Casus en vaardigheden 5 aantekeningen
Week 1
Aantekeningen week 1.1; poging en voorbereiding
De voltooiing van een delict verloopt chronologische door een aantal fases:
– Intenties (niet strafbaar)
– Samenspanning (in uitzonderlijke gevallen, bijv. het plegen van een aanslag)
– Voorbereiding artikel 46 Sr
– Poging artikel 45 Sr
– Voltooid delict
Strafbaarheid
– Poging ex artikel 45 Sr
– Voorbereiding ex artikel 46 Sr jo. 10a en 11a Opw.
Poging artikel 45 Sr.
Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft
geopenbaard.
Wanneer heeft dat voornemen zich nou door een begin van uitvoering geopenbaard?
– Subjectieve (de intentie van de dader, voornemen) vs. objectieve leer (uiterlijke gedraging waaruit een
misdadige wil blijkt)
– Begin van uitvoering = wanneer de gedraging naar haar uiterlijke verschijningsvorm is gericht op voltooiing
van het delict
– Cito criterium (HR24 oktober 1978, NJ 1979/52): “deze gedragingen zijn aan te merken als een begin van
uitvoering van het voorgenomen misdrijf daar zij naar haar uiterlijke verschijningsvorm moeten worden
beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf”.
– HR Grenswisselkantoor: “de Hoge Raad bracht naar voren dat wanneer iemand het voornemen heeft
opgevat in een bank het misdrijf van afpersing te plegen, niet kan worden gezegd dat hij aan dat misdrijf
begin van uitvoering heeft gegeven als hij zich met auto naar die bank heeft begeven, maar die auto niet
heeft verlaten, en ook niet een gedraging heeft verricht die ‘naar haar uiterlijke verschijningsvorm moet
worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van dat voorgenomen misdrijf.”
– Meestal objectief maar soms ook subjectief; HR 30 juni 2015, NJ 2015/403. Verdachte wil via internet een
wapen kopen, heeft hierover telefonisch contact dat hij hem wil kopen. → poging tot het voorhanden
hebben van een verboden wapen. Adviseur van de HR oordeelt dat er geen sprake is van een begin van
uitvoering. De gedragingen staan te ver af van het beoogde misdrijf. De intentie was duidelijk maar er was
nog geen begin van uitvoering, daarvoor is een zekere mate van gevaarzetting vereist. De Hoge Raad
oordeelt dat er wél sprake is van een strafbare poging.
CITO = wel begin van uitvoering, daders stonden al voor de deur.
GWK = geen begin van uitvoering, daders zaten nog in de auto op de parking.
Absoluut en relatief ondeugdelijke poging
– Niet strafbaar: absoluut ondeugdelijke poging; pogingen die nooit zullen slagen zijn niet strafbaar. Hetzij
vanwege het middel, hetzij vanwege het object. Zoals bijvoorbeeld een gebedje.
– Wel strafbaar: relatief ondeugdelijke poging; het middel of het object is onder normale omstandigheden
geschikt om te komen tot voltooiing maar door bepaalde factoren komt het niet tot voltooiing.
Bijvoorbeeld een dief die iets wil stelen, maar niks aantreft. Of bijvoorbeeld vergiftigen maar niet met de
juiste hoeveelheid. (arsenicum arrest)
,Onvoltooide poging = in een vroeg stadium wordt de verdachte bijvoorbeeld betrapt waardoor de poging wordt
afgebroken. Denk bijvoorbeeld aan sirenes, een buurman die de verdachte betrapt, een hond die blaft. Geen
vrijwillige terugtred
Voltooide poging = als de dader er alles heeft gedaan om de poging te bereiken. De dader heeft alle mogelijke
inspanningen gedaan om het misdrijf te voltooien maar het lukt niet. Wél vrijwillige terugtred.
Zodra de poging is begonnen, eindigt de voorbereiding!
Voorbereiding artikel 46 Sr.
Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of
meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of
vervoersmiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of
voorhanden heeft.
– Waar eindigt de voorbereiding en wanneer begint de poging? Daarvoor dient er vastgesteld te worden dat
er een begin van uitvoering is geweest → Jetz geht loss criterium/ HR videodozen
– Voorbeeld: ‘bestemd tot het begaan van het misdrijf’ HR 7 juli 2020, NJ 2020/394 (Samir A arrest: doel dat
de verdachte voor ogen had, “ voorwerpen naar hun aard of hun concreetheid dan wel acuut
gevaarzettend karakter daadwerkelijk zouden kunnen bijdragen aan het begaan van dat misdrijf) (Ford
Transit Arrest)
- Voorgenomen ontvoering ten behoeve van losgeld
- Hof: veroordeling strafbare voorbereiding (geschriften en foto’s)
- HR cassatie: uit bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat de foto’s en geschriften
bestemd waren tot het begaan van de misdrijven.
HR Ford Transit: naast de uiterlijke verschijningsvorm van de voorwerpen is ook het daarvan gemaakte gebruik
en het misdadige doel van de verdachte met het gebruik ervan voor ogen had relevant. Dus de dader moet een
criminele intentie hebben. Dus is het bestemd ervoor?
Vrijwillige terugtred artikel 46b Sr: “voorbereiding noch poging bestaat indien het misdrijf niet is voltooid ten
gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk”. Vereist veelal een zodanig optreden dat naar
aard en tijdstip geschikt om het gevolg te beletten. ‘Interne keuze om je poging af te breken’.
– Misdrijf niet voltooid door omstandigheden ‘wil van de dader’
- zuiver geweten
- Geen externe invloed maar.. mogen er zijn maar niet de overhand nemen
HR: Eemskanaal, Remkabelarrest Shaken baby
HR 19 december 2006 (Eemskanaal): man springt met baby in het kanaal, zorgt er vervolgens voor dat zij
uit het water komen en rijdt naar het ziekenhuis. Poging moord?
HR shaken Baby: geen sprake van vrijwillige terugtred wanneer verdachte ‘te laat’ terugtred.
– Vrijwillige terugtred ook nog mogelijk wanneer poging is voltooid (echter niet meer wanneer er sprake is
van een onvoltooid misdrijf)
- Heeft de verdachte een gedraging verricht naar aard en tijdstip geschikt om het intreden van het
gevolg te beletten? HR (Eemskanaal) en zo ja,
- In welke mate is het waarschijnlijk dat het gevolg zou zijn ingetreden? (HR Remkabelarrest)
– Externe factoren hoeven niet aan (een succesvol beroep op) vrijwillige terugtred in de weg te staan.
Collectieve voorbereidingshandeling
Strafbare samenspanning en deelneming aan criminele organisaties. Beide gaat het om de strafbaarheid van
voorbereidingshandelingen die sui generis (= opzichzelfstaand) strafbaar gesteld zijn, waarbij tevens een
component van deelneming (collectiviteit) aan de orde is. Bij collectieve voorbereidingsdelicten zijn meerdere
personen betrokken.
– Samenspanning; een van de weinige plaatsen in de wet waar de fase voorafgaand aan de voorbereiding (de
planfase) al strafbaar is, namelijk bij gevallen als in art. 96 Sr: staatsgevaarlijke misdrijven.
,– Klassiek voorbeeld is de samenspanning, gericht op het ondernemen van een aanslag tegen de koning of
tegen de staat (zie art. 92-95a Sr), welke strafbaar is gesteld in art. 96 Sr. Van een strafbare aanslag zelf is
sprake zodra het voornemen daartoe zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard ex art. 79 Sr.
Een samenspanning daartoe bestaat zodra twee of meer personen overeengekomen zijn om het misdrijf te
plegen ex art. 80 Sr.
- Dit betekent dat het samen beramen (voorbereiden) van een plan om een der genoemde
staatsveiligheidsmisdrijven te plegen strafbaar is op grond van art. 96 Sr.
Samenvatting
Poging artikel 45 Sr
1. Er moet sprake zijn van een misdrijf
2. Er is sprake van voornemen bewust van gevolgen en uitvoering
3. Sprake van begin van uitvoering → HR cito arrest
- Uiterlijke verschijningsvorm → HR cito arrest
- Jetz geht Loss criterium → HR videodozen
- Objectief bezien dichtbij uitvoering → HR grenswisselkantoor
- Artikel 46b lid 2 Sr vrijwillige terugtred?
4. Conclusie (als er sprake is van vrijwillige terugtred dan is er geen strafbare voorbereiding
Voorbereiding artikel 46 Sr
1. Misdrijf >= 8 jaar gevangenisstraf
2. Voorbereidingsmiddel + handeling
3. Bestemd voor het begaan van een misdrijf
4. Dubbele opzet: op het uitvoeren en voorbereiden
46 Sr (poging) 10a Opw (voorbereiding) 11a Opw (voorbereiding)
Sinds? 1994 1985 2015
Voor? Algemeen harddrugs softdrugs
Zelfstandig? Accessoir karakter, Zelfstandig delict Zelfstandig delict
gronddelict nodig
Terugtred? Terugtred mogelijk artikel Niet mogelijk Niet mogelijk
46b Sr
Opzet / schuld? Opzet Opzet = weet Idem 10a
Schuld = vermoeden
Handelingen? Voorbereidingshandelingen Voorbereidingshandelingen Voorbereidingshandelingen
+ bevorderingshandelingen + bevorderingshandelingen
Opiumwet
– Harddrugs > lijst 1: artikel 2 jo. artikel 10 Jo. artikel 13 Opiumwet (+ 45 Sr)
– Softdrugs > lijst 2: artikel 3 jo. artikel 11 Jo. artikel 13 Opiumwet (+45 Sr)
Strafbare voorbereiding op grond van de Opiumwet artikel 10a Opiumwet
Voorbereiding op grond van de Opiumwet is opgenomen in art. 10a Opiumwet (voor harddrugs, lijst I) en art.
11a Opiumwet (voor softdrugs, lijst II).
– Art. 10 en 10a Opiumwet is van toepassing op art. 2 Opiumwet, omdat het gaat over lijst I, harddrugs.
– Art. 11 en 11a Opiumwet is van toepassing op art. 3 Opiumwet, omdat het gaat over lijst II, softdrugs.
Strafbaarstelling:
– Harddrugs à lijst I à art. 2 a/b/c/d jo. art. 10 jo. art. 13 Opiumwet
– Softdrugs à lijst II à art. 3 a/b/c/d/ jo. art. 10 jo. art. 13 Opiumwet
Artikelen 2 en 3 geven de verbodsbepalingen aan ten aanzien van drugs. Daarna geven artikelen 10 en 11 de
strafbepalingen weer. In artikel 13 wordt het onderscheid tussen overtredingen en misdrijven gemaakt.
Voorbereiding art. 10a Opiumwet (harddrugs)
, Het moet gaan om een bevordering of voorbereiding van een feit zoals omschreven in artikel 10 lid 4 en 5
Opiumwet.
Geen vrijwillige terugtred bij art. 10a Opiumwet
Geen sprake van vrijwillige terugtred bij art. 10a Opiumwet. Aangezien dit artikel een zelfstandig delict is, kan er
ook geen sprake zijn van vrijwillige terugtred. Het gaat namelijk om bepaalde feiten die vanwege hun bijzondere
gevaarzettingskarakter zelfstandig strafbaar gesteld zijn, ongeacht of vrijwillige terugtred heeft plaatsgevonden
of dat bepaalde gevolgen zijn gerealiseerd. Dus zelfs als het grondmisdrijf (of een poging tot dat misdrijf)
waarop de voorbereidingshandelingen van art. 10a Opiumwet gericht zijn, voltooid is geraakt, blijven ook deze
voorbereidingshandelingen als zodanig strafbaar.
Voorbereiding art. 11a Opiumwet (softdrugs)
Het moet gaan om de voorbereiding van een feit omschreven in artikel 11 lid 3 of 5 Opiumwet. Het gaat hier
dus om de voorbereiding van de grootschalige en professionele teelt.
➔ Zie: ‘richtlijn voor strafvordering, Opiumwet, softdrugs’
Vrijwillige terugtred bij art. 11a Opiumwet
Hierbij ook geen vrijwillige terugtred.
Zelfstandig karakter
Artikel 10a Opiumwet en artikel 11a Opiumwet hebben een zelfstandig karakter. Dit houdt in dat de artikelen op
zich zelf strafbaar zijn en er geen grondmisdrijf ten laste hoeft te worden gelegd. Je hoeft ze niet te koppelen
met een ander artikel/grondmisdrijf, zoals bij at. 45 en 46 Sr. Wel moet je bij een tentamen altijd alle artikelen
benoemen die ermee te maken hebben, zoals bijvoorbeeld: art. 2 jo. art. 10 jo. art. 13 Opiumwet → voor
harddrugs (lijst I) en art. 3 jo. art. 11 jo. art. 13 Opiumwet → voor softdrugs (lijst II: Bijvoorbeeld poging tot
grootschalige hennepteelt = art. 3 sub b jo. art. 11 lid 5 jo. art. 13 lid 2 Opiumwet.
– Dit zelfstandige karakter heeft als consequentie dat als het misdrijf wel of niet wordt gepleegd, dat als je
iemand uitlokt door de Opiumwet je toch strafbaar bent. Ook al is het strafbaar feit voltooid kan het nog
apart ten laste worden gelegd.
De voorbereidingshandelingen ex art. 10a Opiumwet moeten bestaan uit, bestanddelen:
Sub 1: een ander tracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om
daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen. Het gaat erom
dat op iemand, bij wie anders de gedachte aan het in art. 10 lid 4 of 5 Opiumwet bedoelde misdrijf wellicht niet
zou zijn opgekomen, rechtstreeks invloed is uitgeoefend om hem tot het beoogde misdrijf te brengen. Het
trachten te bewegen is dus een geheel zelfstandig misdrijf waarbij het er niet toe doet wat de uitslag van de
handelingen is.
Bijvoorbeeld: het geval dat iemand wordt benaderd om als tussenpersoon bij de handel in onder de Opiumwet
vallende middelen op te treden.
Uitlokken
Het gaat erom dat op iemand rechtstreeks invloed is uitgeoefend om hem tot het beoogde misdrijf te brengen.
Doen plegen en medeplegen hoort er ook bij. (dus alle deelnemingsvormen) = bevorderingshandeling.
– Sub 2: zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot plegen van dat feit tracht te verschaffen.
Strafbaar is degene die een ruimte ter beschikking stelt om de onder de Opiumwet vallende middelen met
een onaanvaardbaar risico te verhandelen.
Medeplichtigheid
Betekent dat het strafbaar is wanneer iemand en ruimte ter beschikking stelt om de onder de
– Sub 3: Voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben,
waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van het feit.
- Het gaat bij voorwerpen om lichamelijke zaken.
- Bij stoffen gaat het om stoffen die geschikt zijn bij de bereiding van de middelen van lijst I.
- Onder vervoermiddelen vallen vervoermiddelen die geschikt zijn gemaakt voor het transport van
deze bestanddelen, dat wil zeggen: “de beschikkingsmacht kunnen uitoefenen over” of “toegang
hebben tot”.