Dit document bevat een complete samenvatting van het vak 'School psychology' aan de Universiteit Leiden. Het is een combinatie van een begrippenlijst en samenvating.
Begrippen
Metacognition kennis over cognitie (incl kennis over welke cognitieve taken welke demands
oproepen en metamemory kennis over geheugen)
Executieve functies zelf-regulering van gedachten en actie, plannen en inhibitie
Judgements-of-learning assessing van leren gelijk na het leren van een woordenlijst en een dag
later na het leren van een woordenlijst
Ease-of-learning judgements voorspellen van eigen ability van het onthouden van woorden, lijsten
of teksten, jongere kinderen overschatten zichzelf door vals geloof in effort-resultaat causatie (maar
hebben wel impliciet bewustzijn over eigen kennis)
Source monitoring correct attributeren van de oorsprong van het geheugen, kennis en geloof,
ontwikkelt tussen 4 en 8 jaar en is beter bij short term recall
Dimensional change card sorting task test de vaardigheid om kaarten te sorteren op basis van
verschillende regels. Key feature is te zien hoe gepresteerd wordt gelijk na verandering van regel
(vanaf 5 jaar kunnen ze het wel goed)
Cool executief functioneren puur de cognitieve taak
Hot executief functioneren involves keuzes maken waar emotionele gevolgen aan vast hangen
Inhibitory control in prefrontale cortex, het kunnen inhiberen van reactie op irrelevante stimuli
terwijl een cognitieve goal uitgevoerd wordt (beter voor meisjes en oudere kinderen + afhankelijk
van taal en genetisch)
Inductief redeneren generaliseren vanuit een paar specifieke voorbeelden (vanuit premisse en
met analogieën)
Deductief redeneren redeneerproblemen die maar één goede uitkomst hebben (incl. syllogistisch
redeneren)
Analogisch redeneren van een bekend naar een nieuw probleem redeneren aan de hand van
overeenkomsten tussen de twee
Wason selection task redeneren over conditionele states of affair van de if p then q variety (werkt
een stuk beter als het over iets bekends gaat, dus als het inhaakt op pragmatische redeneerschemas)
- Metacognitie is tegenovergesteld van theory of mind: want meta gaat over kennis van je
eigen ‘mind’ en theory of mind over die van een ander
- Hoe beter metamemory wordt, hoe minder fouten in geheugen kinderen maken (want leren
trucjes enz)
- Bij metamemory is het belangrijk verschillende variabelen te kunnen interrelateren (5 jarigen
kunnen maar op basis van 1 variabele inschatting over geheugen maken itt 10 jarigen, vanaf
9 jaar kunnen kinderen dit)
- Labelen heeft alleen effect als je weet wat het doet voor jouw geheugen, anders mentalisatie
- 12 jarigen beter met zelfreguleren van memory behaviour, aangezien zij meer tijd besteden
aan het leren van moeilijke woorden dan aan makkelijke
- De allerjongsten besteden meer tijd aan de makkelijke woorden, missen metamemorial
kennis (ookal weten ze wel dat ze makkelijker zijn)
- Feeling-of-knowing judgements voor volwassenen en kinderen goed voor correct en error,
maar minder goed voor
- Event related negativity wordt sterker naarmate je ouder wordt (ENR is gerelateerd aan
performance monitoring)
- Het niet kunnen wisselen van regel bij card sorting komt door representational conflict en
minder door niet kunnen inhiberen van oude regel, kinderen kunnen namelijk niet uitleggen
, wat ze moeten doen na de regel veranderd is. Het zou niet kunnen inhiberen zijn als ze wel
kunnen uitleggen hoe het moet maar het gewoon niet daadwerkelijk kunnen doen
- Volwassenen hebben ook moeite met switching, maar resulteert in langere reactietijd ipv
errors. Het zou helpen bij kinderen om ze weer te laten concentreren op de features van de
objecten voor ze weer gaan sorteren met de nieuwe regel
- Verschillen in rule switching tussen kinderen en volwassen door verschillen in functionele
connectiviteit
- Anticipated wins kan gemeten worden in 8 jarigen
- Een assymmetrisch gevouwen anterior cingulate is gerelateerd aan betere inhibitie is
aangetoond met de Stroop task (woorden en kleuren benoemen)
- Analogie is gefocust op structurele overeenkomsten en inductief op surface overeenkomsten
- Kinderen vinden het makkelijker om conditioneel te redeneren dan met categorisatie
- Kinderen kunnen leren analogieën te gebruiken door het paar keer eerder gedaan te hebben
- Inductief en deductief redeneren zijn voor kinderen en volwassenen afhankelijk van de eigen
kennis, het kan kinderen juist helpen als ze te weinig kennis over iets hebben aangezien ze
niet te lastig gaan denken
- Kinderen vinden het lastiger om irrelevante info te inhiberen waardoor ze foute conclusies
trekken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dv03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,96. Je zit daarna nergens aan vast.