg
situatie zijn
1. oorzaak: de schuldenaar is tekortgeschoten in de nakoming
2. gevolg: de schuldeiser lijdt schade
Schuldenaarsverzuim
Artikel 6:81 BW , een schuldenaar is in verzuim gedurende de tijd dat de prestatie uitblijft nadat zij
opeisbaar is geworden en de eisen van de artikel 82 en 83 os voldaan, behalve voor zover de
vertraging hem niet kan worden toegerekend of nakoming reeds blijvend onmogelijk is.
Volgende voorwaarden horen daarbij
1. de prestatie is opeisbaar , als partijen niet hebben afgesproken, dan is de prestatie meteen
opeisbaar artikel 6:38 BW. Als er wel een tijdstip voor nakoming is bepaald dan is de
prestatie opeisbaar vanaf dat moment artikel 6:39 lid 1 BW
2. de schuldenaar komt niet na (de prestatie blijft uit), de schuldenaar komt niet na, gebrekkig
of te laat na
3. er is voldaan aan de eisen van artikel 6:82/83 BW, een schuldenaar kan in verzuim komen
door die twee artikelen: 6:82 is na ingebrekestelling (een schriftelijke aanmaning aan de