Titel: Het gouden ei
Schrijver: Tim Krabbé
Samenvatting :
Hoofdstuk 1: Rex Hofman en Saskia Ehlvest gaan samen op vakantie. Ze zijn nog een uur verwijderd
van hun eerste stop, een hotel in Nuits St. Georges, vlak bij Dijon. Hun eindbestemming in en huisje
in Hyeres. Ze hebben nog genoeg benzine, maar toch wil Saskia voor de zekerheid nog gaan tanken,
omdat ze niet hetzelfde wil meemaken als een paar jaar terug. Toen kwamen ze ook zonder benzine
te zitten en toen moest Saskia 3 uur wachten totdat Rex terug kwam met benzine. Toen Rex haar
toen aantrof, was ze helemaal in paniek (ze leed aan claustrofobie) dat kwam door een droom die ze
vroeger had gehad: ze zat in een gouden ei en daarmee zweefde ze door de ruimte met niets erin. Ze
kon ook niet doodgaan, alleen als ze tegen het andere ei aan zou botsen, maar die kans was zeer
klein. Daarom was ze nu heel voorzichtig, omdat ze dat niet nog een keer wou meemaken. Na het
tanken houden ze een pauze aan het eind van het station. Ze gingen even zitten en stopten
symbolisch allebei een muntje tussen een steen, als teken van liefde. Saskia beloofden dat zij het
laatste stuk ging rijden en ze pakten alvast de sleutels mee, maar ze ging eerst nog even een blikje
cola en bier halen. Het duurde een tijdje, dus om de tijd te doden maakte hij een foto van het station.
Als het nog langer duurt gaat hij haar zoeken, maar ze kan haar nergens vinden. Ze vraagt het aan de
kassiere, zij zei dat ze eerst geld kwam wisselen en toen een blikje cola en bier kwam afrekenen, daar
kon hij dus niets mee. Ze was blijkbaar zomaar van de aardbodem verdwenen. Ook een zoektocht
leidde tot niets.
Hoofdstuk 2 : hoofdstuk 2 speelt 9 jaar na de verdwijning van Saskia. Rex is met zijn vriendin Lieneke
op vakantie in Frankrijk. Toen Rex aan het zwemmen was en Lieneke lag te lezen op het strand,
dagdroomde Rex over de drie draken van Camerota (in die plaats waren ze) die hij moest verslaan.
Dat had hij een keer uit verveling verzonnen. Het waren: Lieneke, Vicenze en de Fransen. Lieneke had
hij al. Na een tijdje had hij Vicenze ook. Dat was een klein ventje van wie hij steeds verloor met een
videospelletje. Na een tijdje had hij hem ook verslagen.
De Fransen waren drie gasten die het bandje “Far out” vormde. Het waren twee jongens en een
vrouw. Ze speelde elke dag badminton op het strand. Rex wou een keer met hun spelen en hij vroeg
of het mocht. Hij ging samen met Lieneke tegen de twee mannen. De vrouw was scheidsrechter.
Lieneke en Rex konden het net winnen en dus had Rex de drie draken verslagen.
Toen ze nog wat gingen drinken vroeg Rex Lieneke ter huwelijk. Lieneke vond dat wel goed.
Een paar dagen later had Rex ook de droom over het gouden ei, dezelfde die Saskia had. Rex
schreewde hardop in zijn slaap en Lieneke vond dat geluid zo erg dat ze begon te huilen.
Hoofdstuk 3 : in 1950 was Raymond Lamorne 16 jaar. Hij logeerde bij zijn oom en tante. Op een
zondag morgen zat hij alleen op het balkon en bedacht toen of hij naar beneden kon springen. Hij
bedacht de voor en tegens van het springen met in zijn achterhoofd het idee dat hij toch wel zou
springen. Dat deed hij ook, hij sprong van de tweede verdieping naar beneden. Hij lag zes weken in
het ziekenhuis met een gebroken been en een dubbele armbreuk.
21 jaar later is Lamorne (zo wordt hij heel het boek genoemd) scheikunde leraar geworden. Hij is
getrouwd en heeft een dochter van 11 en een van 13 jaar. Hij woonde in Autun in het departement
, Saone-et-Loire en hij gaf daar les op het gymnasium. Op een mooie herfst dag maakt hij, met zijn
gezin, een uitstapje naar het Canal de bourgogne. Daar gingen een eindje lopen, totdat een van de
dochters een kind zag verdrinken in het water. Lamorne ging eropaf en redde het kind. Hij had een
goede daad verricht. Hij bedacht nu of hij ook in staat was om een misdaad te plegen. Drie jaar later
ging hij zijn vakantiehuisje verbouwen, hij vroeg aan zijn dochters, Denise en Gabrielle of ze wilden
helpen, maar na een klusje haakte ze weer af. Het huisje kwam van een tegenvallende erfenis van
zijn vrouw. Het huisje was in slechte staat en het had drie kamers en een keuken. Buiten was er een
groot grasveld van ongeveer een half voetbalveld, met achterin en groot gaat, waar eigenlijk een
zwembad zou moeten komen. Hij was weer op het idee gekomen van de misdaad en daarom maakte
hij op school chloroform (dat is een stof waar je na inademing een kwartier bewusteloos raakt). Hij
ging repeteren hoe makkelijk hij vrouwen in een auto zou kunnen krijgen bij een benzinestation, na
een aantal pogingen bedacht hij dat hij er zwak uit moest zien en daarom bedacht hij een plan: hij
zette een aanhanger ergens neer op de parkeerplaats en hij ging met zijn auto naar het winkeltje en
deed daar een mitella om en toen vroeg hij aan vrouwen of ze hem wouden helpen met de
aanhanger, toen ze zagen dat de aanhanger verderop lag, vroeg hij of ze even in wou stappen en dan
wou meerijden. Na een aantal keer oefenen kon hij het volgens hem goed genoeg. Hij was van plan
nu een slag te slaan, maar net toen een vrouw instapte gebeurde er voor hun een ongeluk en de
vrouw ging daar helpen. Hij had van zijn dochters een sleutelhanger met een R erop gekregen van
zijn verjaardag. Een paar dagen later probeerde hij het weer op een Totalstation, hij was nu niet van
plan om het te doen, hij wou eigenlijk gaan oefenen, maar hij bedacht zich, want nu zou het heel
makkelijk gaan. Saskia kwam naar hem toe om te vragen waar hij die sleutelhanger vandaan had (als
cadeautje voor Rex)
Lamorne zei dat hij er vertegenwoordiger van was en dat hij een hele doos ervan in de auto had
liggen, voor maar negen en een halve franc. Saskia betaalde de blikjes en liep met hem mee.
Lamorne had chloroform op zijn theedoek gedaan en drukte het tegen Saskia’s mond. Lamorne kreeg
haar probleemloos mee.
Hoofdstuk 4 : het boek maakt dan weer een tijdsprong en Rex is er nog steeds niet achter wat er met
Saskia gebeurd is. Op een dat als hij thuiskomt staat er een vieze auto voor zijn raam en er staat op:
Rex, ik vind je lief, Sandra en ook nog als ik dit schrijf komen er krassen in geluk. Sandra deed hem
aan Saskia denken en hij besloot nog een advertentiecampagne te starten voor Saskia. Hij krijgt weer
veel briefen, maar na een paar weken komt er een man langs, Lamorne. Hij doet het voorstel om het
mystery op te lossen, door hem hetzelfde te laten ondergaan. Rex zei: “Dan ga ik dood.” Het
antwoord daarop was ja, maar Rex wilde het zo graag weten wat er met Saskia gebeurd was dat hij
met hem ging. Ze maakte de lange tocht naar het Totalstation weer en vanaf de plek waar ze het
muntje hadden neergelegd, gaf Lamorne een beker koffie met slaapmiddel erin. Na een kwartier zou
het inwerken, in die tijd zou hij het verhaal vertellen. Rex dronk het op en Lamorne vertelde hoe het
was gegaan. Toen hij weer wakker was zat hij in iets donkers: het bleek een kist te zijn. Hij was levend
begraven, dat was dus met Saskia gebeurd. Hij bedacht dat het vreselijk voor haar geweest moest
zijn, omdat ze claustrofobie had, maar nu gebeurde hetzelfde met hem ook, hij raakte helemaal in
paniek. Om weer rustig te worden zei hij z’n naam: “Ik ben Rex Hofman en ik lig al een kwartier
levend begraven.” Toen moest hij lachen, alsof het belangrijk was dat je op deze plaats een naam
had.
Hoofdstuk 5 : Dit hoofdstuk is niet zo belangrijk, maar het gaat erover dat Lieneke ongerust wordt
over Rex en dat er ook een zoekactie voor hem komt, maar ook hij bleek spoorloos verdwenen.
Titelverklaring: