Vraag 1
De Provincie Gelderland wil een haar in eigendom toebehorende voormalige dienstwoning
verkopen aan zzp-er Harry van Heuvel. Harry wil in deze woning gaan wonen, maar er niet in
gaan werken. De provincie en Harry sluiten met elkaar schriftelijk een koop-
verkoopovereenkomst waarin de partijen en het verkochte correct worden omschreven, de
koopsom is bepaald op € 500.000,- K.K. (kosten koper), de leveringsdatum is vastgesteld op
10 januari 2024 en u bent aangewezen als instrumenterend notaris.
Harry bazuint deze verkoop dolenthousiast rond in het café, waar de muren oren hebben,
en zo raakt José Wortelboer van deze verkoop op de hoogte. ’s Anderendaags belt zij met de
juiste afdeling van de provincie, biedt voor dezelfde voormalige dienstwoning € 600.000,-
V.O.N. (vrij op naam) en eist, dat de voormalige dienstwoning aan haar wordt verkocht, want
‘anders maakt ze stennis’: haar vriend is immers journalist bij De Geldersman en die regionale
krant staat bekend om haar scoops, roddels, gebrek aan hoor en wederhoor, en
onversneden sensatiejournalistiek. ‘Dat moet de provincie niet willen’, voegt José er nog
omineus aan toe.
a. Leg uit in hoeverre sprake is van een geldige koop-verkoopovereenkomst, als deze
niet schriftelijk, maar mondeling zou zijn overeengekomen. (5 punten)
b. Stel, dat de koop-verkoopovereenkomst qua vorm geldig is: geef aan in hoeverre de
provincie juist heeft gehandeld, toen zij haar dienstwoning aan Harry verkocht. (5
punten)
c. Stel, dat de koop-verkoopovereenkomst qua vorm geldig is en dat José weliswaar
haar dreigementen níet waarmaakt, maar vervolgens wél naar de rechter stapt:
beargumenteer of de rechter de koop-verkoopovereenkomst tussen de provincie en
Harry zonder meer geldig, of vernietigbaar, of zelfs nietig verklaart. (5 punten)
d. Beschrijf hoe u uw rol als notaris ziet en geef daarbij aan of u de leveringsakte
provincie-Harry passeert. (5 punten)
, Vraag 2
Weduwnaar Henk is erfpachter van een hoeve in Gelderland. Blooteigenaar is Bertje
Muntingh. De door Henk bewoonde boerderij is nieuwbouw uit 2017 en heeft het uiterlijk
van een bungalow met één verdieping met een plat dak. Op de begane grond woont Henks
zuster in een apart woongedeelte (haar woning); op de eerste verdieping woont Henk zelf.
Van de gemeente heeft Henk vergunning gekregen om een tweede verdieping op de
boerderij-bungalow te bouwen. Deze nieuwe verdieping is bestemd als woning voor Henks
dochter Pop. Om zowel Pop als Henks zuster het gevoel te geven, dat zij niet van haar vader,
respectievelijk broer huren, maar goederenrechtelijk tot hun woningen gerechtigd zijn, zoekt
Henk naar een juridische oplossing.
a. Beschrijf welke juridische, goederenrechtelijke oplossing u voor u ziet. (5 punten)
b. Leg uit in hoeverre Bertje Muntingh roet in het eten kan gooien. (5 punten)
c. Leg uit of de gemeente alsnog roet in het eten kan gooien. (5 punten)
d. Stel, Henk is geen erfpachter van een hoeve in Gelderland is, maar een beklemde
meier van een boerderij in Groningen. Geef aan of uw oplossing in dit geval anders
luidt. (5 punten)