Fysiologie week 1
Punaise in teen welke structuren zijn betrokken bij het zenuwstelsel?
- Nocisensoren nemen waar dat er iets kapot is
- A-delta vezel (afferente zenuw) moet iets doorgeven aan het ruggenmerg
- Dit gaat via spinale ganglion de achterwortel in (sensorische informatie) met de
verdikking
o Verdikking in spinale zenuw is sensorische cellichaam
- Cellichaam maakt neurotransmitter aan
- Dit wordt af gegeven aan de achterhoorn
o Bij een reflex gaat het van de achterhoorn naar de voorhoorn (motorische
informatie)
- Van de achterhoorn gaat het door de tractus spino thalamicus lateralis naar boven
o Als het over specifieke informatie gaat (is het een steentje/punaise/etc.
propriosensoren, dan gaat het via de tractus spino thalamicus dorsalis)
- Dan komt het aan bij de thalamus
o Van ruggenmerg naar thalamus: medula oblongata, hersenstam (pons),
middenhersenen, tussenhersenen (diencephalon: hier ligt de thalamuskern
links/rechts), thalamus deze gaat verdelen: vanaf hier ga je
voelen en je bewust worden dit gebeurt in de cortex.
- Het moet uiteindelijk naar de pariëtale lob gaan (over gevoel/tast).
Homunculus is dat mannetje, ligt op girus post centralis (= primair
sensorische schors) = somatotopie.
Thalamus, naar primaire sensorische schors. Hier kun je waarnemen of iets glad, hard,
ruw, warm, koud. Dit kan met gevoel maar ook met zicht.
- Primair: beschrijven, vorm, kleur
- Secundair: ga je iets herkennen (het is een sleutel), je voelt iets en kan het
categoriseren
- Tertiair: gevoel, emotie en geheugen (het is een huissleutel)
Hypothalamus is voor homeostase
Afasie = taalproblemen
,Anosognosie is dat je geen juist zelfbeeld hebt (iemand die net een CVA heeft gehad en
de triatlon wil gaan doen)
Sensomotorische model:
Sensorisch loopt altijd van primair (post centralis) secundair tertiair
Motorisch loopt altijd van tertiair secundair primair (pre centralis)
Basale kernen: Bij mensen met Parkinson is hier iets mis mee. Zij hebben moeite met:
starten, stoppen, soepelheid en snelheid.
Moet bij alles nadenken
Tractus gaat van boven naar beneden. Van primaire schors (corticaal) naar het
ruggenmerg (spinaal). Deze baan heet Primaire baan heet tractus cortico spinalis.
- Alles wat eindigt op spinalis is motorisch
- Alles begint met spinalis is sensorisch
o Altijd van waar naar waar
Als het dan in ruggenmerg aankomt, moet je de voorzijde pakken, dit is voor motoriek.
- Van voorhoorn naar voorwortel.
- Uiteindelijk naar motorische eindplaatje
- Hier geeft je het seintje en komt er een contractie
Hemiparese is halfzijdige verlamming
Bij CVA in linker hemisfeer verwacht je problemen rechts (altijd contralateraal)
Voor goede aansturing heb je sensoriek nodig, propriocepsis.
Als een thalamus is uitgeschakeld ben je alle sensoriek en motoriek van een helft van
lichaam kwijt.
Linker hemisfeer kapot Broca en Wernicke: problemen met taal, logica, basis redenatie
(communicatie lastig). Als je gaat lopen, moet je dit tekenen want hij begrijpt je niet. Hij
voelt zich onzeker en je moet deze patiënt activeren. Familie denkt vaak dat het niks
meer gaat worden. Maar ze hebben nog wel een goede rechterhemisfeer en deze is voor
oplossingen. Revalideren vaak beter.
Rechterhemisfeer veiligheid bieden!! Als je zegt dat je met hem gaat lopen, is hij al
weg voor je het weet.
Hemisferen zijn te verdelen in lobben:
- Frontale lob motoriek
- Pariëtale lob sensoriek (tast)
- Occipitale lob sensoriek (visus)
- Temporale lob sensoriek (gehoor)
- Limbisch systeem geheugen (hypocampus) en emotie (amygdala (bewegings-)
angst/gevaar)
Primair visuele schors (occipitale lob): gaat over zicht (beeld: kleuren, vorm)
Primair auditieve schors: hoog, laag, hard zacht (waar komt het geluid vandaan)
Tertiair motorische schors is het plan, wat ga ik doen (beslissen)
Secundair motorische schors is hoe ga ik het doen
Primaire motorische schors is de uitvoering = precentrale girus
Prefrontale schors persoonlijkheid, planning en motovatie.
Bij mannen is dit ontwikkeld als ze ongeveer 25 jaar zijn. Bij vrouwen als ze ongeveer
17/18 jaar zijn. Dan word je je bewust dat je onderdeel uitmaakt van je omgeving.
Prefrontale dementie (vooral mannen rond 40-50 jaar) kan zorgen voor ongeremd
agressie.
Somatotopie, homunculus: pre- en postcentrale girus
,Arterie cerebri anterior links, probleem met rechterbeen (motorisch en sensorisch)
1 sensor met 1 sensor neuron
Secundair schorsgebieden:
- Mediaal voor interne prikkels
- Lateraal voor externe prikkels
Van primair motorisch gaat het via speciale baan naar beneden: cortico spinalis en dan
uiteindelijk ga je de beweging uitvoeren.
Je kan iets wel beschrijven, maar niet benoemen probleem in secundaire schors,
iemand kan niet categoriseren. Vanaf pariëtale lob, want het gaat over tast.
Centrum van Broca is voor spraakverhaal
Als je iets hoort gaat het via centrum van Wernicke (via temporale lob)
Bij revalidatie wordt gekeken naar Bartel schaal, kan iemand zichzelf in basis
onderhouden (haren kammen, wassen, etc.). Niet alleen neurologisch,
motoriek/sensoriek.
Parese (=verlamming)
Anesthesie (=gevoelloosheid)
Anopsie (=niet kunnen zien)
Hemi-anopsie (=helft niet kunnen zien, linker- en rechteroog zijn bijv. links kwijt)
Afasie (=spraak)
Agnosie (=niet goed kunnen voelen)
Apraxie (=probleem met handelen)
Psychologisch (=vaak depressie)
Neglect: ogen reageren nog wel. Je hebt nog wel een reflex maar er gebeurt niks meer
Hemianopsie: in primaire schors
Anopsie: in perifere schors
Als rechterhemisfeer (ruimtelijk inzicht) is uitgevallen, moet je als fysio prikkels blijven
geven. Doet direct wat je vraagt of doet het zelfs al voordat je het vraagt. Hier moet je
letten op veiligheid!!!
Linker hemisfeer (taal) is vaak heel voorzichtig en onzeker.
Anastomose (= alternatieve route) om te zorgen dat er een goede doorbloeding is, dit
heet de cirkel van Willes. Hieronder vallen:
- Arteria cerebri medialis face, arm, speech, time
- Arteria cerebri anterior slepend been, persoonlijkheid, motivatie, gedrag,
planning
- Arteria cerebri posterior hemianopsia (occipital)
o Arteria communicans posterior tunnelvisie
Cirkel van Willes wordt gevoed door:
- Vertebralis vanuit ruggenmerg, komen samen en vormt de Basilaris
o Voor hersenstam en kleine hersenen
- Carotes
o Komt direct uit in cirkel van Willes
Aantal hersenzenuwen (tel die mes met mij):
0 telencephalon = grote hersenen
2 diencephalon = tussenhersenen
2 mesencephalon = middenhersenen
4 metencephalon = pons
4 myelencephalon = verlengde merg
, Brotman: wat hoort waarbij in de hersenen
Fysiologie week 2
1. Hiërarchisch model: fylogenetisch model
2. Ecologisch model: heterarchisch model
3. Reflexmodel (stimulus-respons)
4. Dynamische systeemtheorie
5. Model van Luria
6. Plastische model
7. Kabels en banen model
o Kabel of baan noemen we tractus
Begint met spino = sensorisch
Eindigt op spinalis = motorisch
8. Chaos model (carousal): formatio reticularis
9. Neuronale groepen theorie
o Bepaalde groepjes cellen werken die met elkaar samenwerken
10. Intentie actiemodel: frontale lob tertiair, secundair, primair
11. Stimulus perceptie model
12. 10 en 11 samen zijn sensomotorische model
o Sensoriek roept motoriek op
o Motoriek roept sensoriek op
Rechterhemisfeer betekend linkerkant gaat uitvallen.
Parese linkerarm wil zeggen mediale arterie uitgevallen.
Parese zegt iets over motorische activiteit er is verlamming maar nog wel activiteit
Paralyse wil zeggen dat het niet meer reageert.
Vroeger: iemand is spastisch aan de slag met spieren, alleen op spinaal niveau.
Reciproke inhibitie (alfa motorneuron kon geremd worden door antagonisten).
Tegenwoordig: uitgebreider kijken naar hiërarchisch model. Ook naar hersenen kijken.
Bijvoorbeeld omgevingsfactoren. Eigenlijk is de beste plek voor revalidatie thuis, maar
dat kost te veel tijd/geld. Daarom nabootsen eigen omgeving.
Hiërarchisch model (fylogenetisch model)
Bij een beroerte vallen het nieuwste systeem uit (neo niveau), mijn cortex werkt niet
meer. Het oude systeem blijft dan over waardoor er weer allerlei de oude reflexen
terugkomen pathologische reflexen (bijv. bij spamse, doe je iets in de hand dan wordt
het grijpreflex veel sterker). Wij als fysio gaan reflexen inzetten om te zorgen dat
transfers kunnen plaatsvinden (bijv. als iemand zich moet omdraaien, bij draaien hoofd
gaat arm gelijk mee).
Emotionele motoriek: iemand gaat uit het niets huilen. Als neo-niveau niet functioneert,
zie je dat limbisch systeem een grotere rol gaat spelen in motoriek, wordt overgenomen
door paleo-niveau.