Hoorcollege 7 – Aansprakelijkheid – Schadevergoedingsrecht (afdeling 6.1.10 BW)
Inleiding
Schadevergoeding – overzicht afdeling 6.1.10 BW
6:95 vergoedbare schade:
o vermogensschade en ander nadeel
6:96 vermogensschade, gederfde winst en verlies, ook:
o kosten voorkoming
o kosten vaststelling
o buitengerechtelijke kosten
6:97 begrotingswijze (aard schatting)
6:98 causaliteit (toerekening)
6:99 alternatieve causaliteit
6:100 voordeelstoerekening
6:101 eigen schuld
6:102 medeschuld/hoofdelijkheid
6:103 vorm schadevergoeding
6:104 winstafdracht
6:105 begroting nog niet ingetreden schade
6:106 immateriële schade (ander nadeel)
6:107 verplaatste schade
6:107a regresrecht werkgever
6:108 schadevergoeding bij overlijden
6:109 matiging
6:110 (limitering)
Iemand aansprakelijk = vestigingsfase aansprakelijkheid
Schadevergoeding = omvangsfase aansprakelijkheid
Bronnen van recht op schadevergoeding (o.a.)
Niet-nakoming van een verbintenis, 6:74
o uit rechtshandeling, wet, rechterlijke uitspraak
Onrechtmatige daad, 6:162 e.v.
Ongerechtvaardigde verrijking, 6:212
Zaakwaarneming, 6:200
Andere wettelijke gronden
o bijvoorbeeld: 3:70 (instaan volmacht), 3:54 (overbouw), 3:120 (bezitter t.g.t.), 3:282
(verval beperkt recht), regresrecht op mede-aansprakelijke tot schadevergoeding, 6:10
Dus voor 6.1.10 heb je een aansprakelijkheidsgrondslag nodig die naar schadevergoeding verwijst.
Voorbeeld rechterlijke praktijk:
Zaak iemand was dom geweest, moest geld overmaken naar belastingdienst. Maar heeft dat op
verkeerd rekeningnummer gestort (dat kon toen nog gebeuren). Het geld kwam op een boedelrekening
van een erfenis en die erfenis was een bodemloze put, bestond namelijk alleen maar uit schulden. Die
erfgenamen waren zo dom geweest om de schulden te aanvaarden. Die erfgenamen zagen ineens het
geld en waren erg blij mee. Man heeft erfgenamen aangeschreven, erfgenamen gaven geen reactie.
Erfgenamen zeiden: wie is er nou zo stom om geld te storten op een verkeerde rekening. Dat zou toch
voor zijn rekening moeten komen. Wat is dat voor een verweer? eigen schuld. Onredelijk verweer.
Eigen schuld ziet op afrekening van schade, zit dus in de omvangfase. Het gaat hier over
onverschuldigde betaling. Hij heeft dus gewoon recht op terugbetaling. In dat artkel gaat het helemaal
niet over schuld, dus eigen schuld gaat niet op. Advocaat van die man die heeft zich beroepen op
ongerechtvaardigde verrijking en dat is wel een schadeactie en dan kan eigen schuld wel gevoerd
worden. Maar rechter heeft gezegd is in strijd met billijkheid om dat aan te voeren. Grondslag die je
1
,kiest is dus heel belangrijk! Wet moet dus naar schadevergoeding verwijzen, ander kom je niet bij
afdeling 6.1.10.
Hoofdindeling schadesoorten
Vermogensschade: 6:96 lid 2
Art. 6:96 lid 2 BW noemt voorts:
redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade;
redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte, tenzij het om proceskosten in de
zin van art. 241 Rv gaat.
‘’Nader op te maken bij staat’’
Schadestaatprocedure: art. 612 – 615b Rv
Ofwel omdat de schade nog niet of nog onvoldoende vaststaat, ofwel uit strategie kan de eiser
kiezen voor schadevergoeding nader op te maken bij staat.
In eerste procedure in elk geval normschending (grondslag aansprakelijkheid) vaststellen
De vestigingsfase van de aansprakelijkheid gaat niet alleen over normschending, ook over
toerekenbaarheid en ook over logische causaliteit. Die vragen mogen allemaal naar de
schadestaatprocedure overgeheveld worden en daarnaast ook de vragen wat is de schade, wat is de
omvang, welke schadeposten zijn er. In de hoofdzaak alleen de normschending, maar de rechter mag
in de hoofdzaak ook meer doen. Hij mag zich ook uitlaten over het logisch causaal verband,
omkeringsregel toepassen of proportionele causaliteit. Heeft hij dat dus allemaal gedaan, dan kan dat
niet in de schadeprocedure worden aangepast, want het heeft kracht van gewijsde. Rechter heeft dus
heel veel vrijheid, wat doet hij in de hoofdprocedure en wat doet hij in de schadestaatprocedure.
Schadestaatprocedure
Ratio: vaak efficiënt eerst te beslissen over aansprakelijkheid
De mogelijkheid van schade als gevolg van de normschending moet aannemelijk zijn (licht
criterium)
Rechter kent veel vrijheid:
o mag ambtshalve kiezen voor schadestaat
o geen verplichting aan zo’n verzoek te voldoen, maar wel verdoende partijdebat.
HR 16 april 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2229
Andere mogelijkheid: deelgeschillenregeling bij overlijdens- of letselschade (1019w - 1019cc
Rv)
Uitgangspunten schadebegroting
2
, Schade
Begrip “schade” niet door wetgever gedefinieerd
o zelfs niet in parlementaire geschiedenis
Afdeling 6.1.10: centrale regeling indien de wet verwijst naar schadevergoeding
o 6:74, 6:162 e.v., 6:200, 6:212, 7:658 etc.
6:95: vermogensschade en “ander nadeel” (lees: immateriële schade)
o Vereist: aansprakelijkheidsgrondslag
o Dus: gesloten stelsel6:95)
Uitgangspunten (1)
1. Ieder draagt zijn eigen schade
a. Prof. Ton Hartlief, oratie 1997
b. Voorbeeld: Wie tegen een boom rijdt of van een trap valt, dient zijn eigen schade te
dragen
2. Berokken een ander geen schade
Ieder draagt zijn eigen schade leidt er dus toe dat er schade alleen vergoedt kan worden als er een
aansprakelijkheidsgrondslag in de wet is. Is die er niet, dus pech, dan je eigen schade.
Uitgangspunten (2)
Benadeelde in situatie brengen waarin hij zou hebben verkeerd als schadeveroorzakende
gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden.
Schadevergoeding in beginsel in geld (6:103) of (op vordering van benadeelde) in andere
vorm dan betaling geldsom; vgl. HR 10.9.1993, NJ 1996, 3 (Pos–Van den Bosch)
Uitgangspunten (3)
Voor een schadevergoeding in geld dient een vermogensvergelijking te worden gemaakt.
o Ontstane situatie enerzijds
o Hypothetische situatie zonder normschending anderzijds
Leidend zijn de omstandigheden op het moment van de normschending (inclusief dan
bestaande toekomstverwachtingen)
Als Sacha, de Bie onrechtmatig aanrijdt in het verkeer. Normschending staat vast, de Bie gaat
inkomensschade proberen te verhalen. Dan eerst kijken naar de nu bij de Bie ontstane situatie, dan zal
dan arbeidsongeschiktheid zijn, als rechter betekent dat je na 2 jaar van de HR ontslag krijgt, dan zal
hij in de arbeidsongeschiktheidswetgeving vallen. Maar als regering dan bijvoorbeeld de wetgeving
aanpast, kan die maar zomaar in de bijstand terecht komen. Het lijkt dus vrij eenvoudig om zijn positie
na de aanrijding in te schatten, maar ook daarbij kunnen er ook compliceerde factoren bij komen.
Maar dan nu de hypothetische situatie zonder normschending. De bie is raadsheer bij het hof en hij
klust er nog wat bij de UvA, nou dat gaat dus dan allemaal niet meer gebeuren. Wat zal er dan moeten
worden vergoed? De bie is 55 jaar. Hij kan aanvoeren dat hij bijvoorbeeld in de toekomst tot de Hoge
Raad zou gaan toetreden en vice president worden en dan verdien je dus veel meer dan als raadsheer
bij het gerechtshof. Dat is dus zijn hypothetische situatie. Dan zal Sasha zeggen jaja, zo goed ben je
niet. De situatie waar je nu in zit daar zal je tot je pensioen in blijven zitten. Nou dit moet dan dus
moeten worden ingeschat. Dit is dus het probleem dat je ziet bij de hypothetische situatie zonder
normschending omdat in te schatten, je kunt heel erg van mening verschillen. Je moet dus kijken naar
de omstandigheden van het moment van de normschending en de bestaande toekomstverwachtingen.
Uitgangspunten schadebegroting
6:97: Rechter begroot de schade op een wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is,
althans (als de omvang niet nauwkeurig kan worden vastgesteld) schat deze.
HR 16.10.1998, NJ 1999, 196 Amev/Staat:
3