KERN A/C Periode 1
WEEK 1 les 2 AANTEKENINGEN
holistische zorg ; zorg vanuit een benadering waarbij jij als persoon als geheel
wordt beschouwd, zowel de fysieke, mentale als emotionele gezondheid worden
aangepakt.
positieve gezondheid ; is een benadering binnen de gezondheidszorg die niet de
ziekte, maar een betekenisvol leven van mensen centraal stelt. Je kijkt naar de
gezondheid op verschillende levensgebieden.
Zes dimensies: lichaamsfuncties, dagelijks functioneren, meedoen, kwaliteit van
leven, mentaal welbevinden, zingeving.
zelfredzaamheid ; jezelf kunnen redden,
zelfmanagement ; het vermogen om gedrag, gedachten en emoties op een
positieve manier te reguleren.
WEEK 1 les 2 OPDRACHTEN
Leerdoelen
De student
1. Legt in eigen woorden het model van EBP en de noodzaak van EBP uit.
- een benadering in de gezondheidszorg waarbij beslissingen over de
zorgverlening worden genomen op basis van wetenschappelijk
onderzoek, eigen klinische vaardigheden en voorkeur van de patiënt.
Dus dat de zorg die ze ontvangen niet alleen is gebaseerd op kennis
en ervaring, maar ook wat voor de patiënt het beste werkt.
- Noodzaak
- Het verhoogt de kwaliteit en veiligheid van de zorg, door te
werken met het beste beschikbare bewijs.
- Patientgerichte zorg -> benadrukt voorkeuren en waarden van
patient.
2. Kan het verschil tussen een visie, theorie, concept, model, raamwerk en
methode uitleggen.
3. Geeft voorbeelden van leefstijl-/risicofactoren (persoons-/omgevings- en
maatschappelijk gebonden factoren t.a.v. gezondheid).
4. Legt in eigen woorden uit hoe een verpleegkundige een professionele
relatie aangaat met een zorgvrager.
Opdracht 1: KBS
- Lees/bestudeer de KBS - Leerarrangement De zorgvrager en de
verpleegkundige.pdf
Welke begrippen zijn onbekend?
- Geriatrie (GAAZ) = Afdeling voor oudere patiënten met lichamelijke, psychische of
sociale problemen.
- BIG = Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg
- Hetero-anamnese = als er vragen worden gesteld aan mensen in de omgeving van
de patient.
- Ergonomisch = gebruiksvriendelijk
- Decubitusplekken = doorligplekken
,- Diuretica = vochtafdrijvende medicatie ook wel ‘plaspillen’ genoemd
- Multidisciplinair overleg = overleg met mensen van verschillende specialisaties.
Opdracht 2: Casus
Zoek naar definities van de begrippen: visie, theorie, concept, model, raamwerk en
methode en methodiek. Zorg dat je verschillen en de eventuele onderlinge
samenhang uit kunt leggen. Eventuele vragen kun je in de les stellen.
⊛ Visie = een beeld of verwachting van de toekomst dat richting geeft
aan handelen en denken.
⊛ Theorie = een aantal samenhangende denkbeelden waarmee je verschijnselen
die je waarneemt, kunt verklaren.
⊛ Concept = een abstract idee of mentale voorstelling van iets.
⊛ Model = een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid.
⊛ Raamwerk = een gestructureerd geheel van ideeën of concepten dat
een basis biedt voor het organiseren en begrijpen van kennis.
⊛ Methode = een weldoordachte manier van handelen om een bepaald
doel te bereiken.
⊛ Methodiek = een verzameling van methoden die een samenhangend
geheel vormen en gebruikt worden om bepaalde doelen te bereiken.
Samenhang
- Een visie wordt opgebouwd uit concepten, van de abstracte ideeën wordt een
beeld of verwachting geschetst.
- Een visie stuurt de ontwikkeling van theorieën door aan te geven wat belangrijk is
en welke doelen moeten worden bereikt.
Opdracht 3: Begrippen
Geef een omschrijving van de volgende begrippen, vanuit je eigen kennis en vanuit
de literatuur.
⊛ Evidence Based Practice (EBP) =
EO : een benadering in de gezondheidszorg waarbij beslissingen over de
zorgverlening worden genomen op basis van wetenschappelijk onderzoek,
eigen klinische vaardigheden en voorkeur van de patiënt.
L : het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste
bewijs bij het nemen van beslissingen over de zorg voor individuele patiënten.
sackett (1996).
⊛ (Zinloze) rituelen in de zorg =
EO : handelingen in de zorg die onbewust worden uitgevoerd waarvoor geen
wetenschappelijk bewijs bestaat dat ze een positieve impact hebben op de
gezondheid van patiënten.
L : "overgebleven praktijken die gebaseerd zijn op verouderde kennis of
onjuiste veronderstellingen en die geen therapeutische waarde hebben."
McNally (2009).
⊛ Leefstijlfactoren =
EO : gewoonten van een persoon die directe invloed hebben op de
gezondheid, zoals voeding, beweging, slaapgewoonten.
L : "gedragingen die individuen kiezen en die hun gezondheid beïnvloeden.”
WHO (World Health Organization).
⊛ Risicofactoren =
, EO : kenmerken die de kans vergroten dat een individu een ziekte of
gezondheidsproblemen ontwikkelt. kan zowel door genetische aanleg of door
de omgeving komen.
L : "attributen, kenmerken of blootstellingen die de kans op het ontwikkelen
van een ziekte of letsel verhogen.” CDC (Centers for Disease Control and
Prevention).
⊛ Verpleegkundig proces =
EO : een systematische methode die verpleegkundigen gebruiken om zorg te
plannen, uit te voeren, te evalueren en te documenteren.
L : "een dynamisch, cyclisch proces dat verpleegkundigen in staat stelt om op
een georganiseerde manier zorg te verlenen, waarbij de focus ligt op het
identificeren en aanpakken van de gezondheidsbehoeften van patiënten."
Alfaro-LeFevre (2020).
⊛ (Vormen van) Preventie =
EO : maatregelen die worden genomen om het ontstaan of de progressie van
ziekten en gezondheidsproblemen te voorkomen.
Primaire preventie -> gericht op het voorkomen van ontstaan van ziekten
(dmv vaccinatie, gezonde levensstijl).
Secundaire preventie -> vroegtijdige opsporing en behandeling van ziekten
om complicaties te voorkomen (bv screeningprogrammas).
Tertiaire preventie -> behandeling en revalidatie om ziekte vererging en
complicaties te voorkomen. (bv revalidatieprogramma's )
L: "actie die wordt ondernomen om ziekte te voorkomen of de gevolgen ervan
te verminderen." WHO.
, Opdracht 4: Het verpleegkundig proces
Bron ; Theoretisch kader voor de verpleegkundige beroepsuitoefening
Het verpleegkundig proces is een systematische methode die verpleegkundigen
gebruiken om patiëntenzorg te plannen, uit te voeren en te evalueren. Het biedt een
gestructureerde benadering om de zorgbehoeften van de patiënt te identificeren en
hier op de juiste manier op te reageren. Het proces bestaat uit 6 fasen: anamnese,
diagnose, planning (doelen en resultaten), interventies, uitvoering en evaluatie.
STAP 1 ANAMNESE (gegevensverzameling)
De eerste stap van het verpleegkundig proces is de anamnese, waarbij de
verpleegkundige systematisch gegevens verzamelt over de gezondheidstoestand
van de patiënt. Met als doel een volledig beeld te krijgen van de behoeften,
problemen en leefomstandigheden van de patiënt. Hierbij wordt ook gekeken naar
fysieke, psychologische, sociale en culturele aspecten.
- Objectieve gegevens : Medische feiten (zoals bloeddruk) en lichamelijke
onderzoeken.
- Subjectieve gegevens : Informatie die de patiënt zelf versterkt, zoals
pijnervaring, gevoelens of angsten.
STAP 2 DIAGNOSE
Na het verzamelen van de gegevens stelt de verpleegkundige een
verpleegkundige diagnose, een professionele inschatting van de reacties van de
patiënt op gezondheidsproblemen. Door middel van POS:
- Probleem : Wat is het probleem of risico?
- Oorzaak : Wat veroorzaakt of houdt het probleem in stand?
- Symptomen : Welke symptomen ondersteunen de diagnose?
Voorbeeld : “Verstoorde slaap door pijn, gekarakteriseerd door vermoeidheid en
prikkelbaarheid.
STAP 3 PLANNING van de resultaten : doelstellingen en resultaten
In deze fase stelt de verpleegkundige doelstellingen en gewenste resultaten
op op basis van de diagnose. De doelen moeten:
- Specifiek zijn : Duidelijk omschreven wat er moet worden bereikt.
- Meetbaar zijn : Concrete criteria om het resultaat te evalueren.
- Acceptabel zijn : Afgestemd zijn op de mogelijkheden en wensen van de
patiënt.
- Realistisch zijn : Haalbaar binnen de context van de zorgverlening
- Tijdsgebonden zijn : Binnen een duidelijk vastgestelde periode.
Voorbeeld : “de patiënt ervaart binnen 48 uur een vermindering van pijn tot een
niveau dat acceptabel is voor dagelijkse activiteiten.
STAP 4 INTERVENTIES planning van de interventies : verpleegkundige
handelingen
Het ontwikkelen van een zorgplan met uitvoeringen die zijn gericht op het
halen van de gestelde doelen.
- Afhankelijke interventies : voorschriften die worden uitgevoerd op advies
van een arts, zoals medicatietoediening.