Week 1
Vraag 1.1
a. De BTW zit al in de verkoopprijs inbegrepen. We willen de consument belasten, maar de
BTW wordt bij de winkelier geheven.
- Algemeen: alles wat plaatsvindt in de maatschappij is in beginsel aan belasting
onderheven
- Bijzondere indirecte belasting: accijnzen, BPM bij auto’s
b. Je wilt het gebruik treffen, en niet de onderneming. Onderneming wentelt het af aan de
consument.
c. –
d. Op alles wat wij doen zit BTW. Eten, slapen, reizen etc. We staan er niet bij stil dat er
belasting wordt geheven. Winkelier is niet verplicht om aan de particulier een bonnetje met
BTW uit te schrijven. Bij een onderneming moet dit wel.
e. In zekere zin wel
Complementair = aanvullend
Waar de één de inkomsten belast, belast de ander de uitgaven. Men wordt dubbel gepakt.
f. Interne neutraliteit: stokpaardje van het HvJEU. Wat houdt het in? Binnen de schakels wordt
het afgedragen (+) en afgetrokken (-), totdat het bij de eindschakel komt, waar 21% BTW
wordt geheven.
Ziet op het aftrekrecht.
Externe neutraliteit: op het moment dat een ondernemer zegt: ik ga exporteren, dan moeten
deze goederen ontlast zijn van eventuele BTW die er nog op zit. Wij doen dat door middel
van het 0-tarief. We hanteren een vrijstelling met behoudt van aftrekrecht.
g. Bij iedere transactie an sich moet de BTW bepaald worden.
Vraag 1.2
Twijfel? Rechtbank en hof kunnen prejudiciële vragen stellen. De HR moet dit als hij twijfelt.
Kameleoneffect: datgene wat in de wet staat wordt ineens anders uitgelegd.
Voorbeeld: Het begrip ondernemer verandert binnen in de EG. Indien de wetgever niet de tekst van de
wet wenst te veranderen, maar wel de gevolgen gelijk wil stellen met die zoals die beoogd zijn in de
BTW richtlijn, is het ook mogelijk om de uitleg van de wet te veranderen. Het ondernemersbegrip
wordt dan bijvoorbeeld anders uitgelegd. Dit wordt het Kameleoneffect genoemd. Dit kan naast de
wetgever ook de rechter aankondigen.
Hoe dient richtlijnconforme interpretatie te geschieden? Bepalingen met elkaar vergelijken. Komt het
tekstueel overeen? Nee. Alle teksten verschillen van elkaar (verschillende talen).
Ja dit kan, maar alleen als de bepaling rechtstreekse werking heeft. Een bepaling heeft rechtstreekse
werking indien hij onvoorwaardelijk is en voldoende duidelijk is.
Vraag 1.3
a. Artikel 2 OB -> 100% recht op aftrek
b. Artikel 2 OB -> 100% recht op aftrek
c. geen aftrekrecht
1
, d. Je zit dan al in het tarief verwerkt van iemand die een ander tarief hanteert
Als deze gebruikt worden voor belaste activiteiten, dan zijn zij aftrekbaar als er uitsluitend
belaste prestaties worden verricht.
Vraag 1.4
a. Hoeft niets af te dragen. Hij kan namelijk 10 aftrekken, en hij is maar 10 verschuldigd. In de
volgende schakel moet dan weer meer betaald worden. Belasting is daar 20, maar er kan
niets afgetrokken worden.
Eigenlijk heeft dit geen nut.
Het lage BTW tarief is alleen nuttig als het de laatste schakel is, zoals bij voeding. Iets wat een
particulier koopt.
b. –
Vraag 1.5
a: ABN AMRO
B: het portret in opdracht is een dienst. Het verkopen van de hamburg is een levering.
C: onder bezwarende titel wil zeggen dat er een tegenprestatie moet zijn.
-tegenover het betallen van collegegeld staat het recht op onderwijs.
-gaan er van uit dat degene bij wie je inruilt ook een ondernemer is. Dit is onder bezwarende titel,
want er is een tegenprestatie in deze.
D: privésfeer onderscheiden van de ondernemerssfeer.
-ja is in de ondernemingssfeer
-is in privésfeer. Hij doet dit niet in zijn ondernemingssfeer. Zijn huisraad die hij verkoopt (privé)
maakt hem geen ondernemer.
Vraag 1.6
-De BTW verhoging heeft voornamelijk gevolgen voor particulieren/consument. Zij zullen immers
deze verhoogde prijs moeten betalen. Ondernemers kunnen de betaalde btw in mindering brengen
op hun btw-aangifte. Of deze 6 of 9 is maakt dus in principe niet zo veel uit.
-hiermee ben ik het wel eens. De consument is vooral de dupe. Echter is het niet onnodig zwaar en
duurder geworden t.o.v. normaal vlees.
-dat zou mogelijk een gevolg kunnen zijn. Het zal wel wat geld schelen.
-inflatie. Prijzen en inkomens gaan omhoog.
Week 2
BTW heffing vindt alleen plaats als er een prestatie tegen een vergoeding wordt verricht.
Vraag 2.1
De belastingplicht die voortvloeit uit het verrichten van prestaties tegenover een vergoeding.
Gaat het het normale vermogensbeheer niet te boven?
Exploiteer je een duurzaam vermogensbestanddeel om er winst mee te behalen?
2
, Drempel voor ondernemerschap is extreem laag. Zelfs als je zonnepanelen op jouw dak plaats, ben je
al ondernemer.
1. Ja. Mits je hier een vergoeding voor vraagt. Maakt het uit of het een natuurlijke persoon is of
een rechtspersoon? Nee dit maakt niet uit voor het zijn van een belastingplichtige.
Een natuurlijke persoon heeft echter altijd een privésfeer en een rechtspersoon niet. Bij een
rechtspersoon kom je zodoende vaker bij het ondernemerschap.
2. Aan familie en vrienden tijdens schoolvakanties: exploitatie van een vermogensbestanddeel,
dus ja. Je moet telkens bedenken of de situatie het normale vermogensbeheer te mogen
gaat
Aan een reisorganisatie: ja
drie weken misschien nog niet economische activiteiten, langer eerder wel wss.
3. Vroeger stond er in de wet dat bij overdracht van onroerende zaken door de gemeente altijd
sprake was van ondernemerschap. Naar projectontwikkelaar is wel belastingplichtig.
Grondbedrijf van de gemeente: orgaan dat zich bezighoudt met onroerend goed. Er vindt dus
een handeling plaats binnen dezelfde rechtspersoon. Dit is geen prestatie voor de BTW.
Gaat erom dat gemeentes en overheidslichamen ook gewoon BTW ondernemers zijn.
4. Hotel wel
Woning niet. Voor de BTW kun je een woning niet zakelijk etiketteren. Het is zodoende geen
ondernemersvermogen.
5. Passief houden van aandelen
Het houden van aandelen is geen ondernemersactiviteit an sich
Het verkopen van de aandelen leidt dan in principe ook niet tot ondernemerschap
Actief ondernemerschap: bemoeien in het beheer van je onderneming.
Als je als DGA salaris krijgt, bent je geen ondernemer.
Een rechtspersoon kan niet in dienstbetrekking zijn, dus als je als moedervennootschap
activiteiten verricht, ben je een ondernemer.
6. Ondernemerschap. Dit is niet hobbymatig. Kijk maar naar het zonnepanelen arrest. Een
avond per jaar is incidenteel dan is het geen btw-heffing, wordt het echter regelmatig
verhuurt, dan wordt het wel ondernemerschap.
Vraag 2.2
a. Wie zijn ondernemers?
- De Holding. Hij krijgt managementvergoeding en bemoeit zich met de andere
vennootschappen. “het bemoeien van” is alleen van belang bij de vraag of het houden
van aandelen kan worden gekwalificeerd als ondernemerschap.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jeltjebakker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.