Innovatieleer – management in de zorg
Design, Denken en Doen.
De zeven kernvaardigheden van een designer:
1. Alles begint met de gebruiker: het observeren van gebruikers om ze te begrijpen, geeft je
verfrissende inzichten in hun behoeften. Je moet de juiste vragen stellen om de antwoorden
te krijgen die je zoekt.
2. Denk en werk visueel: visueel werken helpt je om het grotere plaatje te zien, duidelijkheid te
krijgen over complexe ontwerpen, een visueel anker te creëren voor je strategische
gesprekken en contact t maken met je publiek.
3. Vlieg niet solo. Je bent niet slimmer dan de rest: Verzamel verschillende inzichten door
samen te werken. Door de ‘brains’ om je heen en in je markt te verbinden, kun je verborgen
kansen ontdekken.
4. Vertel verhalen en deel ervaringen: verhalen hebben een duidelijk begin en eind, en meestal
komen er helden in voor waarmee je publiek zich kan identificeren. Goede verhalen blijven
hangen. Goede verhalen worden door anderen doorverteld. Goede verhalen worden
verspreid.
5. Hou het simpel: begin gewoon. Probeer niet meteen het eindproduct te bouwen. Voeg geen
dingen toe die het echte probleem niet oplossen.
6. Zet kleine experimenten op en leer ervan: elke kleine iteratie, elk probeersel, levert talloze
bruikbare nieuwe inzichten op. Dingen die je niet zou hebben geleerd als je meteen was gaan
bouwen. De werkelijkheid is anders dan je aanneemt.
7. Omarm onzekerheid. Het is voeding voor de hersenen: Behalve verandering zijn er geen
zekerheden in de wereld. Accepteer dit en benut kansen die uit die onzekerheid ontstaan.
De huidige problemen spelen zich af op veel terreinen tegelijk en lenen zich niet meer voor één
oplossing -> moet vanuit meerdere perspectieven worden belicht. De meeste problemen kunnen
worden opgelost dor middel van co creatie vanuit
verschillende disciplines.
De double loop
houdt rekening met je point of view en brengt tegelijkertijd
nauwkeurigheid en continuïteit aan in het designproces.
1. Voorbereiden: ontwerpen is een teamsport. Om het
goed te doen, is voorbereiding nodig.
2. Point of view: design is menselijk. De reis die je onderneemt, zal je helpen je point of view
gaandeweg te onderbouwen
3. Begrijpen: alle designtrajecten beginnen met de gebruiker, de context en jouw organisatie in
gedachten. Hoe beter je dat begrijpt, hoe beter je kunt ontwerpen.
4. Ideeën vormen: er bestaat niet één juist oplossing. Ideevorming helpt jou en je team met
ideeën te komen en op elkaars ideeën voort te bouwen
5. Prototypes maken: ooit moeten je ideeën het daglicht zien. Door prototypes e maken breng
je je ideeën tot leven zodat je ervan kunt leren.
6. Valideren: ideeën zijn slechts gedachten, gebaseerd op aannames. Om te begrijpen waar
echte waarde zit, moet je je ideeën testen en de resultaten meten.
7. Toepassen: designtrajecten zijn iteratief en genereren oplossingen die op elk niveau van de
organisatie en daar buiten zijn toe te passen.
1
,Innovatieleer – management in de zorg
Het designtraject voorbereiden
Elk traject begint met voorbereiding:
1. Design draait om voorbereiding: om de kans op succes voor jou en je team te vergroten, het
team moet voorbereiden op het komende traject, je omgeving moet voorbereiden op het
werk dat daaruit voortkomt en je tools moet voorbereiden zodat je de beste resultaten van
iedereen zult krijgen.
2. Ga voor succes: proces loopt cyclisch en iteratief. Draait om omarmen van onzekerheid.
Maak jezelf n je team op voor succes door te controleren wat je wél in de hand hebt.
3. Bereid je team voor: de beste oplossingen zijn innovaties van geweldige teams -> bestaat uit
een diverse groep van unusual suspects. Dagen elkaar uit en brengen ze een netwerk van
andere mensen en resources mee.
4. Op zoek naar de rebel: is iemand die op durft te staan om te verkondigen dat de tijd rijp is
voor een nieuwe aanpak om een probleem op te lossen of een vraag te beantwoorden. En
heeft het vermogen om tijd vrij te maken en resources voor het designtraject te regelen.
5. Bereid je omgeving, je ruimte voor: een eigen war room waarin het team bij elkaar kan
komen en de voortgang ziet, betekent een enorme boost voor de productiviteit en efficiency.
6. Bereid voor hoe je samenwerkt: even de tijd nemen om na te denken hoe je de tools gaat
gebruiken, helpt je de waarde ervan te maximaliseren.
Voorbereiden team & omgeving/waar moet je beginnen?:
Denk groot, maar wees bereid om klein te beginnen. Ontwerpen vereist niet een bepaalde uitkomst.
Het gaat om het traject, de bevindingen die je onderweg op doet, en de opties die je genereert en
valideert.
1. Zoek de vonk: allereerst zul je een reden moeten hebben om het traject in te gaan.
2. Zoek ambassadeurs: bespreek en deel je idee met een paar potentiële ambassadeurs ->
hierdoor verloopt het traject soepeler.
3. Werf het juiste team: ontwerpsucces ontstaat als een team van mensen er samen voor gaat
en zich collectief geroepen voelt om het tot een goed einde te brengen.
4. Neem iedereen mee: organiseer een doelgerichte (niet-generieke) training of schakel en
thought leader in om de interesse voor innovatie te wekken.
5. Designworkshop: waarbij het doel voor jou en je team is om samen een concreet resultaat te
boeken.
6. Zoek naar achterblijvers: kies een bestaande oplossing, die niet meer zo goed werkt. Hou
een workshop met een divers team om nieuwe ideeën te genereren.
7. Ga erop uit: praat met gebruikers om te begrijpen wat zij belangrijk vinden.
Bereid je team voor:
Bouw een multidisciplinair team op: het ideale team is in staat uiteenlopende taken op te pakken.
Hoe meer points of view het team meebrengt, hoe meer kansen dat team kan creëren.
Vind de unusual suspects: ontwerp het team zo dat er mensen uit verschillende afdelingen in zitten,
en met verschillende vaardighedenniveaus, achtergronden, culturen en mindsets.
Je bent niet wat op je visitekaartje staat: rollen beschrijven de verantwoordelijkheden die iemand
op zich neemt (formeel of informeel) als deel van het team. Het is belangrijk dat elk teamlid
eigenaarschap voor het design kan nemen, zowel tijdens het werken eraan als wanneer er ideeën
gepitcht moeten worden bij andere stakeholders -> helpt teamleden te begrijpen hoe en waar ze het
2
,Innovatieleer – management in de zorg
beste kunnen bijdragen aan het eindresultaat.
doel designteam: doen en maken en leren en resultaten boeken.
Bereid je omgeving voor:
De beste creatieve omgevingen houden rekening met hoe interactie tussen mensen verloopt, niet
alleen als ze zitten, maar ook als ze staan om een canvas op de muur te evalueren-> bieden de
ruimte om samen te werken en concepten te presenteren.
Voldoende ruimte: heeft de ruimte voldoende capaciteit, zodat het hele team er comfortabel kan
zitten en rondlopen?
een plek om terug te trekken: er moeten plekken zijn om je terug te trekken, om nieuwe ideeën te
overdenken en te bespreken.
muurruimte: elke ontwerpomgeving moet veel muurruimte hebben om tools, zoals canvassen en
schetsen, op te hangen of te plakken.
veelzijdige meubels: je moet de tafels en stoelen op verschillende manieren kunnen neerzetten om
de verschillende werkvormen te ondersteunen.
War room: een fysieke ruimte in je organisatie war mensen elkaar kunnen ontmoeten, werken en de
voortgang visueel kunnen volgen.
pop-upruimtes: kunnen gemakkelijk kamers in en uitgereden worden.
Beheersen: faciliteren
Ceremoniemeester: leidt meetings volgens een script, geeft team ruimte voor discussies, houdt tijd
in de gaten. Daarnaast legt de facilitator belangrijke points of view, ideeën en besluiten vast.
4 facilitatorvaardigheden:
1. Leer energie managen: om de output te maximaliseren.
2. Het is veel meer dan een meeting: moet het meesterbrein van de gehele operatie worden
-> faciliteren draait om de omgeving, informatie, het netwerk, het team, de energie en
communiceren van elke stap die het team gaat zetten, evenals de beloften die gedaan zijn.
3. Zet de goede pet op: 90% ideeën en optimisme, 10% evaluatie en selectie/ reflectie.
4. Visueel faciliteren: wanneer je argumenten op een grote flip-over zet, verdwijnt de behoefte
om te herhalen van argumenten -> zorgt dat de discussie weer verder kan.
Energie managen
1. Timemanagement: stel een agenda op en hang aan de muur (hou je aan de tijden) -> zodra
mensen wennen aan deze structuur, leveren ze betere resultaten.
laat de deelnemers zelf verantwoordelijk zijn voor het in de gaten houden van de tijd
2. Detail versus overzicht: schakelen tussen het grot plaatje en de details. mensen die grote en
strategische gedachten hebben zitten vaak helemaal vast in de huidige operationele
executiemachine-> lastig om het team vooruit te sturen, richting de uitgebreide stroom
strategische opties.
3. Maak het visueel: van belang is dat je de momenten en beslissingen vastlegt die leiden tot
uitkomsten. (een plaatje zegt meer dan 1000 woorden)
Pushacties; in de groep mengen, woorden in de mond leggen, argumenten erin gooien,
formaliteiten benoemen
Pullacties; stapje terug doen, niet gelijk een antwoord hebben, zwijgen, open vragen stellen.
3
, Innovatieleer – management in de zorg
Houd de stift vast; je hebt hierdoor de ruimte om discussies te framen “parkeren” door op te
schrijven en weer verder te gaan. De argumenten kunnen immers worden vastgelegd en hoeven
niet herhaald te worden.
Tool Team Charter:
Het teamcharter dient twee doelen:
1. Door het charter te gebruiken als een naar binnen gericht document, kunnen de teamleden
aangeven waarom het team is opgericht, wat de belangrijkste focus is en welke richting het team
opgaat om de uitgesproken doelen te bereiken.
2. als naar buiten gericht document kan het teamcharter helpen managers en andere
organisatieleiders bij te spijkeren ov de focus en richting van het team.
4