Werken aan gezondheid
Student:
Studentennummer:
Opleiding: Verpleegkunde Hanzehoge school Groningen
Stage: PLP 2
Praktijkleerplaats: Scheperziekenhuis
Afdeling: Cardiologie, west 38
Docentbegeleider:
Werkbegeleiders:
Datum: 4-4-2024
Osiris code: HVVB18MWAG
0
,Inhoudsopgave
Table of Contents
Inleiding..................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1. Anamnese.........................................................................................................................3
1.1 Vertrouwen opbouwen.................................................................................................................3
1.1.1 Theorie...................................................................................................................................3
1.1.2 Praktijk...................................................................................................................................3
1.2 Casus informatie...........................................................................................................................3
1.3 Gegevens verzamelen...................................................................................................................6
1.3.1 Gezondheidspatronen van Gorden........................................................................................6
1.3.2 Zelfredzaamheidsmeter.........................................................................................................9
1.3.3 Caregiver Strain Index..........................................................................................................10
1.3.4 Draaglast en draagkracht.....................................................................................................11
1.3.4 ASE-model............................................................................................................................12
1.3.5 Stages of change..................................................................................................................13
Hoofdstuk 2. Verpleegkundige diagnoses.............................................................................................14
2.1 Clusteren.....................................................................................................................................14
2.2 Redeneerweb..............................................................................................................................15
2.3 Diagnoses....................................................................................................................................16
Hoofdstuk 3. Bepalen van zorgresultaten.............................................................................................18
Hoofdstuk 4. Indiceren.........................................................................................................................19
Verpleegkundige diagnose NANDA: Verminderd activiteit vermogen..............................................20
Interventie NIC: Lichaamsbeweging, bevordering (0200).................................................................20
Toewijzen in de praktijk....................................................................................................................20
Verpleegkundige diagnose NANDA: Overvulling van vocht..............................................................20
Toewijzen in de praktijk....................................................................................................................21
Verpleegkundige diagnose NANDA: Risico op decubitus bij volwassenen........................................21
Interventie NIC: Decubituspreventie (3540).....................................................................................21
Toewijzen in de praktijk....................................................................................................................22
Hoofdstuk 5. Organiseren en uitvoeren................................................................................................22
Hoofdstuk 6. Monitoren en evalueren..................................................................................................24
Hoofdstuk 7. Borgen van kwaliteit........................................................................................................26
Bronvermelding....................................................................................................................................27
Bijlage 1. Redeneerweb........................................................................................................................30
Bijlage 2. Antiplagiaatverklaring...........................................................................................................30
1
,Inleiding
In deze module staat het indiceren van preventieve zorg in complexe verpleegsituaties
centraal. Preventieve zorg wordt onderverdeeld in primaire, secundaire en tertiaire preventie.
Primaire preventie is gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen, terwijl
secundaire preventie zich richt op het vroegtijdig signaleren en behandelen van
gezondheidsproblemen. Tertiaire preventie richt zich op het voorkomen van verdere
verslechtering van de gezondheid bij reeds zieke individuen (Bloeij, z.d.).
Het indiceren van zorg gebeurt door middel van het 7-stappen model van Rosendal
(Rosendal & Van Dorst, 2019). Aan de hand van het verpleegkundige proces worden de
volgende stappen besproken: anamnese/assessment, verpleegkundige diagnoses, bepalen
zorgresultaten, indiceren, organiseren/uitvoeren, monitoren/evalueren en borgen kwaliteit.
Deze module belicht de CanMEDS-rollen van ‘zorgverlener’ en ‘gezondheidsbevorderaar’.
Als zorgverlener streeft de verpleegkundige naar het versterken van het zelfmanagement
van de patiënt, waarbij de nadruk ligt op het indiceren, vaststellen en organiseren van zorg.
Als gezondheidsbevorderaar richt de verpleegkundige zich op het bevorderen van de
gezondheid van de patiënt, inclusief diverse vormen van preventie en het stimuleren van
zelfmanagement en sociale netwerken (Enurse, 2022).
De leeruitkomsten bij deze module:
1. De student omschrijft op methodische en verantwoorde wijze de potentiele
patiëntproblemen en verantwoordt deze keuze op basis van recente wetenschappelijke
bronnen en/of klinische expertise en inzichten.
2.De student beoordeelt op methodische wijze samen met de zorgvrager, diens naasten en
informele netwerk de gezamenlijke draaglast en draagkracht en verantwoordt in welke fase
van zelfmanagement de zorgvrager zich bevindt en houdt bij het indiceren van de
preventieve zorg hier rekening mee.
3. De student verklaart het risicovolle gedrag en de motivatie voor gedragsverandering met
behulp van gangbare modellen en gebruikt deze informatie bij het indiceren van de
preventieve zorg.
4 .De student prioriteert de preventieve zorg, stelt deze vast en verantwoordt deze en wijst
de zorg toe aan het juiste deskundigheidsniveau waarbij rekening gehouden wordt met een
effectieve verdeling van middelen en dit inzichtelijk maken aan alle betrokkenen.
5. De student organiseert de zorg effectief en efficiënt, werkt volgens standaarden, richtlijnen
en protocollen en kan de zorg op transparante wijze monitoren.
2
, Hoofdstuk 1. Anamnese
In dit hoofdstuk worden alle gegevens verzamelt die nodig zijn voor het analyseren van een
preventief zorgplan. Als eerst wordt er vertrouwen opgebouwd en wordt er gevraagd of de
patiënt wil mee doen aan de schoolopdracht. Hierna volgt informatie over de casus. Daarna
wordt er een anamnese afgenomen aan de hand van de 11 gezondheidspatronen van
Gorden. Als volgt worden aanvullende gegevens uitgewerkt, door middel van de
zelfredzaamheidsmeter, de Caregiver Strain Index, draaglast en draagkracht model, ASE-
model en de stages of changes.
1.1 Vertrouwen opbouwen
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe het vertrouwen van de patiënt is opgebouwd tijdens
het zorgproces. Er wordt beschreven wat de aanpak is van de verpleegkundige in opleiding
en hoe hierop gereageerd wordt.
1.1.1 Theorie
Het kost tijd en geduld om vertrouwen op te bouwen met patiënten. Voor patiënten is het
belangrijk om te merken dat ze begrepen worden en serieus genomen voelen. Het helpt als
verpleegkundige en dokters eerst investeren in kennismaking met de patiënt.
Effectieve communicatie is essentieel voor het opbouwen van vertrouwen. Dit omvat actief
luisteren, het stellen van open vragen, het gebruik van duidelijke en voorgestelde taal en het
tonen van empathie en begrip voor de ervaringen van de patiënt.
Verder is het belangrijk om voor zorgverleners om betrouwbaar en consistent te zijn in hun
acties en besluiten. Dit omvat het nakomen van afspraken, het consistent volgen van
professionele normen en ethische richtlijnen en het geven van consistente informatie aan de
patiënt.
(Admin, 2012).
1.1.2 Praktijk
Voordat de anamnese werd afgelegd vond er een kort gesprek plaats met meneer. Tijdens
dit gesprek heeft de verpleegkundige in opleiding zichzelf voorgesteld en werd er gevraagd
hoe het met meneer ging. Voor dit gesprek nam de verpleegkundige in opleiding de tijd,
zodat zonder druk gepraat kon worden over belangrijke aspecten in het leven van meneer.
Meneer vroeg ook een aantal vragen aan mij, waardoor er een gesprek vorderde met
interesse van beide kanten.
Tijdens het gesprek luisterde de verpleegkundige in opleiding actief en stelde zij open
vragen.
Na het gesprek heeft de verpleegkundige in opleiding meneer gevraagd of zijn casus
gebruikt mocht worden voor een opdracht van school. Meneer had wat vragen over de
privacy over de uitwerking van de schoolopdracht, hierover heeft de verpleegkundige in
opleiding uitleg gegeven, waarbij is afgesproken dat meneer anoniem is in de
schoolopdracht . De verpleegkundige in opleiding heeft nog een verdere uitleg gegeven over
de schoolopdracht.
Meneer bedankte de verpleegkundige in opleiding voor haar tijd en gaf meneer aan het een
fijn gesprek te hebben gevonden. De verpleegkundige in opleiding vond dit fijn om te horen
en had zin om te werken met deze casus.
1.2 Casus informatie
In deze paragraaf wordt de casus beschreven. De casusinformatie bestaat uit de naam van
de patiënt, de geboortedatum, het reanimatiebeleid, de woon- en thuissituatie, de medische
voorgeschiedenis, de opname gegevens en de huidige situatie uitgewerkt in tabel 1. De
medicatie met de hoeveelheid en werking is uitgewerkt in tabel 2
Naam: Patiënt X
Leeftijd: 80 jaar
Geboortedatum: 15-1-1943
3