KENNISLIJN DE GEMEENSCHAP
PERIODE 1, SEMESTER 1
MENSBEELDEN, TAAK VAN DE SOCIAALWERKER – COLLEGE 1
WETENSCHAPPELIJKE DISCIPLINES:
o Filosofie – bestudeert hoe de mens denkt
Ethiek – het goede en het slechte
Meerdere antwoorden, geen vast, goed of fout antwoorden
Onderzoekt het onbekende, grote vraagstukken
‘dit is hoe het zou moeten zijn’
o Sociologie – bestudeert hoe mens leeft, verklaren van gedrag vanuit maatschappelijke invloeden
Groot kijken
Hoe leven wij samen, verschillende groepen
Hoe verandert de samenleving
Praktische antwoorden
‘dit is hoe het is’
o Recht – regels die zijn opgeschreven, waar we recht op hebben of verplicht zijn
Weergave van normen en waarden in samenleving
Dwingend recht: niet afwijkend van de regels
Regelend recht: kun je (in overleg) van afwijken
Focus op:
Bestuursrecht – van overheid naar burger (sociale zekerheid)
Burgerlijk recht – van burger naar burger (tussen social worker en cliënt) (WGBO)
MENSBEELDEN
o Mensbeeld – idee, voorstelling van het mens-zijn, hoe de mens eigenlijk is
o Autonoom mensbeeld – mensen maken zelfstandig en vrij keuzes
Vrijheid belangrijker dan solidariteit
Verantwoordelijk voor eigen leven en succes, geen succes is eigen fout
Bedreiging: inmenging in bestaansvrijheid, houdt niet van anderen hun regels
o Zorgend mensbeeld – mensen maken sociaal en rationeel keuzes
Zorg voor jezelf en anderen staat centraal
Context is essentieel (waarom doet iemand zoals die doet)
Iedereen is verantwoordelijk
Bedreiging: verlaten worden, niemand om je heen hebben
o Relationeel autonoom mensbeeld – combinatie autonoom en zorgend mensbeeld
o Mensbeeld vanuit Hobbes – gevormd door Engelse burgeroorlog
Ziet mens als hommels, hobbels op de weg
Mens is van nature slecht, wantrouwen, we zijn elkaars vijanden
Oplossing: sociaal contract (om veiligheid te garanderen), absolute leider nodig, daardoor
minder vrijheid
o Mensbeeld vanuit Rousseau – gevormd door overmatige Weelde in Parijs en de verlichtingsdenkers
om hem heen
Ziet mens rooskleurig
Mens is van nature goed, vertrouwen, door bezit en jaloezie worden we slecht
, Mens is gevoelswezen, medelijden zit in ons
Oplossing: sociaal contract, de algemene wil
TAAK VAN DE SOCIAAL WERKER
o Staan in dienst van de samenleving
o Rehabilitatie – herstelproces van mensen, doel is ondersteunen daar in, kijken naar mogelijkheden
o Sociaal-collectivisme – verbeteren positie meest achtergestelde groepen, grote groepen (feminisme,
vluchtelingen, gay-community)
o Individueel-reformisme – individuele hulp bieden, kijken naar wat je hebt, het is pakket A, B of niks
o Lebensweltorientierung – stelt leefwereld cliënt centraal, stimuleert zelfredzaamheid, kunnen kleine
dingen zijn
o Mensenrechtprofession – 3 centrale opdrachten:
Bescherming personen: tegen schenden van rechten
Verzetten: tegen systematische schendingen mensenrechten
(mens)educatie: ervoor zorgen dat instanties mensenrechten waarborgen
MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN EN HET SOCIAAL WERK – COLLEGE 2
o Middeleeuwen: vanuit religie, mensen in leven houden, barmhartig zijn
o 19e eeuw: armen beschaafd maken, weeshuizen helpen (soort militaire operaties), geen individuele
focus, goed zijn voor de armen
o Heden: elk individu doet er toe, gelijke rechten en plichten, samenleving wordt beter doordat elk
individu beter wordt
INRICHTING VAN DE STAAT
o Nachtwakerstaat (1850-1945) – zo min mogelijk bemoeienis van overheid, alleen waken (veiligheid)
en rechtsstaat verdedigen
Industrialisatie
De sociale kwestie – waren veel problemen
Opkomst sociale wetten als gevolg: kinderwetje, veiligheidswet, arbeidswet,
kinderbijslag
Verzuiling (1880-1945) – opdeling maatschappij op grond van geloof en/of maatschappelijke
opvattingen
Katholieke, protestants-christelijke, socialistische (arbeiders), neutrale of liberale zuil
o Verzorgingsstaat (1945-1990) – iedereen krijgt zorg, van wieg tot graf
Wederopbouw
Emancipatie, individualisering, secularisering
Overheid voelt zich sterk verantwoordelijk
Nadeel: mensen gaan teveel leunen op overheid, te duur
Ontzuiling (vanaf 1960) – zuilen verdwijnen
Opkomst tv -> ontdekken andere opvattingen
Groeiende welvaart, vrije tijd
Opkomend individualisme
Minder invloed van kerk in samenleving (secularisering)
Secularisering – geloof wordt keuze
Populariteit kerk minder, heeft minder invloed
Meer eigen keuzes gemaakt
o Participatiesamenleving (1990-heden) – iedereen participeert, veel eigen verantwoordelijkheid,
anderen helpen