H.1 Wat is leren?
Introductie
- Leren is een complex proces waarbij nieuwe kennis, vaardigheden en inzichten worden verworven.
Dit proces speelt zich gedurende het hele leven af en omvat meer dan alleen formeel onderwijs.
Volgens Piaget ontwikkelt cognitieve kennis in fasen, waarin niet alleen de hoeveelheid maar ook de
kwaliteit van kennis toeneemt.
- Algemene omschrijving: Leren is het zodanig eigen maken van nieuwe informatie dat deze
zelfstandig kan worden toegepast in nieuwe situaties.
Kenmerken van leren:
o Het gaat om een actief proces: ervaren, oefenen, en interactie met de omgeving zijn
essentieel.
o Leren leidt tot langdurige veranderingen in gedrag of vermogen, gebaseerd op oefening en
ervaring (Schunk, 1996).
o Het koppelen van nieuwe informatie aan bestaande kennis maakt leren effectiever.
3. Soorten leren:
1. Formeel leren:
- Gestructureerd, intentioneel leren binnen een georganiseerde context (zoals school).
- Kan intentioneel of niet-intentioneel zijn (bijvoorbeeld een leerling die afgeleid is tijdens een
les).
2. Informeel leren:
- Natuurlijk en spontaan, buiten formele structuren.
- Voorbeelden: sociale interacties, zelfstudie thuis.
3. Intentioneel leren:
- Bewust en doelgericht leren, ongeacht de setting.
- Voorbeelden: een student die studeert voor een tentamen.
- Het geheugen speelt een cruciale rol in het leerproces. Informatie wordt van het
kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgebracht door herhaling en het koppelen
aan reeds bestaande kennis.
- Hersenen functioneren als een zeer complexe computer waarin verbindingen (neurale en
conceptuele) worden gemaakt en versterkt.
Theorieën en metaforen
IJsbergmetafoor: Het grootste deel van leren is onzichtbaar en intern, zoals denken en
besluitvorming.
Black-box concept: Leren is een hypothetisch construct; we kunnen het niet direct observeren,
maar alleen afleiden uit gedragsveranderingen.
- Leren wordt bevorderd wanneer taken net boven het huidige competentieniveau van de leerling
liggen. Dit stimuleert betrokkenheid en motivatie.
- Belangrijke factoren: De balans tussen ervaren competentie en moeilijkheidsgraad van de taak en
het belang van zelfstandigheid in het leerproces.
- De leerkracht is een facilitator, stimulator en begeleider.
- Goede instructie omvat:
- Hoge verwachtingen van leerlingen.
- Flexibiliteit in lesplanning.
- Een focus op het bieden van betekenisvolle en spelgeoriënteerde contexten.
- Voor jonge kinderen is spelend leren essentieel, omdat dit natuurlijke ontwikkeling stimuleert zonder
druk.
Misverstanden en nuances
- Verschillen tussen leren en onderwijzen:
- Leren is een zelfstandig proces dat door de leerling wordt uitgevoerd.
- Onderwijzen biedt de voorwaarden en stimulansen, maar het daadwerkelijke leren gebeurt door de
leerling.
- Verschillende opvattingen:
1
, - Een te smalle definitie beperkt leren tot expliciete studie of formele overdracht, terwijl leren ook
informeel en onbewust kan zijn.
Conclusie:
Leren is een actief proces dat gepaard gaat met duurzame veranderingen. De sleutel tot effectief leren
is actieve interactie met de leerstof en een uitdagende, stimulerende omgeving. De leerkracht speelt
hierin een cruciale begeleidende rol, maar het leren zelf blijft een proces dat plaatsvindt binnen de
leerling.
Filosoferen over leren
Verschillende perspectieven op leren:
1. Individueel leren: Gericht op persoonlijke veranderingen in kennis en gedrag.
2. Collectief leren: Wanneer groepen gezamenlijk veranderingen doormaken, zoals teams of
organisaties.
3. Doelbewust vs. onbewust leren:
- Gepland leren (via docenten, begeleiders).
- Spontaan leren (zonder bewuste planning).
Acht dimensies van leren:
1. Plaats: School → Werkplek → Elders.
2. Bewustzijn: Onbewust → Vaag bewust → Volledig bewust van leerdoelen.
3. Sturing: Extern → Gedeeld → Zelfsturing.
4. Inhoud: Gestructureerd → Half-gestructureerd → Ongestructureerd.
5. Referentiekader: Aanbouwen → Verbouwen → Afbreken en opbouwen.
6. Aanzet: Eigen motivatie → Sociale omgeving → Externe sturing.
7. Wie leert: individu → Groep → Organisatie.
8. Voor wie: Persoonlijk → Voor groepen en organisaties.
Inhoudelijke dimensies van leren:
1. Declaratieve kennis (knowing what):Feiten, regels, concepten.
2. Procedurele kennis (knowing how):Vaardigheden en strategieën.
3. Hoofdsoorten van leren:
- **Cognitief:** Geheugen, feitenkennis, inzicht, automatismen.
- **Sociaal-affectief:** Emoties, attituden, communicatieve vaardigheden.
- **Psychomotorisch:** Fysieke vaardigheden en routines.
4. Competentieleren: Een geïntegreerde aanpak waarbij kennis, vaardigheden, en attituden
samenkomen in beroepsgericht handelen.
Conclusie:
Leren is een veelzijdig proces dat verder gaat dan alleen kennisverwerving. Het omvat een breed
spectrum van bewustzijn, context, sturing en doelen. Het begrijpen en toepassen van leren vereist een
filosofisch inzicht in de complexiteit van menselijk gedrag en ontwikkeling.
Je voorkeurstijlen van leren kennen (Kolb en Vermunt)
Nadenken over leren roept automatisch de vraag op hoe je zelf leert. Kolb en Vermunt bieden
bekende theorieën over leerstijlen. Hoewel deze modellen interessante inzichten bieden, zijn ze niet
onomstotelijk wetenschappelijk bewezen. Zien de resultaten daarom als hulpmiddel om je eigen
voorkeuren te verkennen.
2
,Kolb: De Leercyclus en Leerlingen
De theorie van Kolb is gebaseerd op een cyclus met vier leerfasen:
1. **Dromer**: Reflecteert voordat hij start.
2. **Denker**: Analyseert logisch en structureel.
3. **Beslisser**: Plant en voert planmatig uit.
4. **Doener**: Experimenteert en leert door te doen.
Iedere leerling heeft een voorkeursstijl, maar het doorlopen van de volledige cyclus verdiept het
leerproces. Dit kan motiverend werken en zorgt ervoor dat kennis langer blijft hangen.
**Didactiek bij Kolb**
Leerkrachten zouden lessen zo ontwerpen dat alle vier leerstijlen aan bod komen, zodat iedereen
gelijke kansen krijgt. Kolb stelt dat:
- Diversiteit in groepen effectief is (doeners vullen denkers aan).
- Leerlingen hun minst favoriete fase juist meer zouden moeten oefenen.
**Kritiek op Kolb**
- Het model is ontwikkeld voor volwassenen, wat vragen oproept over de toepasbaarheid in het
basisonderwijs.
- De lineaire cyclus wordt in de praktijk zelden in volgorde doorlopen.
- Gevaar voor etikettering: leerlingen kunnen zichzelf beperken door vast te houden aan één stijl.
#### Vermunt: Leerstijlen en Onderwijs
Vermunt beschrijft vier stijlen:
1. **Reproductieve stijl**: Gericht op oefenen en herhalen.
2. **Betekenisgerichte stijl**: Wil theorie begrijpen.
3. **Toepassingsgerichte stijl**: Werkt graag met praktische voorbeelden.
4. **Ongerichte stijl**: Heeft moeite met plannen en focus.
**Leerkrachtrol bij Vermunt**
De leerkracht kan:
- Leerlingen met een ongerichte stijl begeleiden naar een meer gerichte aanpak.
- Motieven en strategieën beïnvloeden om betekenisgericht en toepassingsgericht leren te stimuleren.
**Kritiek op Vermunt**
- Weinig aandacht voor motivatie, emoties en omgevingsinvloeden.
- Niet alle leerlingen passen in een stijl.
- Ondanks kritiek is er wél enige wetenschappelijke steun voor zijn inventaris.
Algemene Kritiek op Leerstijltheorieën
- **Wetenschappelijk bewijs**: Ontbreekt grotendeels.
- **Complexiteit**: Veel leerlingen vallen niet in één stijl.
- **Praktische toepassing**: Het aanpassen van lessen aan individuele stijlen is onhaalbaar.
- **Effectiviteit**: Het is effectiever om op gemeenschappelijke factoren te focussen dan op verschillen.
Conclusie:
Hoewel leerstijlmodellen nuttige inzichten bieden, moeten ze met nuance worden toegepast. Voor
effectief onderwijs is het belangrijk om leerlingen uit te dagen en alle leeraspecten te integreren. Het
gebruik van verschillende werkvormen kan de betrokkenheid en het leerrendement van leerlingen
verhogen.
Wat is goed onderwijs?
Goed onderwijs is een dynamisch en complex proces dat draait om het maken van doordachte
keuzes, passend bij de behoeften van leerlingen en de veranderende maatschappij. Het is geen
universele aanpak, maar eerder een adaptieve en flexibele praktijk. Onderwijs moet inspelen op de
interesses, motivatie en ontwikkeling van leerlingen en gelijktijdig rekening houden met
maatschappelijke veranderingen. De rol van de leerkracht is cruciaal: als begeleider en inspirator
3
, creëert deze een stimulerende omgeving waarin kennis en vaardigheden op duurzame wijze worden
overgedragen en leerlingen worden aangemoedigd om actief deel te nemen aan hun eigen
leerproces.
Innovatieve onderwijsconcepten, zoals Big Picture Learning, leggen de nadruk op gepersonaliseerd
leren, waarin de passies van leerlingen centraal staan. Door echte wereldervaringen, zoals stages en
samenwerkingen met experts en ouders, krijgen leerlingen de kans om hun leerproces meer betekenis
te geven. Dit soort veranderingen vragen om een herziening van de traditionele schoolstructuren,
waaronder de fysieke leeromgeving en groeperingsvormen, om meer ruimte te bieden aan actief en
interactief leren.
Creativiteit, nieuwsgierigheid en onderzoekend leren zijn steeds belangrijker in een wereld die in hoog
tempo verandert. Hoewel individuele vrijheid in leren belangrijk is, blijft het collectief onmisbaar om
grote stappen te maken. Een balans tussen individuele creativiteit en samenwerking binnen duidelijke
kaders biedt een krachtige basis voor onderwijsinnovatie en gezamenlijke vooruitgang.
Kortom, goed onderwijs vraagt om een voortdurende reflectie op en aanpassing van de leerpraktijk,
zowel op individueel, schoolbreed als maatschappelijk niveau. Het doel is leerlingen niet alleen kennis
bij te brengen, maar hen ook voor te bereiden op een toekomst waarin zij als zelfstandige en
samenwerkende individuen kunnen floreren.
4 hoofdvormen van leren
Er zijn vier hoofdvormen van leren te onderscheiden: **cognitief leren**, **sociaal-affectief leren**,
**psychomotorisch leren** en **competentieleren**. Hoewel deze vormen afzonderlijk worden
benoemd, zijn ze in veel leersituaties met elkaar verweven en dragen ze gezamenlijk bij aan een
optimale gedragsverandering.
Cognitief leren:
Cognitief leren draait om het verwerven en toepassen van kennis. Het omvat declaratieve kennis
(feitelijke, vak- of domeinspecifieke kennis) en procedurele kennis (vaardigheden die zowel
vakspecifiek als meer algemeen toepasbaar kunnen zijn). Binnen deze vorm van leren onderscheiden
psychologen zoals Van Parreren verschillende soorten, zoals memoriseren, feitelijke kennisverwerving
en inzichtbevorderend leren.
4