Hoorcollege ‘therapieën tegen kanker’
Preventie, veel kankers kunnen voorkomen worden en dat heeft te
maken met de omgeving waarin we leven. Rechts zie je in de tabel dat
roken een belangrijke factor is, maar ook zaken als je dieet,
lichaamsbeweging en alcoholconsumptie spelen een rol. Je ziet ook
virussen aangegeven, aangezien er een paar kankers zijn die
ontwikkelen door virussen. Als je de blootstelling aan deze virussen zou
kunnen voorkomen, zou je deze kankers met 100% kunnen reduceren. Het belangrijkste van deze
tabel is dat zo’n 50% van alle kankers vermindert zou kunnen worden door onze levensstijl aan te
passen.
Carcinogenen, pinda’s moeten altijd goed gecontroleerd worden, aangezien ze aflatoxine kunnen
bevatten. Wanneer je pinda’s eet met dit toxine wordt het stofje in de lever omgezet tot een
carcinogeen dat aan guanines in DNA kan binden. In landen waar pinda’s niet goed gecontroleerd
worden, treedt vaker leverkanker op. Andere carcinogenen zijn vinyl chloride, benzeen, arseen,
radium en asbest. Asbest kan leiden tot mesthelioma. Dit is een kanker in het membraan dat om de
longen heen zit.
Doden door kanker, rechts is te zien dat het aantal doden
door longkanker over de jaren is toegenomen. Dit is te
verklaren door een toename in roken. Verder is bij vrouwen
te zien dat baarmoederkanker is afgenomen.
Papillomavirus, dit virus kan middels seksuele interactie
overgedragen worden. Het virus kan inactief zijn en zich niet
manifesteren, maar het kan ook tot goedaardige gonadale
wratten lijden of zelfs baarmoederhalskanker. Tegenwoordig bestaat er een screening voor het
papillomavirus: de Pap test. Hierbij worden wat cellen uit de baarmoeder genomen om te
controleren op aanwezigheid van het papillomavirus. Op deze manier kan tumorvorming al in een
vroeg stadium ontdekt worden en soms al behandeld worden voordat de tumoren kwaadaardig
worden. Tegenwoordig bestaat er ook een vaccinatie tegen het virus. Beide hebben ervoor gezorgd
dat het aantal doden door baarmoederkanker is afgenomen.
We zijn dus in staat aardig wat kankers te voorkomen als de algemene levensstijl verbeterd wordt.
Daarnaast kunnen we door goede screenings ook het aantal sterfgevallen verminderen.
Diagnose, preventie is natuurlijk het beste, maar lukt niet altijd. Als iemand eenmaal een tumor
heeft, is het belangrijk om deze zo goed mogelijk te karakteriseren. Dan kan namelijk de beste
behandeling gegeven worden.
Borsten, zowel mannen als vrouwen kunnen kanker ontwikkelen,
maar bij vrouwen komt dit vaker voor, aangezien vrouwen veel
meer borstweefsel bezitten. Zowel mannen als vrouwen hebben
vetweefsel in hun borsten zitten, maar vrouwen hebben daarnaast
ook nog melkkliertjes (lobules) die middels kanaaltjes (ducts)
verbonden zijn met de tepel.
Diagnose VS screening, screening komt eerst en ideaal gezien
zouden we voor elke kanker een screening hebben, zodat we de
kankers in een vroege fase kunnen vinden. In
Nederland krijgen vrouwen van 50 tot 75 jaar
elke 2 jaar een X-ray mammography. Van de screening kan gezien worden dat
er iets aan de hand is. Wat daarna plaatsvindt, is een biopsie nemen die dan
histologisch onderzocht wordt zodat een diagnose gesteld kan worden.
Screenen is een manier om verdachte lesions te vinden en deze kunnen daarna
gediagnosticeerd worden.
, Diagnose borstkanker, voor verschillende soorten
borstkanker heb je verschillende behandelingen.
De diagnose moet dus goed opgesteld worden. Er
kan onderscheid gemaakt worden op basis van:
- Weefsel, de kanker kan in de melkklieren
of de kanaaltjes zitten.
- Invasie, wanneer de kanker niet invasief is,
blijft die in het onderdeel waar die
ontstaan is. Een kanker kan ook invasief
zijn en in dat geval kan die zich
verspreiden.
- Trigger, een kanker kan aangestuurd
worden door hormonen doordat je bv een
gevoelige oestrogeenreceptor hebt. In dat
geval spreek je van een
hormoongereguleerde kanker. Een andere
optie is overexpressie van HER2. HER2 is een zusje van EGFR en wanneer deze overactief is,
krijg je ongecontroleerde celgroei en celdeling.
HER2 tumoren moeten anders behandeld worden dan hormoongereguleerde tumoren en het is dus
heel belangrijk om een correcte diagnose op te stellen, zodat je de beste behandeling toe kan
passen.
Behandeling, traditioneel gezien zijn er 3 soorten behandeling:
- Operatie, de eerste keuze is altijd om de tumor operatief te
verwijderen. Als dat kan zonder belangrijke weefsels te
beschadigen, wordt dit gekozen.
- Bestraling, is erg lokaal doordat je kan richten op een
bepaald lichaamsdeel. Het nadeel is dat niet alleen de
tumorcellen bestraald zullen worden, maar ook omliggende
gezonde cellen die in het bestralingsgebied liggen.
- Chemotherapie, wordt gebruikt wanneer de tumor niet
meer lokaal is.
Een operatie en bestraling zijn heel lokaal, terwijl chemo heel systemisch is. Tegenwoordige is er ook
nog een 4e optie voor behandeling:
- Targeted therapy, deze manier is ook systemisch en maakt gebruik van antilichamen om
medicijnen bijvoorbeeld specifiek aan tumorcellen af te geven.
Chemotherapie, hierbij worden medicijnen toegediend die interfereren met de celdeling, aangezien
tumoren vaak snel delende cellen bevatten. De cytotoxische medicijnen kunnen bijvoorbeeld aan
microtubuli of DNA binden om celdeling te verstoren en daarmee verspreiding te voorkomen.
Targeted therapy, er zijn vele soorten targeted therapy. In deze samenvatting zullen 2 klassen
behandeld worden:
- Klasse I interfereert met een specifiek doelwit of molecuul in/op kankercellen. Deze
interfereren met een signalingpathway die heel belangrijk is voor tumorontwikkeling:
o Kleine moleculen, bijvoorbeeld imatinib/erlotinib
o Antilichamen, bijvoorbeeld cetuximab/trastuzumab
- Klasse II omvat medicijnen die specifiek op tumoren gericht zijn om side effects te reduceren:
o Antilichaam-medicijn conjugaten, een antilichaam kan bijvoorbeeld chemotherapie
bij zich dragen waardoor chemotherapie veel specifieker op de kankercellen gericht
wordt. Normaal gesproken heeft chemotherapie effect op alle snel delende cellen.
Een voorbeeld van een antilichaam-medicijn conjugaat is Kadcyla.
o Nanodeeltjes met chemotherapie, nanodeeltjes kunnen als verpakkingssysteem
gebruikt worden voor chemotherapie. Een voorbeeld van een nanodeeltje met
chemotherapie is Doxil.