Inhoudsopgave
Schrama – Aanpassing afstammings- en gezagsrecht gewenst voor ongehuwd
samenwonende ouders...................................................................................2
Uitspraak EHRM: A.V./Slovenia.......................................................................7
Hoorcollege 1 – Familierecht: ouders en kinderen, afstamming, gezag en
omgang......................................................................................................... 8
Rap – The role of social work services in juvenile justice in the netherlands....16
Hoorcollege 2 – Jeugdstraf(proces)recht........................................................27
Aalders – De rechtspraktijk inzake gezagsbeëindiging vanuit kinderrechtelijk
perspectief.................................................................................................. 41
Bruning et al. – Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie 48
Hoorcollege 3 – De positie van de minderjarige..............................................59
, SCHRAMA – AANPASSING AFSTAMMINGS- EN
GEZAGSRECHT GEWENST VOOR ONGEHUWD
SAMENWONENDE OUDERS
Inleiding
De Nederlandse samenleving is de afgelopen veertig jaar aanzienlijk
veranderd op het gebied van relaties. In de jaren '70 trouwden mensen
veel en werden bijna alle kinderen binnen het huwelijk geboren, maar in
2015 werden meer eerstgeboren kinderen buiten het huwelijk geboren.
Het afstammings- en gezagsrecht, dat juridisch belangrijk is in deze
context, was oorspronkelijk volledig gericht op het huwelijk. Door de
toename van ongehuwd samenwonen, een trend die in veel westerse
landen zichtbaar is, staat de wetgever voor de uitdaging om de
rechtspositie van ouders en kinderen in zulke relaties aan te passen. In
Nederland heeft dit onderwerp recent politieke aandacht gekregen. Zo
heeft de Staatscommissie Herijking Ouderschap de taak gekregen om na
te denken over afstamming en gezag in het licht van deze
maatschappelijke veranderingen. Daarnaast is er in maart 2016 een
wetsvoorstel aangekondigd om de rechtspositie van ongehuwde vaders te
verbeteren, vooral met betrekking tot het gezag.
Maatschappelijke context
Het aantal kinderen dat buiten het huwelijk wordt geboren, is sterk
gestegen. In 1975 was dit slechts 2%, maar inmiddels is 44% van alle
baby’s en zelfs 52% van de eerstgeboren kinderen buiten het huwelijk
geboren. Hoewel deze trend doorzet, stijgt het percentage de laatste jaren
minder snel.
Juridische context
Binnen het familierecht draait de relatie tussen ouders en kinderen om
twee kwesties: afstamming en gezag. Afstamming bepaalt wie de
juridische ouders van een kind zijn, met gevolgen voor bijvoorbeeld
naamrecht en erfrecht. Gezag regelt wie verantwoordelijk is voor de
opvoeding van het kind. Traditioneel was dit sterk gebaseerd op het
huwelijksmodel, waarbij afstamming en gezag meestal bij getrouwde
ouders lagen. Vroeger werden buitenhuwelijkse kinderen en kinderen uit
"verboden" relaties ernstig benadeeld, maar sinds de jaren '80 is hun
rechtspositie verbeterd. Tegenwoordig krijgt een kind altijd automatisch
een moeder, maar niet altijd een juridische vader, tenzij het kind binnen
een huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt geboren. Bij ongehuwde
ouders moet de vader het kind eerst erkennen om juridisch vader te
worden, wat eenvoudig kan via de burgerlijke stand. Echter, hiermee krijgt
de vader nog niet automatisch gezag; hiervoor is een gezamenlijke
2
,aanvraag nodig bij de rechtbank. Als ouders gezamenlijk gezag verkrijgen,
blijft dit van kracht, ook na een scheiding, ongeacht hun relatievorm.
Doelen van afstammings- en gezagsrecht
Om te beoordelen of het familierecht verdere aanpassing nodig heeft
gezien de veranderde maatschappelijke omstandigheden, is het belangrijk
om de doelen van het afstammings- en gezagsrecht te begrijpen. Deze
doelen zijn nauw verbonden met de maatschappelijke context en politieke
en sociale druk. Traditioneel was het doel van het afstammingsrecht om
de moraal te handhaven, maar tegenwoordig richten deze rechtsregels
zich vooral op het verdelen van verantwoordelijkheden en het beschermen
van kinderen. Het familierecht zorgt ervoor dat duidelijk is welke
volwassenen verantwoordelijk zijn voor kinderen
(verantwoordelijkheidsbeginsel) en beschermt de belangen van kinderen
die zelf geen verantwoordelijkheid kunnen dragen
(beschermingsbeginsel). Daarnaast helpt het om conflicten tussen ouders
te voorkomen.
Het oude model, waarin het huwelijk als de meest beschermende
relatievorm werd gezien, werkt niet meer omdat veel ouders tegenwoordig
niet meer trouwen voor de geboorte van hun kind. Toch blijft het doel van
het familierecht hetzelfde: het bieden van bescherming en
rechtszekerheid voor zowel kinderen als ouders. Omdat moeders
automatisch juridische moeder worden en gezag krijgen, ligt de focus nu
vooral op de positie van vaders en hun rechten en plichten.
Problemen ter zake van het afstammingsrecht
Om te bepalen of aanpassing van het familierecht nodig is, is het
belangrijk te onderzoeken of de huidige wetgeving goed functioneert. Voor
het afstammingsrecht is dit afhankelijk van het aantal vaders dat hun
kinderen erkent. Cijfers tonen aan dat in 2012 en 2015 zo'n 90% van de
buiten het huwelijk geboren kinderen binnen een jaar door hun vader werd
erkend, met nog eens 2-3% later. Toch blijft ongeveer 7% van deze
kinderen na enkele jaren zonder juridische vader.
Voor de meeste kinderen is er dus geen probleem: ze hebben zowel een
juridische moeder als vader. Echter, bij 10% van de gevallen heeft het kind
binnen het eerste jaar nog geen vader. Dit kan leiden tot problemen,
vooral na scheidingen van ongehuwde ouders, waarbij de vader nog geen
juridische positie heeft. Als de moeder weigert toestemming te geven voor
erkenning, moet de vader via de rechter proberen alsnog toestemming te
krijgen, wat vaak leidt tot onnodige conflicten tussen de ouders. Hoewel
de rechter in de meeste gevallen de toestemming verleent, verscherpt het
de verhoudingen onnodig.
Problemen gezagsrecht
3
, Het gezagsrecht, dat bepaalt wie verantwoordelijk is voor de opvoeding
van een kind, functioneert niet altijd probleemloos. Ongehuwde moeders
hebben automatisch gezag, maar vaders moeten eerst het kind erkennen
en vervolgens gezamenlijk gezag aanvragen. Empirische gegevens
hierover zijn echter schaars, en het CBS houdt geen cijfers bij over het
verkrijgen van gezamenlijk gezag door ongehuwde ouders.
Uit gepubliceerde rechtspraak blijkt dat er regelmatig conflicten ontstaan
tussen ouders, vooral bij scheidingen, over het verkrijgen van gezag door
vaders. Als ouders tijdens de relatie geen gezamenlijk gezag hebben
geregeld, kan de vader na de scheiding de rechter vragen om alsnog
gezamenlijk gezag te krijgen. In de meeste gevallen wijst de rechter dit
toe, tenzij er ernstige bezwaren zijn. Hoewel er weinig concrete cijfers zijn,
lijkt dit toch tot onnodige conflicten te leiden. Een betere registratie en
analyse van deze zaken zou meer inzicht bieden in de omvang van het
probleem.
Gelijkheid als probleem
Een juridisch probleem in zowel het afstammings- als gezagsrecht is de
ongelijke rechtspositie van ongehuwde moeders en vaders. D66 pleit voor
aanpassing van de wet om deze ongelijkheid op te heffen, wat een
gevoelige discussie oproept over de rol van moeders en vaders in de
opvoeding. Hoewel er biologische verschillen zijn tussen mannen en
vrouwen, is het nog niet duidelijk of en hoe deze verschillen de wetgeving
zouden moeten beïnvloeden.
De huidige maatschappelijke tendens lijkt te zijn dat er geen onderscheid
zou moeten zijn tussen vaders en moeders in hun juridische rol. Dit blijkt
uit de Wet voortgezet ouderschap van 2009, die stelt dat kinderen recht
hebben op gelijkwaardige opvoeding door beide ouders na een scheiding,
ongeacht feitelijke verschillen in zorgverdeling. Er is echter behoefte aan
een breder maatschappelijk en juridisch debat over de impliciete ideeën
over moeders en vaders en de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in
het familierecht.
Beter realiseren doelen
Er wordt voorzichtig geconcludeerd dat het afstammings- en gezagsrecht
goed functioneren, hoewel er weinig empirische gegevens zijn. Een
mogelijke verbetering zou zijn om ongehuwde vaders die samenwonen
met de moeder automatisch juridische vaders te maken met gezag. Dit
zou voordelen bieden, zoals het verminderen van conflicten bij scheiding
en het verlagen van de drempel voor vaders om een duidelijke
rechtspositie te verkrijgen. Het zou ook zorgen voor meer gelijkheid tussen
ongehuwde moeders en vaders, wat aansluit bij het gelijkheidsbeginsel.
Er wordt benadrukt dat als ouders samen een kind krijgen, ze beiden
verantwoordelijk moeten zijn, ook als hun relatie eindigt. Het recht moet
4