Hoorcollege 6 – Aansprakelijkheid – Werkgeversaansprakelijkheid voor arbeidsongevallen en
beroepsziekten
Plan van behandeling
1. Inleiding
2. Art. 7:658 BW in geval van arbeidsongevallen
o Bijzondere stelplichtverdeling
o Verweren werkgever
o Conclusies t.a.v. omvang zorgplicht
3. Art. 7:658 BW in geval van beroepsziekten
o ‘in de uitoefening van de werkzaamheden’
o Causaliteitsproblemen
4. Pseudo-werknemers: 7:658 lid 4 BW
5. aansprakelijkheid o.g.v. 7:611 BW
o bepaalde verkeersongevallen, werkverblijf in buitenland, bedrijfsuitjes.
I. Inleiding
Historie
1907: art. 1638x oud-BW – zorgplicht werkgever
1901-1967: Ongevallenwet:
– uitkering en vergoeding door overheid
– beperking aansprakelijkheid werkgever tot misdrijven (civielrechtelijke immuniteit)
– “risque professionel” op je werkarbeidsongeschikt geworden.
1967: Invoering WAO:
– einde civielrechtelijke immuniteit werkgever
– “risque social” arbeidsongeschikt geworden, kan bijvoorbeeld ook tijdens skiën.
1-4-1997: Invoering titel 10 boek 7 (7:611 BW, 7:658 BW)
1-1-1999: Invoering 7:658 lid 4 BW (Wet flexibiliteit en zekerheid)
Waarom een regeling in boek 7?
Boek 6 bevat immers de middelen (6:74 e.v.) om aansprakelijkheidskwesties op te lossen?
Toch een specialis-regeling voor de arbeidsovk.:
1. Voorkomen dat de werkgever zijn aansprakelijkheid contractueel kan beperken
2. Afwijkende bewijslastverdeling (gunstig voor werknemer)
3. Afwijkende regeling ‘eigen schuld’ werknemer (gunstig voor werknemer)
6:74 kan dus niet, maar naast 7:658, kan wel bijvoorbeeld ook een beroep worden gedaan op 6:162
BW.
Cumulatie met titel 3 boek 6 BW
Werknemer mag rechtsgrond kiezen, dus bijv. ook 6:162. (gevaarzetting), 6:170, 6:173, 6:174,
6:179 BW. (Niet: 6:74 BW vanwege de specialis-generalis verhouding)
Komt niet zo vaak voor, omdat:
o Onder 7:658 BW sneller aansprakelijkheid, omdat werkgever moet bewijzen dat hij
niet is tekortgeschoten, in plaats van dat werknemer moet bewijzen dat werkgever is
tekortgeschoten;
1
, o De mogelijke verweren van de werkgever beperkt zijn.
Voorbeeld van aansprakelijkheid o.g.v. 6:170 BW:
o HR 9-11-2001, NJ 2002, 79 Van Doesburg/Tan. (Reflex-werking van 7:658 BW: geen
eigen schuld werkneemster)! Gaat over apothekersassistenten. College laat la open
staan, mevrouw Doesburg loopt tegen die la op en lijdt schade. Je kan kiezen om op
basis van 7:658 BW de werkgever aan te spreken, in casu de heer Tan. Werkgever kan
verweren: moet ik dat altijd maar opletten of niet alle laden blijven open staan? Op
basis van 6:170 als je eenmaal vast hebt gesteld dat de collega een fout heeft gemaakt,
dan heb je alleen nog een functioneel verband nodig. Dus was slimme keuze om die
route te nemen.
II. 7:658 lid 2 bij arbeidsongevallen
Artikel 7:658 lid 1: norm
De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid
doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de
arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te
voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.
Artikel 7:658 lid 2: aansprakelijkheid (de centrale/belangrijkste bepaling van 7:658, dit is de
aansprakelijkheidsbepaling)
De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de
uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat:
hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen; of
de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de
werknemer.
Waarom is dit zo’n fijne werknemers bepaling? De schadelijdende partij moet bewijzen dat hij een
contract had, schade heeft geleden en dat die schade is geleden tijdens de uitoefening van de
werkzaamheden. Dit is dus veel makkelijker, dan bijvoorbeeld bij OD.
Kenmerkende elementen 7:658 BW
Strenge norm voor werkgever, lid 1.
Omkering bewijslast m.b.t. tekortkoming (nakoming verplichtingen)
Omkering bewijslast m.b.t. causaal verband tussen tekortkoming en schade
Beperking ‘eigen schuld’-verweer tot opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer (in
afwijking van 6:101 lid 1 BW)
Dwingend recht (7:658 lid 3 BW)
NB: 7:658 BW geldt alléén voor schade geleden ‘in de uitoefening van de werkzaamheden’. Gaat om
de vraag of werkgever over arbeidsomstandigheden zeggenschap heeft.
2
, 7:658 lid 2: Bewijslast werknemer
De werknemer dient te stellen en (bij betwisting door de werkgever) te bewijzen dat hij:
Een arbeidsovk met werkgever heeft;
Schade (zie 6:95 e.v.; week 7) heeft opgelopen;
In de uitoefening van de werkzaamheden.
7:658 lid 2: Bewijslast werkgever
De werkgever is dan zonder meer aansprakelijk, tenzij:
Verweer 1: de werkgever aantoont dat hij aan zijn zorgplicht o.g.v. lid 1 heeft voldaan; óf
Verweer 2: de werkgever aantoont dat het wel voldoen aan de zorgplicht de schade niet zou
hebben voorkomen; óf
Verweer 3: het ongeval in hoge mate is te wijten aan opzet of bewuste roekeloosheid van de
werknemer.
Zijn bevrijdende verweren, dus werkgever draagt zelf bewijslast.
1ste verweer werkgever: aan zorgplicht van lid 1 voldaan
1ste verweer werkgever: aan zorgplicht van lid 1 voldaan
Eerste (en in de praktijk verreweg het belangrijkste) verweer van de werkgever: “ik heb aan
mijn zorgplicht voldaan”.
Werkgeversaansprakelijkheid is een schuldaansprakelijkheid (maar met omgekeerde
bewijslast). dit volgt uit: de werkgever moet doen wat redelijkerwijs nodig is. Onmogelijke
kan niet verlangd worden.
7:658 lid 1: de werkgever moet ‘zodanige maatregelen treffen en aanwijzingen verstrekken
als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn
werkzaamheden schade lijdt’.
HR Maatzorg/Van der Graaf: Zorgplicht heeft ruime strekking. Niet snel aannemen dat
werkgever daaraan heeft voldaan.
‘redelijkerwijs nodig’
Wat redelijkerwijs nodig is, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval.
Bij fysiek gevaarlijke situaties zijn onder meer relevant:
Aard van de werkzaamheden;
Kenbaarheid van het gevaar;
De te verwachten onoplettendheid van de werknemer;
Bezwaarlijkheid van het treffen van veiligheidsmaatregelen.
Vgl. HR 5-11-1965, NJ 1966, 136 (Kelderluik) maar in een ander jasje gestoken, om meer
toegespitst te kunnen worden op deze rechtsvraag.
De te verwachten onoplettendheid van de werknemer routine. Ene kant dit is een gevaarlijk ding,
andere kant het is altijd goed gegaan.
HR 11-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3313 Bayar/Wijnen
Bij een gevaarlijke machine geldt dat waarschuwen voor gevaren door middel van instructies
of waarschuwings-stickers niet steeds voldoende zal zijn.
Ervaring leert dat door de dagelijkse omgang met een machine de gebruiker niet meer steeds
de vereiste voorzichtigheid in acht zal nemen
Werkgever moet onderzoeken of afdoende preventieve maatregelen mogelijk zijn, of een
veiliger werking mogelijk is, en, als dat niet het geval is, of op een voldoende effectief kan
worden gewaarschuwd.
Kelderluikfactoren van belang.
Verwijzing naar HR Jetblast waarschuwen als veiligheidsmaatregel. Waarschuwing is
alleen voldoende als je mag verwachten dat mensen hun gedrag erop aanpassen. Bepaalde
dingen lokken het gedrag van mensen namelijk uit. Als je het gevaar fysiek kan wegnemen,
3