Interventies
Samenvatting
College 1 Introductie interventies
Er zijn veel jongeren die zorg nodig hebben in Nederland → het jeugdhulp gebruik blijft stijgen
-de financiële middelen zijn ook vaak een probleem, dus je wilt het beter maken, maar er is eigenlijk geen
geld voor
-in deze cursus ga jij leren wat jij eraan kan doen, wat wordt jouw rol daarin?
Wat zijn interventies?
allemaal methoden en technieken om persoon, organisatie en maatschappij te veranderen. het is een bewuste
actie van een professional met de intentie om het functioneren te verbeteren. dit kan kleinschalig of
grootschalig zijn.
Welke soorten interventies zijn er?
1. medische interventie: medicijnen of een dieet interventie → gericht op persoon
2. bedrijfskundige interventie: bedrijfsstructuur veranderen → gericht op organisatie
3. economische interventie: vraag en aanbod → gericht op maatschappij
4. duurzaamheid interventie: klimaat en duurzaamheid zoals eco-schools → gericht op klimaat
Wat is het doel van een interventie?
de kwaliteit van het leven van de cliënt veranderen en verbeteren. het gaat om interventies binnen een
klinische setting. ook wil je op een evidence-based wijze tot een keuze voor een interventie komen op basis
van casuïstiek en dit beargumenteerd kunnen toelichten aan collega’s
Wat is psychotherapie?
Het is een effectieve behandelmethode voor psychische klachten en problemen waarbij gesprekken tussen
cliënt en behandelaar centraal staan. een psychotherapeut helpt je anders naar de problemen te kijken, maar
lost je problemen niet op.
• het woord psychotherapeut is wet BIG (beroepen in de individuele gezondheidszorg)
• maar het woord psychotherapie is geen BIG
Socratische methode: anderen werden ondervraagt op een manier die hen aanspoorde hun overtuigingen te
onderzoeken en dichter bij de waarheid te komen. Socrates stelde dat gedachten en extern gedrag nauw met
elkaar verbonden zijn.
Er zijn 2 soorten syndromen; internaliserende en externaliserend → problemen met beide syndromen zijn
een veelvoorkomende reden voor verwijzing naar een kliniek.
Psychotherapie voor kinderen is erg lastig, omdat (1) de meeste verwijzingen voor behandeling worden door
ouders, leraren of andere volwassenen gedaan, (2) kindertherapeuten moeten vaak vertrouwen op
volwassenen voor informatie over de jongeren & (3) kinderen zijn veel meer afhankelijk van hun externe
omgeving.
Uitkomsten en effecten van onderzoek → meestal wordt er gebruik gemaakt van groep vergelijking, dit kun
je weer onder verdelen in gerandomiseerde klinische proef en binnen-groep of binnen-subject groep (alle
deelnemers krijgen een behandeling).
- effectgrootte is een index van het behandelingsresultaat, vanaf .80 is het een groot effect
- Uiteindelijk bleek het dat er een positief beeld is van de behandelresultaten voor jongeren, maar een
teleurstellend beeld van de resultaten van de gebruikelijke klinische zorg.
Uit een andere artikel, waren dit de resultaten;
1. 50 jaar onderzoek naar psychologische therapie voor jongeren wijst op gunstige effecten
2. Impact van theorie is afhankelijk van het doelprobleem → behandelingseffecten waren groter voor angst
dan voor andere doelproblemen. Behandeling van een enkel doelprobleem leverde een grotere
effectgrootte op
1
,3. Impact van theorie is ook afhankelijk van het type therapie → jongeren gerichte gedragstherapieën zoals
CGT leverden gunstigste effecten op
4. Ook de gebruikte controle groep is van invloed, zo bleek het effectiever als jongeren op de wachtlijst
stonden, dan actieve controles.
5. Informant is ook van groot belang, ouders kennen kinderen beter dan leraren.
6. Er is geen bewijs dat psychologische therapieën minder succesvol zijn bij adolescenten, dan bij kinderen
2
, College 2 evidence-based interventies
Interventie = weldoordachte en systematische aanpak
• multi systeem therapie: gezinsbehandelingen voor jongeren en opvoeders → verminderen van
gedragsproblemen
• the incredible years: aanleren van positieve opvoed vaardigheden
Theorie vs Empirie → empirische kennis is gebaseerd op waarnemingen in specifieke situaties op specifieke
personen.
Je moet altijd een theoretische onderbouwing geven, dit zijn criteria hierbij;
1. probleem: aard, ernst, spreiding en gevolgen
2. oorzaken
3. aan te pakken factoren
4. verantwoording
Of iets wel of niet onderbouwd is, is ook een eerste aanwijzing voor mogelijke effectiviteit
Controlled studies:
controlegroep waarborgt de interne validiteit → je kan met zekerheid zeggen dat het verschil door de
interventie wordt veroorzaakt
Randomized controlled studies:
Door het random indelen worden systematische verschillen in condities voorkomen. het wordt ook wel
gezien als de gouden standaard.
• single blind: alleen de participanten of alleen de onderzoekers weten niet in welke groep ze zitten
• double blind: de participanten en onderzoekers weten niet in welke groep ze zitten
Hiermee kun je oorzaak-gevolg relaties mee verklaren.
RCT moet representatieve steekproeven hebben, maar je weet dat soms bepaalde doelgroepen niet worden
bereikt. Daarnaast vraagt een RCT om een grote mate van procedures en materialen (maar niet elke
behandelaar gebruikt dezelfde protocol). Het type controlegroep is ook erg belangrijk. Niet-specifieke
factoren zoals de relatie met therapeut zijn ook heel belangrijk voor het effect van de interventies. RCT heeft
voor nu wel het meest solide bewijs.
2 soorten effectonderzoek:
1. effectiveness: zij zijn meer generaliseerbaar, maar je weet wel minder goed of andere factoren een
rol hebben gespeeld
2. efficacy trials: onderzoeken waarin zo veel mogelijk dingen constant worden gehouden
Een meta-analyse (beantwoord de vraag; wat is het gemiddelde effect van een interventie) toetst statistisch,
op basis van effect size (cohen’s d). Positieve effect sizes betekent dat 65% van de mensen die de interventie
ondergingen beter af zijn dan zonder interventies. Er wordt hierbij gekeken naar gemiddeld effect sizes.
Er zijn 2 paden om mer kennis te verkrijgen over de effecten van jeugdzorg;
1. Van bovenaf implementeren van interventies waarvan het effect in onderzoek is vastgesteld
2. Onderzoek van onderaf naar interventies die momenteel in de praktijk worden toegepast
Praktijkgericht onderzoek heeft verschillende niveau’s van zekerheid; potentieel, veelbelovend, efficiënt en
effectief. Dit wordt ook wel de effectladder genoemd.
We gaan nu eerst kijken naar de eerste 2 niveaus → hierbij is de beschrijving en argumentatie van de
interventie essentieel, omdat ze richting en rechtvaardiging voor de aanpak bieden.
• Potentieel: naam, doel, doelgroep, aanpak, context, vergelijkenis, bronnen en organisaties van de
interventie is belangrijk om te noemen
• Veelbelovend: waarom de interventie effectief kan zijn, dit doe je door middel van theorie en
onderzoek
Het is goed om te onthouden dat; hoe sterker de werking van de niet-beïnvloedbare factoren, hoe groter het
effect van de interventie op de beïnvloedbare factoren moet zijn om een goed resultaat te bereiken.
3