100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hersenen en Gedrag Oefententamen €4,99
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Hersenen en Gedrag Oefententamen

4 beoordelingen
 780 keer bekeken  44 keer verkocht

Dit document bevat ruim 100 oefenvragen die een ideale voorbereiding zijn voor het tentamen Hersenen en Gedrag. Alle antwoorden zijn op de laatste pagina's van het document te vinden.

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • 2 maart 2020
  • 20
  • 2019/2020
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (57)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: brittezuur • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: joris5 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: laurievoncken • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: samcras • 4 jaar geleden

avatar-seller
mariekevrooij
HERSENEN EN GEDRAG
OEFENTENTAMEN




Tilburg University
PSYCHOLOGIE jaar 1

,OEFENVRAGEN

1. Als intelligentie bepaald wordt door de verhouding tussen hersen- en lichaamsgewicht,
welke van de volgende uitspraken is dan waar?
a. Gewichtstoename verhoogt iemands intelligentie.
b. Gewichtsafname verhoogt iemands intelligentie.
c. Grotere mensen zijn intelligenter dan kleinere mensen.
d. Olifanten zijn intelligenter dan mensen.

2. Uit welke 2 soorten cellen bestaat het zenuwstelsel?
a. Neuronen en gliacellen
b. Dendrieten en axonen
c. Ribosomen en lysosomen
d. Neuronen en motorons

3. Als we, gezien vanuit de hippocampus, praten over een zenuwcel die actiepotentialen
naar de hippocampus stuurt, dan noemen we die zenuwcel…
a. efferent.
b. afferent.
c. presynaptisch.
d. postsynaptisch.

4. Uit welke twee delen bestaat het centraal zenuwstelsel (oude indeling)?
a. Autonoom en somatisch zenuwstelsel
b. Cerebrum en cerebellum
c. Sympatische en parasympatische tak
d. Hersenen en ruggenmerg

5. Waaruit bestaat de grijze stof in de hersenen en het ruggenmerg hoofdzakelijk?
a. Cellichamen en dendrieten
b. Gemyeliniseerde axonen
c. Ongemyeliniseerde axonen
d. Ganglia en zenuwbanen

6. Wat is een dermatoom?
a. Een gebied van de huid dat geïnnerveerd wordt door een bepaalde
ruggenmergszenuw
b. Een instrument waarmee impulsen uit het ruggenmerg opgenomen kunnen worden
c. Het punt waar de sensorische zenuwen contact maken met de motorische zenuwen
d. Een gebied op de huid zonder drukreceptoren

7. Hoe noemt men de situatie waarin een persoon twee recessieve genen voor
eenkaraktertrek heeft?
a. Homozygoot
b. Heterozygoot

, c. Unitair
d. Marginaal

8. Welk paar geslachtschromosomen bezit een normaal mannelijk zoogdier?
a. XX
b. XY
c. YY
d. YZ

9. Neuronen hebben één (en soms helemaal geen) …I…, maar kunnen vele …II…hebben.
a. I: axon, II: dendrieten
b. I: soma, II: axonen
c. I: dendriet, II: somata
d. I: dendriet, II: eindknoppen

10. De natrium/kalium-pomp zorgt voor…
a. het handhaven van de rustpotentiaal.
b. ionotrope transmitter-effecten.
c. het tot stand brengen van een actiepotentiaal.
d. graduele postsynaptische potentialen.

11. Wat is saltatoire geleiding?
a. Het ontstaan van een actiepotentiaal door de beweging van natrium-ionen
b. De overdracht van een impuls langs een gemyeliniseerd axon
c. De transmissie van een impuls langs dendrieten
d. De overdracht van een impuls van het ene neuron naar een ander

12. Een bepaald neuron heeft een rustpotentiaal van -70 mV en een vuurdrempel van -55 mV.
Stimulus A depolariseert het celmembraan naar precies -54 mV. Stimulus B depolariseert
het membraan naar -40 mV. Wat gebeurt er?
a. Stimulus B heeft een grotere actiepotentiaal tot gevolg dan stimulus A.
b. Stimulus A heeft een snellere actiepotentiaal tot gevolg dan stimulus B.
c. Stimulus B heeft een actiepotentiaal tot gevolg en stimulus A niet.
d. Stimulus A en B hebben beide actiepotentialen van dezelfde grootte tot gevolg.

13. Een EPSP is een…
a. graduele depolarisatie.
b. depolarisatie die snel wordt opgevolgd door een hyperpolarisatie.
c. hyperpolarisatie die snel wordt opgevolgd door een depolarisatie.
d. graduele hyperpolarisatie.

14. Een verandering van de membraanpotentiaal van -70 mV naar -100 mV noemt men…
a. hyperpolarisatie.
b. depolarisatie.
c. repolarisatie.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariekevrooij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 55628 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  44x  verkocht
  • (4)
In winkelwagen
Toegevoegd