VTV stof kennistoets
Lesweek 2:
benoemen wat de 6 stappen in de infectiecyclus zijn:
1. Micro- organismen veroorzaken infectie bacteriën, virussen,
schimmels, protozoa en parasieten
2. Besmettingsbron plaats waar de micro-organismen zich
bevinden
3. Uitgangen huid, huidschilfertjes, longen, uitgehoeste druppels
of sputum, de blaas; urine, de darmen; ontlasting, bloedvaten; bloed uit wonden,
4. Besmettingswegen lopen via contact via de lucht of via insecten
Incubatietijd periode tussen de besmetting en het optreden van de eerste symptomen
5. Ingangen plaats waar micro organismen kunnen binnendringen, dit zijn de luchtwegen,
maag-darm kanaal, urinewegen, niet intacte huid zoals wondjes, slijmvliezen, placenta en
bloedbaan
6. ‘gastheer’ met verminderde weerstand kind op het kinderdagverblijf, ouderen met
verminderde weerstand, zwangeren, mensen met wonden, mensen met ondervoeding,
mensen met ziekten, kankerpatiënten, mensen met bepaalde beroepen
Definiëren wat aseptisch en steriel is:
Aseptisch: dat iets steriel is, steriel wordt verpakt en dus buiten de koeling houdbaar is
Steriel: vrij van ziektekiemen. Vrij van levensvatbare organismen en hun overlevingsvormen zoals
sporen.
Benoemen via welke besmettingswegen men een infectie kan oplopen en legt uit via welke weg de
meeste besmettingen plaatsvinden:
- Je kunt infectieziekten oplopen via een besmet persoon, besmet eten en drinken, de lucht,
een besmet dier, besmette materialen en oppervlakken en seksueel contact. Ook door directe
besmetting en indirecte besmetting.
- Via de infectiecyclus vinden de meeste besmettingen plaats.
Vertellen welke groepen een verminderde weerstand hebben:
Zwangeren, kraamvrouwen, mensen met wonden, mensen met ondervoeding, mensen met obesitas,
mensen met ziekten, kankerpatiënten, mensen met bepaalde beroepen (kinderdagverblijf), ouderen,
baby’s
Voorbeelden noemen van resistentie micro-organismen en welke maatregelen daarbij getroffen
kunnen worden:
Resistent: bacteriën die niet reageren op antibiotica BRMO
ESBL een enzym dat bepaalde soorten antibiotica kan afbreken, in de praktijk wordt ESBL als
bacterie aangeduid
,VRE bacteriën die bij iedereen voorkomen in het maag-darmstelsel. Ze verspreiden zich vanuit de
darmen via bijv. ongewassen handen. Wanneer deze bacterie niet meer reageert op de behandeling
met antibiotica spreken we van VRE
CPE neutraliseert de werking van antibiotica. Overdracht vindt vooral plaats via de handen, vaak
tussen patiënten die zijn opgenomen op hoogrisicoafdelingen zoals IC
Andere maatregelen: de algemene hygiënerichtlijnen moet dan extra nauwkeurig opgevolgd worden.
Daarnaast gelden soms extra maatregelen om verdere besmetting te voorkomen, bijvoorbeeld
isolatieverpleging.
Benoemen welke maatregelen je als verpleegkundige kunt treffen ten aanzien van je eigen
persoonlijke hygiëne in de zorg:
1. Haren schoon en opgestoken
2. Nagels kort geknipt, schoon en ongelakt
3. Handhygiëne
4. Eten en drinken niet eten en drinken in ruimten waar verzorging of behandeling
plaatsvindt
5. Kleding draag gemakkelijk zittende, eenvoudige kleding die op 60 graden is gewassen
6. Sieraden
Uitleggen op welke momenten je de handen moet wassen en wanneer desinfecteren:
Handen wassen:
1. Wanneer je handen zichtbaar vervuild zijn
2. Na toiletbezoek
3. Na het snuiten van de neus, hoesten of niezen
4. Bij een virusinfectie met het norovirus, dit virus is niet gevoelig voor handalcohol
5. Bij een infectie of contact met sporenvormende bacteriën is het beter om je handen te
wassen
Je desinfecteert je handen als ze niet zichtbaar vuil zijn. Het gebruik van handalcohol is sneller,
effectiever en milder voor je huid dan wassen met water en zeep.
Benoemen wat de 5 momenten van handhygiëne zijn:
1. voor aanraken van patiënt
2. voor schone/aseptische procedure
3. na risico op blootstelling aan lichaamsvloeistoffen
4. na aanraken van patiënt
5. na aanraken van patiënt omgeving
, Handhygiëne op juiste manier uitvoeren:
met zeep:
1. maak je handen goed nat en voeg een laag vloeibare zeep toe uit een dispenser. Raak de
opening van de dispenser niet aan.
2. Wrijf je handen goed over elkaar, je vingertoppen, duimen en huid tussen de vingers en
je polsen wrijf je goed in.
3. Spoel je handen goed af, van je vingers naar je polsen. Houd je handen hierbij wat hoger
dan je ellebogen
4. Sluit de kraan met je elleboog of met een papieren handdoek of keukenrol
5. Droog je handen goed af met een disposable handdoek, ook je polsen en de huid tussen
de vingers goed afdrogen.
6. Gooi de gebruikte handdoek in de afvalbak
Handen desinfecteren:
1. Breng voldoende handalcohol aan om het kuiltje van je hand te vullen. Let erop dat de
handen helemaal droog zijn.
2. Wrijf je handen over elkaar tot ze droog zijn en je overal bent geweest. Je vingertoppen,
duimen, huid tussen de vingers en je polsen
Op de juiste manier steriele handschoenen aan- en uittrekken:
Aantrekken:
1. Zorg voor een schoon en leeg werkvlak
2. Kies van tevoren de juiste maat handschoenen
3. Controleer of de verpakking intact is en de houdbaarheidsdatum niet is verstreken
4. Pas handhygiëne toe en zorg ervoor dat de handalcohol goed opgedroogd is
5. Ontvouw de steriele binnenkant zo dat deze niet in de oude vorm terugvalt
6. Pak met de linker duim en wijsvinger de rechterhandschoen aan het uiteinde van de
omgeslagen boord op
7. Steek de rechter hand in de rechterhandschoen. Probeer de duim en vingers direct in de
juiste vingeropeningen te steken. Lukt dit niet, wacht tot de andere handschoen
aangetrokken is.
8. Steek de vingers van de rechter hand onder de omgeslagen boord van de linkerhandschoen
en pak deze op
9. Steek de linker hand in de handschoen en trek deze in een keer door over de pols
10. Corrigeer beide handschoenen zo nodig wanneer de vingers niet in de juist openingen zitten
en ontvouw de omgeslagen boord van de rechterhandschoen
11. Zorg ervoor dat de handschoenen geen onsteriele vlakken aanraken. Gebeurt dat wel, begin
dan opnieuw
Uittrekken:
1. Pak met 2 vingers en duim van de linkerhandschoen de boord van de rechterhandschoen vast
2. Plaats de vingers van de rechter hand tegen elkaar en leg de duim in de palm van de hand.
3. Sla de boord om en stroop de handschoen van de hand af.
4. Gooi de handschoen in de afvalbak