Samenvatting Ondernemen in FM: Inkoop
Hoofdstuk 1: De rol van inkoop binnen de keten van vraag en aanbod
1.2 Inkoop in de keten van vraag en aanbod
Het business model = hierin worden de ambities en doelstellingen omschreven en worden
afspraken gemaakt over hoe deze bestuurd en beheerd worden. Hierbij kan het gaat om
operationele, organisatorische en financiële aspecten, maar ook om maatschappelijke aspecten en
imago.
Er ontstaat een inkoopvraag als: zodra een organisatie besluit om goederen of diensten die nodig
zijn voor de bedrijfsvoering niet zelf te maken of zelf uit te voeren.
Bedrijfsvoering = dit is zowel dat wat de organisatie voor haar klanten maakt als dat wat nodig is
om de organisatie zelf te laten functioneren.
De make or buy beslissing = het zelf doen of inkopen van producten.
Het propeller model = in het model is het antwoord op twee vragen gecombineerd.
De eerste vraag = voor wie voegt een bedrijf waarde toe? Het antwoord hierop = dit zijn de 3
waardeperspectieven.
De tweede vraag = hoe kan een bedrijf hier succesvol in zijn?
Uit onderzoek is gebleken: dat marktgerichtheid, innovatie en duurzaamheid de 3 meest bepalende
factoren zijn.
Marktgericht = dat een organisatie haar interne processen en activiteiten richt op het
tevredenstellen van klanten nu en in de toekomst.
Innovatie = dit gaat over het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten voor de klanten of het
aanpassen van de bedrijfsprocessen zodat klanten daar voordeel van hebben.
Duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen = hiermee bedoelen we
ondernemen gericht op economische prestaties met respect voor de sociale kant en binnen
ecologische randvoorwaarden.
De 3 waardeperspectieven zijn:
1. Klantwaarde = organisaties kunnen op verschillende manieren klantwaarde realiseren.
Bijvoorbeeld: door producten te bieden op basis van vooruitstrevende technologie.
Om klantwaarde te ontwikkelen, is het noodzakelijk dat er steeds afstemming is tussen
klantwensen, marktmogelijkheden en de kwaliteiten en capaciteiten van het eigen bedrijf.
2. Maatschappelijke waarde = maatschappelijk verantwoord ondernemen is een
voorwaarde om als organisatie succesvol te zijn. Het gaat hier om ethische normen en
waarde, ecologische waarden en sociale waarden.
3. Aandeelhouderswaarde = dis is de waarde op basis van de financiële resultaten van het
bedrijf afgeleid van het verdienvermogen en de risico’s verbonden aan de bedrijfsvoering.
Publieke organisaties zijn traditioneel budget gedreven.
Publieke organisaties zijn: ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen, nemen bij het
formulieren van doelstellingen steeds vaker doelmatigheid of goed omgaan met belastinggeld als
uitgangspunt.
We gebruiken het model van Porter om:
- Inkoop te positioneren in de waardeketen
Het model van Porter = kijkt niet naar één bedrijf, maar ziet het voortbrengingsproces als het
geheel van activiteiten gericht op ontwerpen, produceren, verkopen, leveren en onderhouden van
een product of dienst voor de afnemers.
De waardeketen van Porter bestaat uit waarde en marge die met activiteiten wordt behaald.
Waarde activiteiten = deze vallen fysiek en technisch in verschillende groepen onder te
verdelen.
Het model van Porter onderscheidt:
- Primaire activiteiten = deze richten zich op de fysieke transformatie en distributie van
eindproducten.
- Ondersteunende activiteiten = deze zijn nodig voor de voortgang van het primaire
proces.
Het gaat erom dat alle activiteiten zo worden uitgevoerd dat de totale waarde groter is dan de
totale kosten.
1
,De waardeketen van Porter onderscheidt 5 primaire activiteiten:
1. Inkomende logistiek = hieronder vallen bijvoorbeeld ingangs- en kwaliteitscontrole,
opslag en voorraadbeheer
2. Productie = dit zijn alle activiteiten gericht op de fysieke transformatie van grondstoffen,
halffabricaten en componenten tot eindproducten. Naast verschillende
bewerkingsactiviteiten, vallen hieronder ook: assemblage, verpakken, testen,
kwaliteitscontrole.
3. Uitgaande logistiek = dit zijn de activiteiten die ervoor zorgen dat het eindproduct bij de
klanten komt, zoals opslag, overslag, verzendklaar maken en de orderverwerking.
4. Marketing en verkoop = hier gaat het om het voorbereiden en uitvoeren van
verkooptransacties. Je kunt hier denken aan: marktonderzoek, promotieactiviteiten,
prijsbeleid.
5. Service = hieronder vallen de activiteiten na de verkoop die zijn gericht op de klantrelatie.
Voorbeelden zijn: installatie, reparatie en het beschikbaar hebben van onderdelen en
upgrades voor het product.
De ondersteunende activiteiten die de waardeketen van Porter noemt zijn:
- Inkoop en bevoorrading = het beschikbaar stellen van alle goederen en diensten die van
leveranciers worden betrokken en noodzakelijk voor het maken van goederen of diensten
en de instandhouding van de organisatie.
- Technologie en ontwikkeling = hier wordt technologie breed opgevat en doelt op alle
activiteiten die producten en voortbrengingsprocessen van de organisatie kunnen
verbeteren.
Bijvoorbeeld: productietechnologie
- Personeelsmanagement = dit zijn alle activiteiten gericht op het werven, selecteren,
aannemen, beoordelen, belonen, trainen en opleiden van medewerkers.
- Infrastructuur organisatie = hier gaat het om activiteiten die gericht zijn op de
ondersteuning van alle processen. Voorbeelden zijn: financiële administratie, facilitair
management en juridische ondersteuning.
De inkoopfunctie = moet voorzien in de behoeften van de productie en transformatieprocessen,
maar ook in de behoeften van de ondersteunende activiteiten.
Behoeften primaire proces:
- Grondstoffen
- Componenten
- Vervangingsonderdelen
- Promotiecampagnes
- Transportcapaciteit
Behoeften ondersteunende processen:
- IT hard en software
- Catering
- Schoonmaak
- Apparatuur voor een laboratorium
- Beveiliging
Inkoop = een ondersteunende functie die zich richt op het voorzien van de inkoopbehoeften van
het primaire proces van een organisatie (directe inkoop) en de ondersteunende processen
(indirecte inkoop).
1.3 Definities en begripsafbakening:
Inkoop = zorgt ervoor dat de grondstoffen, componenten en andere goederen en diensten
beschikbaar zijn, in de juiste hoeveelheid, van de juiste kwaliteit en tegen de meest aantrekkelijke
prijs.
Bestellen (ordering) = rechtstreeks in de catalogus van een leverancier plaatsen van een
opdracht tot levering.
Kopen (buying) = als aan de opdracht tot levering enige marktverkenning vooraf is gegaan en er
is onderhandeld over condities.
Inkoop (purchasing) = het specificeren van wat gekocht moet worden, een marktverkenning en
het selecteren van de beste leverancier, het contrateren van deze leverancier inclusief het voeren
van de onderhandelingen, het bestellen en het bewaken (orderbewaking) van de bestellingen van
goederen of diensten.
Inkoop (purchasing) = hier gaat het er vooral om wat de gebruiker ook echt nodig heeft.
2
, De behoeften staan centraal, niet de wensen.
Procurement = hieronder verstaan we alle activiteiten die gericht zijn op het beheersen en sturen
van de stroom van inkomende goederen en diensten, vanaf het moment dat deze de leveranciers
verlaten tot een met het gebruik of verbruik in de organisatie.
Procurement = gaat naast inkoop ook over: de materiaal behoeften planning, het
voorraadbeheer, het inklaren van goederen, het voorbereiden van transportdocumenten, het
transport en het magazijnbeheer.
Total cost of ownership = de laagste integrale kosten tijdens de totale levensduur of
gebruiksduur.
Supply = bevoorrading van producten.
Sourcing = dit omvat marktonderzoek naar potentiële leveringsbronnen, het verzekeren van de
continuïteit van toelevering, het zoeken naar alternatieve leveringsbronnen en het up-to-date
houden van de inkoopmarktkennis.
Ketenmanagement (supply chain management) = we kijken dan naar het optimaliseren van
alle activiteiten tussen de diverse partners die onderdeel uitmaken van dezelfde
voortbrengingsketen.
Value chain management = dan richten de ketenpartners zich hierbij op maximale waarde voor
de eindconsument.
De inkoopfunctie = het van externe bronnen betrekken van alle goederen en diensten die
noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering en de instandhouding van een organisatie tegen de meest
gunstige voorwaarden.
Externe bronnen = leveranciers.
Het inkoopproces bestaat uit:
- Specificeren: Wat moet er worden ingekocht?
- Selecteren: Welke leveranciers is de beste leverancier?
- Contracteren: Onderhandelen en vastleggen van de afspraken met de geselecteerde
leverancier.
- Bestellen: het bestellen of afroepen van goederen bij de gecontracteerde leverancier.
- Bewaken het toezien dat de bestelde goederen daadwerkelijk worden geleverd.
- Ordernazorg en evaluatie: leveranciersbeoordeling, het afhandelen van claims.
Onder tactisch valt: Specificeren, Selecteren en Contracteren.
Onder operationeel valt: Bestellen, Bewaken en Ordernazorg/Evaluatie.
Inkoopmanagement = richt zich op het organiseren, structureren en gericht verbeteren van de
inkoopprocessen binnen een organisatie en tussen de organisatie en de (keten van) leveranciers.
1.4 Het cyclisch inkoopproces:
Het cyclisch inkoopproces = een managementmodel
Het cyclisch inkoopproces = laat op een eenvoudige manier grafisch zien uit welke elementen
het inkoopproces bestaat, wat de samenhang is en welke voorwaarden belangrijk zijn.
Het is een cyclisch proces, omdat:
- Alle fasen met elkaar zijn verbonden, elkaar beïnvloeden en omdat er eigenlijk nooit een
einde is.
Het cyclisch inkoopproces bestaat uit 4 fasen:
- Fase 1: Strategie = in deze fase wordt het inkoopteam samengesteld en komt de
strategie op productgroep of inkooppakket tot stand. Hier worden de behoeften en vragen
van de eigen organisatie doorgrond en wordt een analyse gemaakt van de markt en andere
factoren.
- Fase 2: Inkooptraject = in deze fase wordt de gekozen strategie vertaald in een concreet
inkooptraject. Dit kan zowel in de vorm van een: beschrijving, programma van eisen of een
bestek. Vervolgens vindt de leveranciersselectie plaats. Vervolgens wordt er een contract
opgesteld.
- Fase 3: Implementatie = een contract met een leverancier is nog maar een belofte voor
een prestatie van deze leverancier. We kennen de praktijk nog niet.
- Fase 4: Beheer = deze fase bestaat zowel uit de operationele inkop als uit het
contractbeheer en het contract- en leveranciersmanagement en komt deels overeen met
de fasen bestellen-bewaken-nazorg uit het lineair inkoopproces.
Operationele inkoop = dit bestaat uit alle activiteiten van bestellen, via
goederenontvangst tot het verwerken en betalen van de facturen.
3