100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Recht begrepen - Verbintenissenrecht begrepen - Privaatrecht 1- Overeenkomstenrecht €6,18   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Recht begrepen - Verbintenissenrecht begrepen - Privaatrecht 1- Overeenkomstenrecht

 13 keer bekeken  0 keer verkocht

Door deze samenvatting heb ik mijn tentamen in 1 keer gehaald.

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • Ja
  • 6 november 2024
  • 41
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
meryamelazizi
OVEREENKOMSTENRECHT
Week 1

Leerdoelen:
1. De student begrijpt de gelaagde structuur van het BW.
Het BW kent een gelaagde opbouw van algemeen naar bijzonder. Daarmee wordt bedoeld dat
het BW eerste algemene regels geeft die voor een bepaald onderwerp gelden, waarna voor
specifiekere situaties steeds gedetailleerdere regels worden gegeven.
Voorbeeld: Een arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die net als alle andere
overeenkomsten tot stand komt door een aanbod en een aanvaarding met als bijzonder
onderwerp het verrichten van arbeid tegen betaling van loon. Een arbeidsovereenkomst kan tot
stand komen tussen twee natuurlijke personen of tussen een Natuurlijk persoon en een
rechtspersoon.

Hoe gaat het BW nu van algemeen naar bijzonder in het geval van een arbeidsovereenkomst? Als
volgt:
- Boek 1 geef de regels die in het algemeen gelden voor natuurlijke personen, boek 2 geeft de
algemene regels voor rechtspersonen. Boek 1 en 2 geven we samen de algemene regels die
gelden voor de mogelijke partijen bij een arbeidsovereenkomst.
- Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en een aanvaarding. Dit zijn
rechtshandelingen. Er zijn echter nog veel meer rechtshandelingen. Boek 3 geeft nu de regels die
gelden voor rechtshandelingen in het algemeen.
- Een arbeidsovereenkomst heeft wel een specifiek onderwerp, maar is verder een overeenkomst
als alle andere. De regels die gelden voor overeenkomsten in het algemeen worden gegeven in
boek 6.
- De regels die in het bijzonder gelden voor de arbeidsovereenkomst vind je in boek 7.

Des te gedetailleerder de regels worden des te verder kom je dus in het BW. We spreken daarom
van een gelaagde opbouw van algemeen naar bijzonder. Ook In de afzonderlijke boeken van het
BW zelf (bijv. in boek 3) kun je vaak een onderverdeling van algemeen naar bijzonder
terugvinden.

De opbouw waarbij de regels in het BW van algemeen naar bijzonder gaan.
2. De student herkent de beginselen van het privaatrecht in een casus.
- Contractsvrijheid: uitgangspunt is dat partijen in het verbintenissenrecht vrij zijn om overeen te
komen wat zij willen zolang dit niet expliciet verboden is of in strijd komt met de openbare orde
of de goede zeden. Kort gezegd, mag alles dus worden afgesproken zolang het maar niet
verboden is.
Het rechtsbeginsel dat inhoud dat contracterende partijen de inhoud en werking van de
overeenkomst naar eigen inzicht kunnen regelen, wijzigen en beëindigen zolang dit niet in strijd is
met de wet.

- Pacta sunt servanda: deze Latijnse uitdrukking betekent: Overeenkomsten moeten worden
nagekomen. Wanneer partijen uit vrije wil hebben besloten overeenkomst aan te gaan, moet
deze in beginsel volledig worden nagekomen. Belofte maakt schuld, hoeveel spijt een partij
achteraf wellicht ook heeft van de overeenkomst die Hij is aangegaan.
Het beginsel dat inhoudt dat overeenkomsten moeten worden nagekomen.

- Vormvrijheid: Zolang de wetgever niet expliciet anders bepaalt, geldt er geen speciale vorm
waarin handelingen verricht moeten worden. Ook hier geldt dus als uitgangspunt: Alles mag op
de manier, zoals partijen dat willen, tenzij de wetgever hiervan expliciet afwijkt.

, Het beginsel dat er geen speciale vorm geldt waarin (rechts)handelingen moeten worden verricht,
tenzij de wetgever anders heeft bepaald.
Voorbeeld: Een overeenkomst ook mondeling tot stand kan komen. Ook wanneer het om
miljarden euro's gaat, is een mondelinge overeenkomst of een overeenkomst per e mail voor het
recht net zo geldig als een schriftelijke. Uit bewijstechnische oogpunt is het wel praktisch om
zaken zoveel mogelijk op schrift te stellen, Maar de wet eist dit niet.

Onderscheid dwingend en regelend recht: het beginsel van de vormvrijheid raakt een ander
belangrijk onderscheid in het privaatrecht: Het verschil tussen dwingend en regelend (of
aanvullend) recht. Het bw zijn sommige bepalingen van dwingend recht. Dit wil zeggen dat er niet
van mag worden afgeweken. Bijvoorbeeld dat je een testament alleen maar rechtsgeldig door
een notaris kunt Laten opstellen, is een voorbeeld van dwingendrechtelijke bepalingen. Andere
bepalingen BW hebben een aanvullend karakter. Partijen mogen hiervan afwijken als ze dat
willen. Spreken ze niets af, dan vult de aanvullende rechtsregel het gat op. Bijvoorbeeld art 7:4
BW. Het is niet eenvoudig om te bepalen of we rechtsregel een dwingend recht of regelend (of:
aanvullend) karakter heeft. Vaak spreekt het echter voor zich, of volgt het duidelijk uit de tekst
van het artikel. Rechtsregels uit het BW die een partij beschermen (bijvoorbeeld een consument of
een werknemer) hebben vaak een dwingend karakter. Bijvoorbeeld art 7: 6a lid 2 BW.

- De redelijkheid en billijkheid: partijen zijn verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te
gedragen. Dit beginsel is vastgelegd in art 6: 2 BW. De redelijkheid verwijst naar het verstand (of
de ratio), de billijkheid meer naar ons rechtsgevoel. In de praktijk van het recht worden zij als een
begrip gebruikt. Als een situatie onduidelijk is, omdat partijen er niets over hebben afgesproken
en de wet ook geen aanvullende bepaling geeft, hebben de redelijkheid en billijkheid een
aanvullende werking. In de praktijk zal de rechter het eigenlijk moeten bepalen wat redelijk en
billijk is. Hij zal daarbij vooral kijken naar wat In de maatschappij als gebruikelijk en fatsoenlijk
wordt beschouwd. De verwijzing naar de redelijkheid en billijkheid geeft de rechter de
mogelijkheid recht te doen aan de individuele situatie.

Voorbeeld: De werking van de redelijkheid en billijkheid bij een overeenkomst is bijvoorbeeld
vastgelegd in art 6: 248 BW. Dit artikel regelt In de eerste plaats de aanvullende werking van de
redelijkheid en billijkheid: Als partijen iets niet hebben afgesproken en de wet of een vaste
gewoonte of geen aanvullende regels geeft, bepaalt de redelijkheid en billijkheid hoe het gat In de
overeenkomst moet worden opgevuld. Soms kan een situatie zo onredelijk uitpakken dat de
redelijkheid en billijkheid de gevolgen van de overeenkomst kan beperken of wijzigen. Dit is
vastgelegd in art. 6: 248 lid 2 BW. We spreken dan van de beperkende of de derogerende werking
van de redelijkheid en billijkheid. Derogeren betekent: Afwijken van of een uitzondering vormen
op. De derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid speelt slechts in extreme situaties
een rol, juist Omdat er anders strijd ontstaat met het 2de beginsel pacta sunt servanda

- Bijzonder gaat voor algemeen: Het laatste beginsel is niet zozeer een beginsel, het is een soort
hoofdregel: Bijzonder gaat voor algemeen. Hiermee wordt uitgedrukt dat als er een situatie is
waarin twee rechtsregels op in situatie betrekking hebben, de bijzondere regel voorgaat. Met
bijzonder wordt hier bedoeld dat de regel gedetailleerder is en daarmee meer is toegesneden op
de betreffende situatie.

Voorbeeld: Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en een aanvaarding. Aanbod en
aanvaarding zijn in principe vormvrij en kunnen dus ook mondeling geschieden. De algemene
regel is dus dat een overeenkomst mondeling gesloten kan worden. Art 7: 2 BW geeft echter een
bijzondere regel voor de situatie waarin de natuurlijke persoon die niet bedrijfsmatig handelt een
woning koopt. In afwijking van de algemene regel kan zo'n overeenkomst alleen schriftelijk
worden gesloten.

,3. De student herkent de begrippen rechtshandeling, feitelijke handeling, bloot rechtsfeit en
verbintenis in een casus.
- Rechtshandeling: een handeling waardoor een beoogd rechtsgevolg intreedt of kan intreden
- Rechtsfeit: een feit waaraan één of meer rechtsgevolgen zijn verbonden.

Een overeenkomst behoort tot de meerzijdige rechtshandelingen. Aan overeenkomsten zijn altijd
rechtsgevolgen verbonden. Bij obligatoire overeenkomsten zijn de rechtsgevolgen verbintenissen.
Overeenkomsten zijn dus rechtsfeiten.

Rechtsfeiten zijn alle feiten waar het recht wel gevolgen aan verbindt. Het zijn feiten met een
rechtsgevolg.

- Feitelijke handeling: ook de onrechtmatige daad en de rechtmatige daden zijn rechtsfeiten.
Hierbij is anders dan bij rechtshandelingen, de wil van de betrokkenen echter niet van belang.
Een verbintenis op grond van een onrechtmatige daad of rechtmatige daad ontstaat niet op
grond van wilsovereenstemming, maar uit de wet. Een feitelijke handeling is dus een rechtsfeit,
omdat er een rechtsgevolg aan verbonden is. Er is echter, in tegenstelling tot bij een
rechtshandeling, geen op rechtsgevolg gerichte wil voor nodig.

Feitelijke handelingen" verwijzen naar handelingen of gedragingen die zich in de feitelijke,
praktische wereld voordoen, maar die op zichzelf geen juridische rechtsgevolgen hebben. Deze
handelingen zijn onderscheiden van rechtshandelingen, die bedoeld zijn om bepaalde juridische
gevolgen teweeg te brengen. Feitelijke handelingen hebben geen directe invloed op rechten en
plichten zoals dat het geval is bij rechtshandelingen.
Onrechtmatige daad: art 6:162 BW

- Blote rechtsfeiten: een feit waaraan rechtsgevolgen zijn verbonden, zonder dat van een
menselijke handeling sprake is (bijvoorbeeld geboorte)

Een "bloot rechtsfeit" verwijst naar een feit of gebeurtenis die direct leidt tot het ontstaan,
wijzigen, overgaan of tenietgaan van een rechtspositie, zonder dat daarbij een menselijke wil
betrokken is. Anders gezegd, het is een feitelijke gebeurtenis die automatisch bepaalde
rechtsgevolgen met zich meebrengt, ongeacht de intentie of handeling van individuen.

- Eenzijdige rechtshandeling: eenzijdige rechtshandelingen zijn rechtshandelingen die door de
wilsuiting (verklaring) van een persoon tot stand komen. Bij sommige rechtshandelingen kan het
beoogde rechtsgevolg door de wil van een persoon intreden.
Een rechtshandeling waarvoor slechts de wilsuiting van één persoon benodigd is.

- Meerzijdige rechtshandeling: een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling.
Een rechtshandeling waarvoor de verklaringen van meer dan één persoon benodigd zijn om het
beoogde rechtsgevolg te doen intreden.

- Verbintenis: Een verbintenis is een juridische relatie tussen 2 of meer partijen, waarbij de ene
partij verplicht is tot op een gel waardeerbaar prestatie, waarop de andere partij recht heeft.
4. De student past de rechtsregels omtrent verbintenissen uit de wet toe in een casus.
Staat in de wet, alles wat in de wet staat.

, Week 2
5. De student past de voorwaarden van een rechtshandeling toe in een casus.
Aanbod en aanvaarding zijn rechtshandelingen. De wil van partijen moet hierbij, de uitzondering
van art 3:35 BW daargelaten, gericht zijn op rechtsgevolg. Een aanbod en een aanvaarding doen
een overeenkomst tot stand komen. Uit een overeenkomst vloeien rechten afdwingbare
verbintenissen voort. Een verbintenis is een vermogensrechtelijke relatie tussen twee partijen
waarbij de ene partij tot iets verplicht is waarop de andere partij recht heeft.

Het meervoud van aanbod is aanbiedingen. Aanbiedingen kunnen variëren van zeer eenvoudig
tot zeer complex.

6. De student past de voorwaarden van de totstandkoming van een overeenkomst toe in een
casus.
Als een overeenkomst tot stand is gekomen op grond van een aanbod en een aanvaarding staat
in de praktijk lang niet altijd precies vast wat de inhoud van de overeenkomst is. Als partijen met
elkaar in overeenkomst sluiten, creëren ze eigenlijk een stukje recht dat Alleen tussen hen geldt.
In de eerste plaats kan er onduidelijkheid bestaan over wat ze nu eigenlijk hebben afgesproken
en kunnen beide partijen daar hun eigen idee bij hebben. Bij het aangaan van een arbeidsdraf
huurovereenkomst voor onbepaalde tijd moet de partijen echter ook een onbepaald aantal jaar
vooruitkijken. Het is dan überhaupt niet goed mogelijk alle ontwikkelingen te voorzien. Ook als
partijen bijvoorbeeld een overeenkomst sluiten voor een complex bouwproject, zoals een
windmolenpark. Op zee is het vastleggen van alle verplichtingen en het voorzien van alle
mogelijke problemen die bij de bouw kunnen ontstaan niet eenvoudig. Onduidelijkheid over de
gemaakte afspraak is in de rechtspraktijk dus niet zeldzaam. Onduidelijkheid doet zich
vanzelfsprekend niet snel voor bij de koop van mijn pakje kauwgom in een tabakszaak. Het is een
hele kunst om bij deze koopovereenkomst te zoeken naar iets wat niet duidelijk zou kunnen zijn.
Bij ingewikkelde of langdurige overeenkomsten ligt dat echter anders en is onduidelijkheid bij
onderdelen van de overeenkomst meer regel dan uitzondering. In de praktijk maken partijen
over de details eigenlijk voortdurend nieuwe afspraken.

- Wettelijke eisen: De wet stelt niet veel eisen met betrekking tot hetgeen partijen moet
afspreken. We zagen al dat aanbod en aanvaarding slechts de essentialia van de overeenkomst
hoeft oefenen te bevatten. Voor de wet is het voldoende als de verbintenissen bepaalbaar zijn
(art 6:227 BW). In de praktijk komen partijen doorgaans echter meer overeen dan alleen die
essentialia van de overeenkomst. Zeker bij belangrijk overeenkomst is het gebruikelijk dat de
overeenkomst schriftelijk wordt vastgelegd, omdat er meer dan alleen maar de essentialia
worden geregeld. Wettelijk gezien is dat echter niet vereist. De wet kent wel verschillende
dwingende bepalingen die aangeven wat niet mag worden afgesproken. Volgens art. 3: 40 BW
hebben strijdt met een dwingende wetsbepaling tot nietigheid van het betreffende onderdeel
van de overeenkomst. Zo mag een werkgever op grond van Art 7:653 lid 1 BW een
concurrentiebeding (een beding om na afloop van het dienstverband niet bij concurrenten in
dienst te treden) slechts schriftelijk sluiten en alleen met een meerderjarige werknemer bij een
contract voor onbepaalde tijd. Wordt het concurrentiebeding mondeling afgesloten of met een
minderjarige werknemer, of wordt het afgesloten bij een overeenkomst voor bepaalde tijd, dan
is het dus nietig.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meryamelazizi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,18. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60434 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,18
  • (0)
  Kopen