Deskundigheidsbevordering
Boek: Medisch Technische Handelingen
Hoofdstuk 1: De wet BIG
◌ Noem twee doelen van de wet BIG:
- Zorgen dat de kwaliteit van de gezondheidszorg hoog is en blijft.
- De patiënt beschermen tegen ondeskundig handelen van beroepsbeoefenaren.
◌ Waaruit blijkt de kwaliteit van medisch technisch handelen? (DDGVZ)
Handelen is doeltreffend, deskundig, geschikt, veilig en zorgvuldig.
◌ Noem de twee voorbehouden handelingen die een doktersassistent mag uitvoeren:
Injecteren en katheteriseren.
◌ Wie stelt de indicatie voor het verrichten van een voorbehouden handeling?
De arts, tandarts of verloskundige.
◌ Heeft de doktersassistent het recht de uitvoering van een opdracht voor een voorbehouden
handeling te weigeren?
Ja, indien men zich niet bekwaam voelt (lang niet gedaan of geen opleiding).
◌ Waarom is een handeling een voorbehouden handeling?
Omdat het een geneeskundige handeling is die in de wet beschreven staat.
◌ Wat houdt titelbescherming in?
Deze titel geeft aan dat de drager deskundig is op een bepaald gebied van de gezondheidszorg.
◌ Onder welk recht valt een doktersassistent? En welke normen gelden hier?
Civiel- of strafrecht, zorgvuldigheid overwegen bij de werkwijze van het medisch technisch handelen.
◌ Wie mag een indicatiestelling maken en waarom?
Artsen, tandartsen en verloskundigen. Zij zijn zelfstandig bevoegd en mogen op eigen gezag een
voorbehouden handeling verrichten en de bij behorende indicatie stellen.
◌ Wanneer mag een doktersassistent een voorbehouden handeling uitvoeren?
Ze is bevoegd en bekwaam en is in opdracht van arts.
◌ Wat is een niet-voorbehouden handeling? Noem twee voorbeelden:
Een handeling op het gebied van de individuele gezondheidszorg, die niet in de wet genoemde
voorbehouden handelingen voorkomt. Voorbeeld: hechtingen verwijderen of bloeddruk meten.
1
, Hoofdstuk 5: Onderzoeksmethoden en basisvaardigheden
◌ Welke drie onderzoeksbanken kennen we in de praktijk?
Vlakke bank, gynaecologische bank, mini-multobank (driedelig).
◌ Het lichamelijk onderzoek bestaat uit vier onderdelen. Welke? (IPAP)
Inspectie, Percussie, Auscultatie, Palpatie.
◌ Algemene inspectie van de patiënt bestaat uit het inspecteren van een aantal lichaamsdelen.
Welke lichaamsdelen en wat voor informatie kunnen deze de arts geven? (HHTBELG)
- Huid: vochtgehalte, kleur, vochtophoping, beharing, nagels, bloedingen, littekens.
- Hoofd: kleur van gelaat, vorm en grootte van schedel, pupillen, slijmvlies van de mond,
lymfeknopen in de hals.
- Thorax: vorm en beweeglijkheid, symmetrie, mammae.
- Buik: vorm en beweeglijkheid, peristaltiek, navel.
- Extremiteiten: vorm en beweeglijkheid, houding en afmetingen.
- Lichaam: verlammingsverschijnselen en reflexen.
- Geslachtsorganen: beharing en uitwendige geslachtsorganen, fluor (afscheiding).
◌ Wat is percussie en wat is het doel?
Het bekloppen van de oppervlakte van het lichaam om aan de hand van het klopgeluid, de toestand
van de eronder liggende organen vast te stellen.
◌ Wat verstaan we onder palperen?
Het in- of uitwendig met de hand voelen aan de patiënt om een indruk te krijgen over vorm, grootte,
samenstelling van verschillende organen, pijnklachten of abnormale weerstanden.
◌ Wat is het doel van auscultatie?
Het beluisteren van organen om informatie te krijgen over harttonen, adem- en vaatgeruis en
darmperistaltiek.
◌ Aan welke eisen moet een stethoscoop voldoen?
- De vorm moet zich goed kunnen aanpassen aan het lichaam.
- Instrument moet makkelijk te hanteren en mee te nemen zijn.
- Er mag vrijwel geen geluid verloren gaan.
- Onderdelen moeten vernieuwd en schoongemaakt worden.
◌ Noem drie verschillende stethoscopen: (MBE)
- Monaurale stethoscoop: foetale harttonen.
- Binaurale stethoscoop: opnemen bloeddruk.
- Eschman stethoscoop: borststuk aan beide kanten worden gebruikt.
◌ Noem minimaal drie reflexen die bij algemeen onderzoek worden gecontroleerd:
Knie, achilles en pupillen.
◌ Wat is de reflex volgens Babinsky?
Voetzoolreflex.
2